13 Je hebt bij jezelf gezegd: “Ik zal naar de hemel opstijgen.+
Boven Gods sterren verhef ik mijn troon+
en op de berg van samenkomst neem ik plaats,
in de meest afgelegen streken van het noorden.+
14 Ik stijg op tot boven de hoogste wolken.
Ik zal op de Allerhoogste lijken.”