4Een van de vrouwen van de profetenzonen+ riep de hulp van Elisa in en zei: ‘Mijn man, uw dienaar, is gestorven. Zoals u weet heeft hij altijd ontzag voor Jehovah gehad.+ Nu is er een schuldeiser gekomen om mijn twee kinderen als slaven mee te nemen.’
25 Maar de slaaf kon de schuld niet terugbetalen. Dus gaf de meester het bevel dat de man, zijn vrouw, zijn kinderen en alles wat hij had, verkocht moesten worden als betaling.+