32 Hij zal groot zijn+ en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd.+ Jehovah God zal hem de troon van zijn vader David geven.+33 Hij zal voor eeuwig als Koning over het huis van Jakob regeren en aan zijn Koninkrijk zal geen eind komen.’+
15 De zevende engel blies op zijn trompet.+ Er klonken luide stemmen in de hemel die zeiden: ‘Het koninkrijk van de wereld is het Koninkrijk van onze Heer+ en van zijn Christus+ geworden, en hij zal voor altijd en eeuwig als koning regeren.’+