Vragenbus

● Dient het tabaksgebruikers en zij die aan drugs verslaafd zijn, of personen die „vervangende” drugs gebruiken (zoals zij die met het „methadonprogramma” bezig zijn), te worden toegestaan met ons een aandeel aan de velddienst te hebben?

In deze tijd komen, net als in de eerste eeuw, alle soorten van mensen tot een kennis van de waarheid en brengen nu drastische veranderingen in hun leven aan. Dit doen zij uit liefde voor Jehovah en om gedoopte leden van de christelijke gemeente te worden (1 Kor. 6:9-11; Kol. 3:9). Om deze mensen te helpen de noodzakelijke veranderingen aan te brengen, moedigen wij hen aan de vergaderingen in de Koninkrijkszaal evenals de gemeenteboekstudie bij te wonen. Ook dringen wij er bij hen op aan met hun vrienden en familieleden te spreken over de goede dingen die zij leren. Maar dienen wij toe te staan dat deze personen die nog niet met hun verslaving gebroken hebben, ons in het openbare predikingswerk en het maken van discipelen vergezellen?

Wat in De Wachttoren van 1 september, blz. 529-537, gepubliceerd staat, kan beschouwd worden als een aanvulling op de stof die in het Organisatie-boek, blz. 125-127, onder het kopje „Wie mag met ons een aandeel hebben aan onze Koninkrijksprediking en onderwijzing?” uiteengezet staat. Omstandigheden zullen van persoon tot persoon verschillen, maar in elk geval waarbij het om personen gaat die niet volledig vrij zijn van hun verslaving, is de beslissende factor of het feit dat zij ons in onze velddienst vergezellen een reden tot struikelen zal zijn of niet. In sommige gevallen brengt het mogelijk geen problemen met zich ben naar een huisbijbelstudie of een nabezoek mee te nemen, maar met hen van deur tot deur gaan, kan grotere voorzichtigheid vereisen om het geven van een verkeerde indruk te vermijden.

Zo iemand dient er echter beslist niet toe aangemoedigd te worden op eigen gelegenheid van huis tot huis te gaan of zichzelf bij de huizen als een van Jehovah’s getuigen voor te stellen. Evenmin zou er van zo iemand een velddienstbericht aanvaard worden.