Pinksteren 33 en de verspreiding van het goede nieuws
Met Pinksteren 33 ‘waren er in Jeruzalem diepgelovige Joden uit alle volken onder de hemel’ (Han 2:5). Na de uitstorting van de heilige geest konden de christelijke discipelen door een wonder de talen spreken van de Joden die in Jeruzalem op bezoek waren (Han 2:4, 8). De mensen waren verbaasd het goede nieuws in hun moedertaal te horen. Uit Handelingen 2:9-11 blijkt dat er bezoekers uit 15 verschillende regio’s waren. Velen van hen die gelovigen werden namen het goede nieuws ongetwijfeld mee terug naar huis. Die regio’s zijn op de kaart genummerd in de volgorde waarin ze in Handelingen 2:9-11 worden genoemd (Han 2:41, 44, 47).
Verwante Bijbeltekst(en):