Sahidisch-Koptische vertaling van Johannes 1:1
Het manuscript op de afbeelding dateert van rond 600 en bevat een vertaling van het evangelie van Johannes in het Sahidisch, een dialect van het Koptisch. Het Koptisch werd in Egypte gesproken in de eeuwen direct na Jezus’ bediening op aarde. Met het Syrisch en het Latijn was het Koptisch een van de eerste talen waarin de Griekse Geschriften werden vertaald. Vanaf de derde eeuw waren vertalingen in het Koptisch beschikbaar, dus die bieden inzicht in hoe de Griekse tekst in die tijd werd begrepen. Dat kan vooral interessant zijn in verband met het veelbesproken tweede gedeelte van Jo 1:1, dat in veel vertalingen luidt: ‘En het Woord was bij God, en het Woord was God.’ In tegenstelling tot het Grieks, het Syrisch en het Latijn heeft het Sahidisch-Koptische dialect een onbepaald lidwoord (dat in sommige opzichten overeenkomt met het Nederlandse ‘een’). Op de afbeelding is een verschil te zien tussen de twee keer dat het Koptische woord voor God in het uitgelichte deel voorkomt — de eerste (1) heeft het bepaald lidwoord (rood omcirkeld) en de tweede (2) het onbepaald lidwoord (rood omcirkeld). Letterlijk vertaald luidt de tekst: ‘En het Woord was bij de God, en het Woord was een god.’ (Zie aantekening bij Jo 1:1 voor meer informatie over de weergave ‘en het Woord was een god’.)
1. de (rood omcirkeld) God
2. een (rood omcirkeld) god
Credit Line:
© The Trustees of the Chester Beatty Library, Dublin/CBL Cpt 813, ff. 147v-148r/www.cbl.ie
Verwante Bijbeltekst(en):