11 ‘Zowel de profeet als de priester is verontreinigd.+
Zelfs in mijn eigen huis heb ik hun slechtheid gevonden’,+ verklaart Jehovah.
12 ‘Daarom zal hun pad glibberig en donker worden,+
ze zullen geduwd worden en vallen.
Want ik zal ellende over ze brengen
in het jaar van afrekening’, verklaart Jehovah.