’Geen galeivloot zal succesvol zijn’
● Met betrekking tot de zekerheid die de inwoners van Jeruzalem onder Jehovah’s bescherming zouden genieten, schreef de profeet Jesaja: „De Majestueuze, Jehovah, [zal] voor ons een plaats van rivieren, van brede kanalen zijn. Daarop zal geen galeivloot varen, en geen majestueus schip zal er oversteken. Want Jehovah is onze Rechter, Jehovah is onze Wetgever, Jehovah is onze Koning; hijzelf zal ons redden.” — Jes. 33:21, 22.
De stad Jeruzalem had geen grote rivieren of geen stelsel van kanalen als onderdeel van haar verdediging tegen aanvallen. Maar de verdediging die Jehovah de stad kon geven, was als de beschermende uitwerking van „rivieren” en „brede kanalen”. Sterke vijandelijke strijdkrachten, voorgesteld als een vijandelijke galeivloot, zouden in de figuurlijke wateren van Jehovah’s bescherming vergaan. Een treffend voorbeeld van deze bescherming ten tijde van Jesaja was het feit dat de Assyrische koning Sanherib er niet in slaagde Jeruzalem te veroveren. In één nacht vernietigde Jehovah’s engel 185.000 man van het Assyrische leger. Daar Sanherib het voornaamste deel van zijn leger had verloren, was hij genoodzaakt van zijn plannen om Jeruzalem te veroveren, af te zien. — 2 Kon. 19:35, 36.