50 Laat daarom elk van ons wat hij gevonden heeft als offer aan Jehovah aanbieden — gouden voorwerpen, enkelkettinkjes, armbanden, zegelringen, oorringen en andere sieraden — om verzoening voor onszelf* te doen vóór Jehovah.’
16 Drie keer per jaar moeten alle mannen* onder jullie voor Jehovah, je God, verschijnen op de plaats die hij uitkiest: voor het Feest van het Ongezuurde Brood,+ het Wekenfeest+ en het Loofhuttenfeest.+ Niemand van hen mag met lege handen voor Jehovah verschijnen.
9 Zo zeg ik jullie ook: Maak vrienden met behulp van de onrechtvaardige rijkdom,+ zodat zij je in de eeuwige woonplaatsen zullen ontvangen wanneer die rijkdom wegvalt.+