De geestelijke gezindheid in de gemeente doen toenemen
1 Hoe is de geest van jouw gemeente? Als alle afzonderlijke leden een warme en liefdevolle geest hebben, die bereid is tot samenwerken, dan zal de totale geest of overheersende stemming of houding van de gemeente zeer aangenaam zijn. Het zal een ware vreugde betekenen met de gemeente verbonden te zijn en er zal ijver en waardering voor de bediening bestaan.
2 Op onze afgelopen districtsvergadering werd ons allen de noodzaak ingeprent geestelijk te groeien, maar in het bijzonder werden de opzieners of „oudere mannen” vermaand ’aandacht aan zichzelf en aan de gehele kudde te schenken, . . . om de gemeente te weiden’ (Hand. 20:28). Dit is op alle „oudere mannen” van toepassing en deze aanmaning dient nu reeds opgevolgd te worden aangezien iedere „oudere man” zich scherp bewust is van de noodzaak zijn schema aan te passen ten einde zijn aandeel aan het weiden van de kudde te verrichten. De gemeentedienaar kan dit hulpbetoon coördineren opdat allen de noodzakelijke hulp en aanmoediging zullen ontvangen maar iedere „oudere man” moet inzien hoe belangrijk het is wakker te blijven ten aanzien van de noden van de verschillende leden en liefdevolle bezorgdheid ten aanzien hiervan te tonen.
3 Als de opzieners bij leden van de gemeente op bezoek komen zijn zij niet alleen geïnteresseerd naar wat er in de velddienst is gedaan, maar in de eerste plaats hoe de broeders en zusters hun waardering voor Jehovah levend houden, hoe zij de onderlinge liefdeband versterken, dat zij vreugde in de velddienst hebben en de vergaderingen bezoeken. Niemand dient het gevoel te hebben dat er iets mis moet zijn, alleen omdat één van de opzieners hem thuis bezoekt.
4 Hoe zullen de opzieners deze herderlijke bezoeken brengen? Waarom zou je niet gaan alsof je een geliefde vriend of een vleselijke broer bezocht. Ga omdat je hen graag ziet en met hen praat over de dingen waar je het liefst over praat — de goede dingen uit Jehovah’s woord en zijn liefde voor ons. Het is niet noodzakelijk om het een of andere probleem waar je bekend mee bent, op tafel te brengen, behalve als het een ernstig probleem is wat directe aandacht vraagt. Als er een probleem bestaat, zal dit gewoonlijk pas door de bezochte broeder of zuster naar voren worden gebracht als er een vertrouwelijke band is gesmeed. Als de dienaar regelmatig de bijbel en de publikaties van het genootschap leest, zal hij zijn geest gevuld hebben met geestelijke dingen om over te spreken. Wanneer er alleen al wat tijd zou worden afgenomen om een gedeelte van de bijbel gezamenlijk te lezen (misschien het gedeelte dat die week voor de theocratische school is toegewezen) of een artikel uit de tijdschriften, zal dit zeer aanmoedigend en opbouwend blijken te zijn.
5 Soms komen wij personen tegen die een klagende geest bezitten of een neiging tot kletsen hebben. Bekwame en positieve raad uit de Schrift zal helpen de zaken recht te zetten, maar toch willen wij bereiken dat de bezochte personen zich verkwikt zullen voelen en niet het idee hebben dat zij een uitbrander hebben gekregen. Eén bezoek zal misschien nog niet tot resultaat hebben dat men de gewenste geestelijke gezindheid toont maar als verschillende opzieners bezoeken blijven brengen, zal er veel goeds tot stand worden gebracht; en als de geestelijke gezondheid van ieder lid blijft toenemen, zal ook de geest van de gemeente op een goed gezond peil blijven.
6 Wanneer kan men dit herderlijke werk doen? Iedere „oudere man” moet de tijd uitkiezen die het meest geschikt is hiervoor. Hij zal misschien verkiezen één zondag per maand minder velddienst te verrichten om verschillende bezoeken af te kunnen leggen. De avonden zijn waarschijnlijk de beste tijd. De zaterdagmorgen of -middag kan geschikt zijn, of men kan na iedere velddienstperiode een bezoek brengen. Ieders omstandigheden zijn verschillend, maar de „oudere mannen” zullen met oprechte bezorgdheid en liefde voor hun broeders de tijd in hun drukke schema zo regelen dat zij allen in de kudde kunnen bezoeken en dit doen zij vanwege de liefde die zij voor hun broeders koesteren. Soms zal dit tot gevolg hebben dat zij minder tijd aan de velddienst kunnen besteden maar dat zal hen er niet van weerhouden dit werk te blijven doen. Waarderen wij niet wat zij als herders van de kudde voor ons doen? Beslist!