Een ’beperkte’ God?

Waarom laat God toe dat er zoveel kwaad en lijden in de wereld is? Volgens rabbi Harold S. Kushner, schrijver van de best-seller „When Bad Things Happen to Good People” (Wanneer goede mensen door onheil worden getroffen), is het antwoord dat God, hoewel hij goed en liefdevol is, ook „beperkt” is. Na de dood van zijn zoontje schreef Kushner: „Het valt mij gemakkelijker een God te aanbidden die het lijden haat maar het niet kan uitbannen, dan een God wiens wil het is dat kinderen lijden en sterven.”

De zienswijze van rabbi Kushner lijkt wellicht redelijk in vergelijking met de algemene zienswijze dat God verantwoordelijk is voor noodlottige gebeurtenissen, zoals de dood van een kind. Niettemin vormen beide zienswijzen een goede illustratie van de waarachtigheid van Gods eigen woord toen hij zei: „Ulieder gedachten zijn niet mijn gedachten, noch zijn mijn wegen uw wegen.” Aantonend dat hij geen ’beperkte’ god is, voegt hij eraan toe: „Zo zal mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, blijken te zijn. Het zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren, maar het zal stellig datgene doen waarin ik behagen heb geschept en het zal stellig succes hebben in dat waarvoor ik het heb gezonden.” — Jes. 55:8-11.

Ook is God niet verantwoordelijk voor ’s mensen weeën, want, zoals Mozes erkende, „volmaakt is zijn activiteit, . . . rechtvaardig en oprecht is hij. . . . het gebrek ligt bij henzelf” (Deut. 32:4, 5). Maar binnenkort zullen deze overgeërfde gebreken worden tenietgedaan, omdat dan de tijdsperiode is verstreken die nodig was om de door de opstand in Eden gerezen strijdpunten op te lossen, en Gods voornemen om een Paradijs op aarde te herstellen, wordt verwezenlijkt. — Micha 7:18-20; Jes. 65:17-25.