2 Dit zijn de namen van de 12 apostelen:+ als eerste Simon, die Petrus+ wordt genoemd, en zijn broer Andre̱as,+ Jakobus, de zoon van Zebede̱üs, en zijn broer Johannes,+
20 Petrus draaide zich om en zag dat de discipel van wie Jezus veel hield,+ hen volgde. Dat was degene die bij de avondmaaltijd achterover had geleund tegen zijn borst en had gezegd: ‘Heer, wie is het die je verraadt?’