Vrede — is ze een ijdele hoop?
VREDE — dit woord hebben mensen sedert de vroegste tijden als een „magisch” woord beschouwd. Wat zijn er echter maar weinig jaren waarin er over de gehele aarde vrede heeft geheerst!
Tot op heden is geen enkele natie ter wereld erin geslaagd ’haar zwaarden tot ploegscharen te slaan en haar speren tot snoeimessen’ (Jes. 2:4). De bewapeningswedloop heeft enorme sommen geld opgeslokt, die gebruikt hadden kunnen worden om de morele en economische situatie van de natiën te verbeteren. Na het vredesverdrag tussen Israël en Egypte, dat door toedoen van president Carter van de Verenigde Staten tot stand is gekomen, werd in nieuwscommentaren en spotprenten de nadruk gelegd op de reusachtige hoeveelheden wapens die zouden worden geleverd aan de beide partijen die elkaar plechtig „vrede” hadden beloofd.
De reden waarom vrede iets ongrijpbaars blijkt te zijn, zo zeggen sommige onderzoekers op dit gebied, is dat men over het algemeen aan vrede denkt als louter de afwezigheid van letterlijke strijd. In een artikel in de Sunday Magazine van 15 oktober 1978, getiteld „Wie zijn deze vredesmensen?”, werd het volgende commentaar gegeven:
Er zijn mensen die zich afvragen waar in deze tijd de vredesbeweging is. Beschouw bijvoorbeeld eens de opvatting van Eerw. Dr. Homer A. Jack, voorzitter van een ontwapeningscommissie van de VN. . . .
„’In werkelijkheid hebben wij al sinds 1964 of 1965 geen ontwapeningsbeweging en een zeer geringe activiteit op het gebied van de ontwapening gehad’, zo zei hij. . . . ’Alles is uiteengevallen vanwege de oorlog in Vietnam. De ontwapeningsbeweging is versplinterd, een beetje op een dood spoor geraakt.’”
„Anderen”, aldus het artikel, „houden vol dat er in deze tijd geen werkelijke vredesbeweging bestaat.”
Een andere autoriteit op dit gebied, de heer James H. Laue, directeur van het Centrum voor Stedelijk Onderzoek aan de Universiteit van Missouri-St. Louis, en medevoorzitter van de National Peace Academy Campaign, zei het volgende over de behoefte aan een gezamenlijke, georganiseerde benadering van wereldvrede: „Men heeft prettige, maar vage ideeën over vrede . . . Vrede heeft zoveel jaren een negatieve betekenis gehad — de afwezigheid van spanning en strijd.”
Laue verklaarde dat er sinds 1935 in het Congres van de Verenigde Staten 140 wetsontwerpen zijn ingediend over het in het leven roepen van een instituut of academie voor vredeswetenschappen, maar dat het begrip vrede altijd te vaag is gebleken om in een op de praktijk gericht instituut te passen.
Als gevolg daarvan is vrede tot op de huidige tijd een onbereikbaar doel geweest. Komt dit doordat vrede een betekenis heeft die verder gaat dan de algemeen aanvaarde definitie? Laten wij dit eens nader onderzoeken.