Het probleem van de pornografie
PORNOGRAFIE is het uitbeelden van gedrag met het doel seksuele opwinding te veroorzaken. Het woord is afkomstig van het Griekse pornographos, hetgeen letterlijk ’hoerengeschrijf’ of ’het geschrijf van prostituées’ betekent. Boeken, tijdschriften, foto’s of films die lage seksuele begeerten in de hand werken, worden dus als pornografisch beschouwd.
Sommigen betogen dat pornografie bij de wet verboden dient te worden, aangezien er immoraliteit mee gepaard gaat. Anderen beweren dat pornografie volgens hen niet onzedelijk of immoreel is en beschouwen elke beperking daarom als een inbreuk op de persoonlijke vrijheid.
Er is in de Verenigde Staten, evenals elders, veel verwarring over de kwestie geweest. Earl Warren, voormalig opperrechter van het Hooggerechtshof, heeft eens gezegd: „In al mijn dienstjaren bij het Hooggerechtshof is voor mij het onderwerp onzedelijkheid en de aanpak ervan de grootste moeilijkheid geweest.”
Tendens van de laatste tijd
Hoe wijdverbreid is de stroom van pornografie thans? Een Amerikaanse rechtskundige uit Cincinnati, Ch. Keating jr., verklaarde: „De verbreiding van pornografie heeft in ons land epidemische afmetingen aangenomen.”
Myra Mannes, die voor het tijdschrift McCall’s schrijft, verklaarde: „Om kort te gaan, wij hebben thans een stadium in onze samenleving bereikt waarin alles gangbaar is, waarin alles geoorloofd is en waarin de neigingen van het individu en de bevrediging van zijn verlangens en fantasieën niet aan banden worden gelegd.”
Er is niet alleen een grote toename geweest in het aantal pornografische publikaties dat in boekwinkels en elders verkrijgbaar is, doch er is ook een stroom van dergelijk materiaal over de post verzonden. Een elfjarig kind kreeg bijvoorbeeld een ongevraagde reclame over de post die zesentwintig pornografische standen tot in details te zien gaf.
Er is ook een enorme toename in pornografische films, toneelstukken en ’kijkkasten’. De hoofdschotel hiervan is veel ’naakt’ en het bedrijven of suggereren van hoererij, lesbische liefde, homoseksualiteit en masochisme.
Zelfs films en toneelstukken voor het grote publiek worden openlijker in het vertonen van ’naakt’ en in het suggereren van seksuele handelingen. De volgende opmerkingen zijn bijvoorbeeld afkomstig van filmadvertenties die op slechts één willekeurige dag, namelijk op 16 oktober 1970, in de betrekkelijk conservatieve New York Times stonden:
„U wordt geboeid door de wijze waarop naakte lichamen en seksuele handelingen er van opzij, in langdurige, op u afkomende beelden en in van alle kanten genomen close-ups uitzien.”
„Lichaam tegen lichaam heet het spel.”
„Erotisch — exotisch — psychotisch.”
„Meisjesstudenten houden orgieën in bad! . . . De ’erbij behorende’ seksuele hoogtepunten.”
„Pure sex, onstuimige zinnelijkheid.”
„IJskoude seksualiteit, perversiteit in volle bloei.”
In de krant van dezelfde dag stonden advertenties voor toneelstukken met suggestieve commentaren, waarvan vier met foto’s van gedeeltelijk en, voor de lezer, volkomen naakte mannen en vrouwen.
Rechterlijke uitspraken
In 1957 besliste het Amerikaanse Hooggerechtshof tegen onzedelijke lectuur en definieerde deze als volgt: „Materiaal van een onzedelijk karakter houdt zich met sex bezig op een wijze die een beroep doet op wellustige belangstelling.” Het woord „wellustig” betekent „naar seksueel genot hakende of daarvan vervuld”.
In de daaropvolgende paar jaar waren er verscheidene veroordelingen in verband met enkele opvallende rechtszaken. Toen werden er echter in 1967 in dertien Amerikaanse staten door het Hooggerechtshof veroordelingen wegens onzedelijkheid in tweeëntwintig processen vernietigd. De vernietiging was gebaseerd op de gedachte dat het eerste en veertiende amendement op de grondwet dergelijk materiaal beschermde.
In 1968 beschouwde het Hooggerechtshof een wet van de staat New York van kracht waarin de verkoop van onzedelijke lectuur aan personen beneden de zeventien jaar werd verboden. Dit werd door uitgevers van pornografisch materiaal echter als een openlijke uitnodiging beschouwd om zich op de markt van de volwassenen te concentreren. Vandaar de vele leuzen: „ALLEEN VOOR VOLWASSENEN.”
Een mijlpaal was een proces waarin tegen het einde van 1968 uitspraak werd gedaan. Het betrof een Zweedse film die wemelde van naaktscènes en scènes waarin de geslachtsdaad werd verricht. Een jury van het federale gerechtshof van New York verklaarde de film voor onzedelijk en verbood de invoer ervan. Een Amerikaans hof van appel vernietigde de uitspraak van de jury echter en de film werd overal daar te lande wijd en zijd vertoond.
Deze uitspraak was gebaseerd op de uit 1957 daterende definitie van wat als „wellustig” werd beschouwd. Een gedeelte van die in 1957 gedane uitspraak hield de gedachte in dat pornografie in de grondwet niet werd beschermd omdat ze niet „ter bevordering van het sociaal belang” was. Het hof van appel was echter van mening dat de Zweedse film wel iets „ter bevordering van het sociaal belang” te bieden had. Uitgevers van pornografisch materiaal vinden het nu dus vaak nodig te beweren dat hun lectuur iets „ter bevordering van het sociaal belang” te bieden heeft.
In Denemarken werden alle verbodsbepalingen in verband met geschreven pornografie in juni 1967 bij de wet ingetrokken. Het verbod op pornografische foto’s verdween in juli 1969. Ongeveer de enige nog overgebleven beperkingen betreffen het verbod dergelijk materiaal aan kinderen beneden de zestien jaar te verkopen en het verbieden van aanstootgevende etalages.
In de Verenigde Staten heeft een door het congres in het leven geroepen en door de vorige president benoemde commissie een soortgelijke wettiging voorgesteld. In het rapport dat eind september 1970 werd uitgegeven, adviseerde een meerderheid van de commissie, alle wettelijke beperkingen op pornografie voor volwassenen op te heffen.
Velen veroordeelden het rapport. Het demonstreerde echter een bepaalde tendens. Senator R. C. Byrd verklaarde: „Deze schandelijk toegeeflijke commissie toont aan hoe ver dit land zich op de weg van moreel verval bevindt.”
Wat is de uitwerking?
Sommigen die voorstanders zijn van de verspreiding van pornografie, beweren dat de openbare zeden hierdoor niet aangetast zullen worden. De presidentiële commissie voor pornografie beweerde tevens dat er geen bewijs bestond dat pornografie schadelijk is. Het rapport van de commissie gaf echter het volgende toe:
„Dit wil niet zeggen dat het blootstaan aan duidelijk seksueel materiaal geen uitwerking op het menselijk gedrag heeft. Een belangrijke uitwerking van het blootstaan aan seksueel materiaal is dat de mensen door dergelijk materiaal te zien geneigd zijn meer over sex te spreken. Daarbij komt dat veel mensen door het zien van duidelijk seksueel materiaal tijdelijk seksueel worden geprikkeld en het kan zijn dat hun seksuele activiteit als gevolg daarvan gedurende korte periodes toeneemt.”
Maar als men nu eens een tijdlang onafgebroken door alle mogelijke vormen van pornografie wordt gebombardeerd? De gevolgen zijn veel schadelijker dan het bovengenoemde rapport doet voorkomen. Hierop commentaar leverend, zei Dr. Natalie Shainess, lid van een psychiatrische inrichting in New York:
„In advertenties, films en boeken spoelt pornografie als een grote golf rioolslijk over ons heen. Het lichaam ondergaat hiervan een verderfelijke invloed en de geest en het verstand worden afgestompt. Zo overweldigend is deze vloed dat niemand — ook ikzelf, een praktizerend psychoanalyste, niet — er onberoerd door kan blijven.
Uit mijn eigen praktijk weet ik dat hoe meer wij worden blootgesteld aan dingen die ons omlaaghalen, hoe meer wij degenereren. . . .
Door deze vermindering van de zelfbeheersing, zowel binnen als buiten het huwelijk, zal de zwakkere of anti-sociale die geen sex kan krijgen wanneer en waar hij er behoefte aan heeft, deze nemen wanneer en waar hij verkiest — met alle middelen. In dit opzicht zal pornografie waarschijnlijk tot een toename in zedenmisdrijven leiden.”
Politieautoriteiten zijn het volkomen met die analyse eens. J. Edgar Hoover van de Amerikaanse Federale Recherche achtte de verspreiding van pornografie in grote mate voor de alarmerende toename in het aantal zedenmisdrijven verantwoordelijk. Hij zei: „Dergelijke smeerlapperij in de handen van jonge mensen en nieuwsgierige pubers berokkent onnoemelijke schade en leidt tot rampzalige gevolgen.”
H. Case, inspecteur van politie te Detroit, verklaarde: „Er is in de geschiedenis van onze afdeling nog nooit een seksuele moord gepleegd waarin de moordenaar niet een hartstochtelijk lezer van ontuchtige tijdschriften was.” Hoofdinspecteur O. W. Wilson van Chicago zei: „Door onzedelijke lectuur opgewekte seksuele gevoelens zijn verantwoordelijk geweest voor misdaden van boosaardige aanrandingen af tot moord aan toe.” En W. M. Blount, directeur-generaal van de Amerikaanse Posterijen, noemde de verbreiding ervan de „commerciële ontaarding van ’s mensen geest”, en zei dat „pornografie een bedreiging vormt voor de hoogste belangen van onze kinderen”.
In Engelands befaamde ’Moors Trial’ werden een man en zijn vrouw veroordeeld wegens het martelen, seksueel misbruiken en vermoorden van drie jonge kinderen en het begraven van de lijken in de heide. Beiden waren gretige lezers van de verdorven lectuur van Marquis de Sade en bezaten veel pornografisch materiaal. Een verslaggever betwijfelde of deze moorden begaan zouden zijn als het echtpaar niet de vrije toegang tot dergelijke lectuur had gehad.
Pornografie zet ook aan tot het zich overgeven aan seksuele gedragingen die tot geslachtsziekten leiden. Dr. M. Elkins van de Queens County Medical Society van New York verklaarde: „Ik geloof dat het tijd wordt dat de artsen het gezondheidsaspect van pornografie en vuiligheid onder de ogen zien en er iets aan gaan doen. Pornografie spoort aan tot vrij geslachtelijk verkeer, hetgeen op zijn beurt een belangrijke factor is bij de toename van het venerische-ziektencijfer.” En venerische ziekten verspreiden zich vrijwel overal ter wereld, met inbegrip van landen als Nederland en Denemarken.
Verderfelijke opvattingen
Het lezen van pornografie leidt tot ongezonde, verderfelijke opvattingen over sex en het huwelijk, aangezien pornografie niets te maken heeft met onderricht op het gebied van de moraal. In de Engelse Guardian Weekly van 19 september 1970 verklaarde de kinderpsychiater Louise W. Eickhoff:
„Sex-indoctrinatie heeft niet tot grotere stabiliteit in het huwelijk, doch daarentegen tot grotere seksuele onbevredigdheid, het uitwisselen van huwelijkspartners en seksuele excessen geleid.
Seksueel onderricht op school is, buiten de ouders om, gevaarlijk, want het vernielt het aangeboren natuurlijke veiligheidsapparaat waardoor de persoonlijke, intieme liefdesverhouding tegen de maatschappij en tegen kwaad en letsel wordt beschermd.”
Hoewel deze opmerkingen speciaal tegen seksueel onderricht op school waren gericht, gelden ze nog meer voor hetgeen er over sex uit pornografisch materiaal wordt geleerd.
D. L. Farnsworth, directeur van de gezondheidsdienst aan de Harvard-universiteit, merkte eveneens op:
„De meeste aan universiteiten verbonden psychiaters zijn tot de slotsom gekomen dat de studenten die seksuele maatstaven negeren niet gelukkiger zijn of betere resultaten behalen dan studenten die zich wel aan deze maatstaven houden; zij zijn het in feite die het meest gekweld worden door neerslachtigheid, angst, de neiging voortdurend te acteren, en het verlies van een zeker gevoel van eigenwaarde. Hoewel seksuele beperkingen emotionele storingen kunnen veroorzaken en dit ook inderdaad doen, veroorzaakt volledige seksuele vrijheid conflicten die iemand nog meer ontredderen.”
Als aan sex dus niet de juiste plaats wordt toegekend, is geestelijke, morele en zelfs fysieke degeneratie het gevolg. Dit komt doordat uit het gebruik van de geslachtsorganen alleen werkelijk geluk kan voortvloeien binnen de begrenzingen die hun Schepper, Jehovah God, er oorspronkelijk voor heeft vastgesteld. Dit zijn de begrenzingen van het huwelijk. Alleen daarbinnen, alleen tussen man en vrouw, dienen seksuele betrekkingen te bestaan, en ’s mensen Schepper beschouwt deze verbintenis als heilig. — Hebr. 13:4.
Pornografie behandelt iets heiligs op een liefdeloze en vernederende wijze. Ze legt de nadruk op persoonlijke bevrediging, niet op de onzelfzuchtige liefde die voor een gelukkig huwelijk noodzakelijk is. De officier van justitie van Californië, C. Hicks, zei in dit verband: „Ik ben bang dat door deze toneelstukken, boeken en films, zelfs als wij ze niet aan kinderen laten zien, jonge mensen de gedachte krijgen dat elke vorm van sex overal, te allen tijde en met iedereen mogelijk is. Daardoor zouden wij ten slotte de gezinseenheid zoals wij die kennen vernietigen — en de gezinseenheid is de fundamentele eenheid van onze beschaving.”
Historici zijn het met de analyse van A. Toynbee eens dat het verspreiden van onzedelijkheid een feilloos symptoom is van de ineenstorting van een beschaving. Die ineenstorting is over de hele wereld gaande. Ze wordt elk jaar duidelijker naarmate het toneel, het filmdoek en de literatuur door een steeds groter wordende golf van geestelijk vuil worden overstroomd.
Bescherm uw gezin
Eén manier waarop u uw kinderen tegen deze verontreinigende golf kunt beschermen is, u de moeite te geven erop toe te zien dat zij zo min mogelijk aan dergelijke lectuur, films of toneelstukken worden blootgesteld. Leg uw kinderen de schadelijke gevolgen ervan uit en leer hun tegelijkertijd een gezonde eerbied voor het huwelijk en de voorrechten ervan te hebben.
Nog belangrijker is het, regelmatig datgene wat werkelijk opbouwend is in de geest op te nemen. Alleen door de geest te versterken met wat gezond en juist is, kan men de aanvallen van het vuil van deze wereld weerstaan. Daarom besteden Jehovah’s getuigen er zoveel tijd aan om met hun gezin de hoogste maatstaven van moraal, de maatstaven van ’s mensen Schepper, die in zijn Woord de bijbel worden aangetroffen, te bestuderen. „De gehele Schrift is door God geïnspireerd en nuttig om te onderwijzen, terecht te wijzen, dingen recht te zetten, streng te onderrichten in rechtvaardigheid” (2 Tim. 3:16). Nimmer heeft er méér behoefte aan dit strenge onderricht bestaan.
Zonder zulk een leidraad op gezinsniveau zullen vooral jonge kinderen worden blootgesteld aan de storm van ontaarding die thans met de kracht van een orkaan over de aarde woedt. Bescherm uzelf en uw gezin dus tegen het opkomend tij van pornografie, want ze is vernederend en godonterend en maakt verdorven wat Hij als heilig heeft geschapen.