10 Je moet dus gul voor hem zijn+ en je* moet zonder tegenzin aan hem geven, want Jehovah, je God, zal om die reden alles zegenen wat je doet en onderneemt.+
11Werp* je brood uit over het water,+ want je vindt het na veel dagen weer terug.+2 Geef een deel aan zeven of zelfs aan acht,+ want je weet niet wat voor ramp er op aarde gebeuren zal.