2 Jullie moeten alle plaatsen vernietigen waar de volken die jullie gaan verdrijven hun goden hebben vereerd,+ of die zich nu bevinden op hoge bergen, op heuvels of onder bladerrijke bomen.
2 En jullie mogen geen verbond sluiten met de bewoners van dit land+ en jullie moeten hun altaren afbreken.”+ Maar jullie hebben niet naar me geluisterd.+ Hoe hebben jullie dat kunnen doen?
28 Ik bracht ze in het land dat ik had gezworen ze te geven.+ Toen ze alle hoge heuvels en bladerrijke bomen zagen,+ gingen ze daar hun slachtoffers en hun aanstootgevende offers brengen. Ze boden er hun offers aan als een aangename* geur en goten hun drankoffers uit.