28 Want dankzij* hem leven we, bewegen we en bestaan we,+ zoals ook sommigen van jullie eigen dichters hebben gezegd: “Want wij zijn ook zijn kinderen.”*
11 ‘Jehovah,* onze God, u bent het waard de lof+ en de eer+ en de kracht+ te ontvangen, want u hebt alle dingen geschapen+ en dankzij uw wil zijn ze tot bestaan gekomen en werden ze geschapen.’