Het fundament voor een rechtvaardige nieuwe wereld
HOE verheugend is het dat de beloofde nieuwe wereld, als Gods profetische Woord, „nog zekerder” is geworden! Zekerder dan toen God door bemiddeling van Jesaja beloofde „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” te scheppen! Ja, en zekerder dan toen die belofte later door de apostel Petrus werd herhaald, die er de verzekering aan toevoegde dat daarin „rechtvaardigheid woont” (2 Petr. 1:19; Jes. 65:17, NW; 2 Petr. 3:13). De nieuwe wereld is „nog zekerder” in de betekenis dat de Bouwer ervan reeds met de vervulling van zijn belofte is begonnen: Hij heeft een stevig, duurzaam en rechtvaardig fundament verschaft, zodat de nieuwe wereld voor eeuwig in rechtvaardigheid zal blijven bestaan.
Wanneer heeft Jehovah God het fundament voor een rechtvaardige nieuwe wereld gelegd? Het leggen van het fundament van de nieuwe wereld heeft op een zekere, progressieve wijze voortgang gehad en begon met de voorbereidende stap die God in de eerste eeuw van het christelijke tijdperk deed. Dit geschiedde in het jaar 29 n. Chr. bij de rivier de Jordaan, toen de Almachtige God zijn geliefde Zoon Jezus Christus met heilige geest verwekte en tot Koning van de „nieuwe hemelen” van de nieuwe wereld zalfde.
Kort hierna, namelijk in 33 n. Chr., vond een belangrijke progressieve ontwikkeling in het leggen van het fundament der nieuwe wereld plaats. Dit geschiedde toen God zijn Zoon op de derde dag uit de doden tot hemels leven opwekte. Veertig dagen later steeg Jezus Christus in de tegenwoordigheid van zijn Vader op en bood hij hem de waarde van zijn vergoten bloed aan. Toen God de waarde van Jezus’ volmaakte menselijke leven aanvaardde, werd het fundament voor de nieuwe wereld in eerste instantie gelegd. De opgestane Jezus Christus kwam toen terecht bekend te staan als „het Lam, dat geslacht is, sedert de grondlegging der wereld”. — Openb. 13:8.
Waarom kon het fundament van de nieuwe wereld toen in 33 n. Chr. niet volledig worden gelegd? Omdat Jezus, toen hij naar Gods tegenwoordigheid opsteeg, aan zijn Vaders rechterhand moest plaatsnemen: „Deze echter is, na één offer voor de zonden te hebben gebracht, voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, voorts afwachtende, totdat zijn vijanden gemaakt worden tot een voetbank voor zijn voeten” (Hebr. 10:12, 13). Het fundament van de nieuwe wereld kan dus pas op grote schaal worden gelegd wanneer de „nieuwe hemelen” werkzaam waren — wanneer Gods koninkrijk in de hemel zou zijn opgericht en de vijanden van de Koning Jezus Christus tot een voetbank voor zijn voeten zouden zijn gemaakt.
Waarom was de voorbereidende stap die in 33 n. Chr. met het oog op het leggen van het fundament der nieuwe wereld werd gedaan, zo belangrijk? Omdat de fundamentsteen voor de geestelijke „nieuwe hemelen” een beproefde fundamentsteen moest zijn. Een dergelijk fundament moest met absolute rechtvaardigheid overeenstemmen. Jezus Christus werd door zijn komst naar de aarde beproefd; deze beproeving verschafte de verzekering dat de bovenbouw die op het fundament zou worden opgetrokken, standvastig in rechtvaardigheid zou blijven en nimmer door slechte daden krom zou trekken of tot teleurstelling zou leiden.
De profeet Jesaja had voorzegd dat deze Fundamentsteen beproefd zou worden: „Zie, Ik leg in Sion een steen ten grondslag, een beproefden steen, een kostbaren hoeksteen van een vasten grondslag” (Jes. 28:16). In 1 Petrus 2:6, 7 past de apostel Petrus Jesaja 28:16 rechtstreeks op Jezus Christus toe. Hoe werd Jezus op aarde ’beproefd’? Hij werd door de Duivel verleid om ontrouw te worden en aan de verlokking van onrechtvaardigheid toe te geven. Jezus heeft elke poging om hem van God en zijn maatstaf van absolute rechtvaardigheid af te keren, echter weerstaan. Hij beoefende precies wat hij tot anderen predikte: „Zoekt eerst Zijn Koninkrijk en Zijn gerechtigheid” (Matth. 6:33). Doordat Jezus de beproeving met succes doorstond, bewees hij zijn liefde voor Gods koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid en kon God hem elke verantwoordelijkheid toevertrouwen, zelfs de verantwoordelijkheid om het ’zekere fundament’ van de rechtvaardige nieuwe wereld te zijn. In Hebreeën 5:8, 9 wordt dan ook gezegd: „Hoewel Hij de Zoon was, [heeft hij] de gehoorzaamheid geleerd uit hetgeen Hij heeft geleden, en toen Hij het einde had bereikt, is Hij voor allen, die Hem gehoorzamen, een oorzaak van eeuwig heil geworden.”
Die verklaring door de geïnspireerde schrijver van het boek Hebreeën openbaart tevens voor welke andere reden Jezus naar de aarde is gekomen, en waarom de bovengenoemde gebeurtenis in 33 n. Chr. zo belangrijk was. Doordat Jezus tot de dood toe als mens getrouw was, rechtvaardigde hij zijn Vader, terwijl hij terzelfder tijd een basis verschafte voor „eeuwig heil” of eeuwige redding. Hoe dat zo? Omdat hij „ééns en voor al, één enkel Offer [heeft] gebracht voor de zonden”. Aldus heeft hij alles wat de ontrouwe Adam voor zijn nakomelingen verloren had doen gaan door te zondigen en het recht op volmaakt menselijk leven in een rechtvaardige wereld te verliezen, teruggekocht. Om de volmaakte menselijke voorrechten op een paradijsachtige aarde voor hen terug te kopen, is de Zoon van God een volmaakt mens geworden. Indien Jezus niet in een losprijs had voorzien voor „allen, die Hem gehoorzamen”, had hij op dit ’zekere fundament’ nimmer een bovenbouw bestaande uit nakomelingen van Adam, kunnen bouwen en zou niemand van ons op een rechtvaardige nieuwe wereld kunnen hopen.
In onze tijd is de nieuwe wereld zelfs nog zekerder! Waarom? Omdat zich in onze tijd kolossale ontwikkelingen betreffende de „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde” voordoen! In dit tijdschrift is aan de hand van vele schriftuurlijke bewijzen vaak uitgelegd dat het jaar 1914 n. Chr. de tijd kenmerkte dat God zijn Koning Jezus Christus op de troon plaatste, hetgeen als een vervulling geschiedde van Psalm 2:6: „Ik heb immers mijn koning gesteld over Sion, mijn heiligen berg.” Vormde dit nog een belangrijke voorbereidende stap in de richting van het volledige leggen van het fundament der nieuwe wereld, zelfs terwijl Christus’ vijanden nog actief waren? Ja, inderdaad, want Gods bevel aan zijn Koning luidde: „Heers temidden van uw vijanden.” — Ps. 110:2.
Wist u dat Abraham verlangend naar de tijd uitkeek dat Gods door Christus geregeerde koninkrijk alle vijanden van rechtvaardigheid zou onderwerpen? De bijbel verklaart: „Hij verwachtte de stad met fundamenten, waarvan God de ontwerper en bouwmeester is” (Hebr. 11:10). Ziet u, evenals Abraham, naar God en zijn Koning op voor een hemelse regering die de wereld in rechtvaardigheid zal besturen? De Bouwer en Schepper van de nieuwe wereld heeft zijn beproefde Steen van een „zeker fundament”, Jezus Christus de regerende Koning, als de basis van een stabiele en duurzame regering gelegd. Thans is het voor alle mensen ter wereld de tijd om te beseffen dat Gods Fundamentsteen de enige hoop vormt voor eeuwig leven in een blijvende nieuwe wereld van waarheid en rechtvaardigheid.