33 De koning zei tegen ze: ‘Neem mijn dienaren met jullie mee, en laat mijn zoon Salomo op mijn eigen muildier*+ rijden, en begeleid hem naar Gi̱hon.+34 De priester Za̱dok en de profeet Nathan zullen hem daar tot koning over Israël zalven.+ Blaas daarna op de hoorn en zeg: “Leve koning Salomo!”+
5 ‘Zeg tegen de dochter Sion: “Kijk! Je koning komt naar je toe.+ Hij is zachtaardig+ en rijdt op een ezel, op een veulen, het jong van een lastdier.”’+