Gods waarheid herkende zij snel
EEN van Jehovah’s getuigen in Tucson, in de Amerikaanse staat Arizona, vermeldt een ervaring die illustreert hoe vele rechtvaardig gezinde personen Gods waarheid herkennen wanneer zij ermee in contact komen. Een man in een schaapherderswoonwagen belde de Getuigen op en vroeg hun ’om de bijbelstudie van zijn vrouw te laten hernieuwen’, zoals hij het noemde. De Getuigen bezochten de vrouw, en het volgende gebeurde:
„Bij onze aankomst op het kampterrein kwam een jonge vrouw de wagen uit om ons te begroeten. Nadat wij ons als Jehovah’s getuigen hadden voorgesteld, riep zij uit: ’Waar bent u toch gebleven? Ik heb al maar gewacht en op elke auto gelet die voorbijkwam, in de hoop dat hij het terrein op zou komen!’ Wij zeiden haar dat wij met de studie konden beginnen als zij tijd had. Zij ging naar de wagen en kwam terug met De waarheid die tot eeuwig leven leidt en de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift. Wij bemerkten dat ze gebruikt waren en goed waren aangestreept. Ik vroeg haar hoever zij met haar studie was gevorderd. ’O,’ zei ze, ’ik heb nog niet eerder een bijbelstudie gehad, maar ik weet dat dit Gods waarheid is. Ik wil een van Jehovah’s getuigen worden. Wanneer kan ik gedoopt worden?’ Wij waren verbaasd. Wij vroegen haar hoe zij tot die conclusie gekomen was.
Daarop vertelde zij ons dat zij eens twee jaar lang ’zwarte kunst’ had bestudeerd. Hierdoor hadden de demonen zo’n invloed op haar geest kunnen uitoefenen dat zij van plan was geweest zelfmoord te plegen. Ten slotte had zij, terwijl zij in een zware geestelijke depressie verkeerde, in wanhoop uitgeroepen of God haar wilde helpen en haar zijn waarheid wilde laten zien. Enkele ogenblikken later kwam er een Getuigen-echtpaar bij haar aan de deur. Zij nam alle bijbelse lectuur die deze mensen hadden en verborg ze voordat haar man ze kon wegnemen.
Haar man en zij hadden huwelijksproblemen gehad. Nadat zij het Waarheid-boek had gelezen, probeerde zij een betere echtgenote te zijn door de bijbelse raad over het huwelijk toe te passen. Haar man merkte de verandering op en vroeg haar wat hier de oorzaak van was. Zij antwoordde: ’De boeken die ik van Jehovah’s getuigen heb gekregen, van de mensen die jij weggejaagd hebt!’
’Dan kunnen ze niet verkeerd zijn’, redeneerde haar man. Daarom werkte hij met haar samen door te trachten de Getuigen weer op te sporen. Nu wij de achtergrond kenden, begonnen wij met deze oprechte vrouw te studeren. En het was opmerkelijk te zien hoe goed zij geestelijke dingen begreep. Nadat zij bijvoorbeeld Daniël 2:44 in het eerste hoofdstuk van het Waarheid-boek had beschouwd, merkte zij op: ’Uit wat ik heb gelezen, heb ik de conclusie getrokken dat Daniël en Openbaring veel overeenkomst vertonen. Men kan het ene boek werkelijk niet zonder het andere begrijpen.’ Vervolgens wilde zij weten of haar gedachte juist was dat de ’koning van het noorden’ die Daniël hoofdstuk 11 wordt genoemd de communistische machten voorstelde en de ’koning van het zuiden’ de democratische machten voorstelde. Wij stonden gewoon paf van de nauwkeurigheid van haar conclusies.
Nadat zij verder had gelezen in het Waarheid-boek, besloten zij en haar kinderen niet langer Kerstmis te vieren. Ook besefte zij het gevaar van het in-bezit-hebben van voorwerpen die met demonisme te maken hebben. Dit stelde haar echter voor een probleem, want zij bezat veel dingen die op de een of andere manier met demonisme te maken hadden. Toch begon zij zich systematisch geheel van deze dingen te ontdoen. Sinds zij geregeld de bijbel bestudeert, is zij betrekkelijk vrij geweest van kwellingen van de demonen.
Zij begon onze vergaderingen in de Koninkrijkszaal te bezoeken en vergezelde ons in de van-huis-tot-huisbediening. De eerste maal dat zij bij een deur de tijdschriften De Wachttoren en Ontwaakt! aanbood, werden ze geweigerd. Zij was teleurgesteld. De volgende ochtend onderweg naar de vergadering zei ze: ’Ik er de hele nacht over liggen denken. De reden waarom ik bij dat eerste huis de tijdschriften niet verspreidde, was dat ik geen onderscheidingsvermogen gebruikte. De vrouw droeg een kruisje om de hals en ik had haar een ander artikel moeten laten zien.’ Bovendien heeft deze vrouw bijna iedereen die zij kent ijverig brieven geschreven over de bijbelse waarheden die zij leert kennen. Iedereen die haar bezoekt, krijgt meer over Gods beloften te horen. Dit heeft ertoe geleid dat een jong meisje naar het kamp komt om bijbelstudie te ontvangen.
Later maakte zij opnieuw haar verlangen kenbaar om gedoopt te worden. Ze zei dat zij wist dat zij enkele vragen zou moeten beantwoorden om te laten zien dat zij de fundamentele leerstellingen van de bijbel begreep. Toen ik opmerkte dat er bij deze zo uiterst belangrijke kwestie nog meer betrokken was, antwoordde zij: ’O Nellie, een hele tijd geleden heb ik mij al aan Jehovah God opgedragen. Ik weet wat mij te doen staat!’ En zij voegde de daad bij het woord, want op onze kringvergadering hier in Tucson werd zij gedoopt. Wat een verkwikkende ervaring is dit voor mij geweest! Ik heb het voorrecht gehad een oprecht en rechtvaardig gezind persoon die snel Gods waarheid herkende, te helpen.”