Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g71 22/8 blz. 27-29
  • „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • „Slechte omgang bederft nuttige gewoonten”
  • Ontwaakt! 1971
  • Vergelijkbare artikelen
  • Let op je omgang in deze laatste dagen!
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2015
  • Let op uw omgang in de tijd van het einde
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1961
  • Laat niemand uw nuttige gewoonten bederven
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1993
  • Trek profijt van de macht der gewoonte
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2001
Meer weergeven
Ontwaakt! 1971
g71 22/8 blz. 27-29

„Uw woord is waarheid”

„Slechte omgang bederft nuttige gewoonten”

„NIEMAND heeft ooit bewezen dat God een leugenaar is en niemand zal dit ooit bewijzen.” Zijn die woorden, welke door een vooraanstaande presiderende bedienaar van het evangelie tot een groep reizende, toezichthoudende bedienaren werden gericht, een bevestiging van een onomstotelijk feit of zijn ze alleen maar uitingen van welsprekendheid?

Gods Woord, de bijbel, zegt bijvoorbeeld: „Wordt niet misleid. Slechte omgang bederft nuttige gewoonten” (1 Kor. 15:33). Tegenwoordig zijn er echter heel veel mensen die voortdurend trachten te bewijzen dat zij slechte omgang kunnen hebben zonder hun goede gewoonten te bederven. Slagen zij daarin? Of is de bijbel waar?

Wanneer een christelijke jongeman uit vrije wil met een groep jongemannen omgaat die er een gewoonte van maken te stelen, wat zullen zij hem dan waarschijnlijk vertellen? ’O, het is maar voor de grap, alleen maar voor de sensatie. We proberen de mensen een poets te bakken, weet je.’ Of zij zeggen: ’Heus, wat we met die winkeldiefstalletjes op de kop tikken, zijn geen waardevolle dingen en ’t is dus niet zo erg; per slot van rekening pakken we die dingen bij een grote zaak weg die ze nooit zal missen.’ Of misschien proberen zij de christelijke jongeman wel te beïnvloeden door te zeggen: ’We zijn arm, dus ’t is niet verkeerd dingen weg te nemen van deze mensen die rijk zijn. Per slot van rekening zijn we achtergesteld, hebben we geen eerlijke kans gekregen en is het dus alleen maar juist dat we onszelf helpen aan alles wat we maar in handen kunnen krijgen.

Welnu, wat zal er waarschijnlijk gebeuren als hij met anderen omgaat die zo spreken en handelen? Zal hij maken dat zij met hun slechte gewoonten breken, of zullen zij maken dat hij met zijn goede gewoonten breekt? Ook al is hem geleerd dat het verkeerd is te stelen en dat hij jegens anderen net zo moet handelen als hij door hen behandeld wil worden, toch zal hij bemerken dat hij door zulke beginselloze metgezellen wordt beïnvloed. Hij zal hun geesteshouding en de standpunten die zij erop na houden overnemen en zal vervolgens met hen meedoen aan hun wetteloze praktijken. De gevolgen hiervan zijn somtijds rampzalig geweest, zoals toen een christelijke jongeman buiten de christelijke gemeente werd gesloten omdat hij met een groep jongens was omgegaan bij wie het stelen ertoe had geleid dat er een moord werd gepleegd en zij in de jeugdgevangenis terechtkwamen. — Ef. 4:28; Luk. 6:31.

Of neem nog een ander voorbeeld — omgang met personen die aan verdovende middelen verslaafd zijn. Het gebruik van drugs, zoals marihuana, was aanvankelijk beperkt tot hen die de universiteit bezochten. Vervolgens werd de gewoonte overgenomen door leerlingen van middelbare scholen, en nu blijkt in sommige landen, zoals de Verenigde Staten, de gewoonte al op lagere scholen wijdverbreid te zijn. Door hun hebzuchtig najagen van genoegens en sensaties keren de jongelui van tegenwoordig zich steeds meer tot het gebruik van verdovende middelen. Ook in dit geval trachten jongeren, bewust of onbewust, met schoonklinkende redenaties hun druggebruik goed te praten. Wellicht komt dit door hun gebrek aan ervaring of door hun teleurstellingen en desillusies. Hoewel zij in werkelijkheid de werktuigen zijn van meedogenloze en hebzuchtige drughandelaars, ’hebben zij het blijkbaar graag zo’. — Jer. 5:31

Dus als een christelijke jongeman uit vrije wil het gezelschap kiest van hen die niet buiten verdovende middelen kunnen, zal hij dan onbedorven blijven of zal hij worden beïnvloed om met drugs te gaan experimenteren? Zijn pogingen om op zijn eentje tegen hen stand te houden, zullen zeer zwak zijn vergeleken met hun gemeenschappelijke en uiterste inspanningen om hem verslaafd te maken aan drugs. Zij zullen proberen zijn nieuwsgierigheid te prikkelen of zullen een beroep doen op zijn ijdelheid (zijn verlangen om een „goeie vent” te worden gevonden), of zij trachten in hem wellicht het verlangen naar ongeoorloofde genoegens wakker te roepen, door te zeggen dat ’gestolen wateren zoet zijn’. — Spr. 9:17.

Er zouden nog vele andere soorten van slecht gezelschap genoemd kunnen worden, maar het meest voorkomende slechte gezelschap van tegenwoordig wordt misschien wel gevormd door degenen die beginselloos zijn op het gebied van sex. Kunnen christelijke mannen gezellige omgang hebben met homoseksuelen (of christelijke vrouwen met lesbiennes) zonder door hen beïnvloed te worden? Kunnen christenen zich aan zwaar lichamelijk gevrij overgeven (iets waarvan sommigen denken dat het een volkomen normale ontspanning is op zaterdagavond) zonder in moeilijkheden te raken? Gevrij leidt vaak tot het verliezen van respect voor elkaar, tot een schuldig geweten, geslachtsziekte en ongewenste zwangerschap.

De Schepper heeft de man en de vrouw met een zeer krachtige paringsdrift toegerust. Ongetwijfeld deed hij dit om er zeker van te zijn dat het mensenras niet zou uitsterven. Als gevolg van de menselijke onvolmaaktheid, de overgeërfde zonde, de invloed van Satan en zijn demonen en als gevolg van de wereldtoestanden — bijvoorbeeld de vloed van pornografische lectuur en films die de wereld overspoelt — is het thans moeilijker dan ooit tevoren om deze paringsdrift of voortplantingsdrang tot aan het huwelijk te beheersen en vervolgens tot de eigen huwelijkspartner te beperken. Daarom heeft men alle hulp nodig die men maar kan krijgen om een rein leven te leiden. Goede omgang, geen slechte omgang, zal ons die hulp geven.

Ja, slechte metgezellen kunnen zich als uw vrienden voordoen maar hebben geen belangstelling voor uw welzijn. Om hun eigen geweten te sussen, zouden zij niets liever zien dan dat u ook aan hun slechte gewoonten verslaafd raakt. Wat echter hun motief ook mag zijn, hoe dwaas is het om zulke mensen als metgezellen te kiezen! Door dit te doen, zou u stellig worden misleid en zouden uw nuttige gewoonten bedorven worden. Door bijbelse beginselen te negeren, zult u uw rechtschapenheid jegens God niet bewaren.

Slechte metgezellen die uw nuttige gewoonten zullen bederven, kunt u ook op de bladzijden van populaire tijdschriften of onzedelijke romannetjes aantreffen. En wanneer u immoreel gedrag gadeslaat dat op het toneel, filmdoek of televisiescherm wordt afgebeeld, hebt u dan ook geen omgang met hen die slecht zijn? En kunnen dezen niet eveneens uw nuttige gewoonten bederven? Ja, heel beslist!

De bijbel geeft tot ons welzijn de raad: „Laat hoererij en allerlei onreinheid of hebzucht onder u zelfs niet ter sprake komen, zoals het heiligen past; ook geen schandelijk gedrag noch dwaas gepraat noch ontuchtig gescherts, welke dingen niet welvoeglijk zijn, . . . Laat niemand u met ijdele woorden bedriegen, want wegens de voornoemde dingen komt de gramschap van God over de zonen der ongehoorzaamheid. . . . Blijft u ervan vergewissen wat de Heer welgevallig is, en hebt niet langer met hen deel aan de onvruchtbare werken die tot de duisternis behoren, maar wijst ze veeleer zelfs terecht.” — Ef. 5:3-11.

„Wordt niet misleid.” Er valt niet aan te ontkomen. U kunt niet op hete kolen lopen zonder uw voeten te verschroeien, en u kunt geen gloeiende kolen in uw boezem dragen zonder te verbranden (Spr. 6:27, 28). U kunt niet uit vrije wil met slechte personen omgaan zonder ten nadele te worden beïnvloed. U kunt niet bewijzen dat bijbelse beginselen onwaar zijn. Net zoals een rotte appel in een mand op den duur maakt dat de goede appels die er dicht omheen liggen ook gaan rotten, hebben slechte mensen een invloed ten kwade op hen die met hen wensen om te gaan. U kunt niet bewijzen dat God een leugenaar is; zijn Woord is waarheid. — Joh. 17:17.

Niet alleen door wijsheid, maar ook door loyaliteit aan en liefde voor uw rechtvaardige Schepper, Jehovah God, en zijn rechtvaardige beginselen, dient u ertoe te worden gebracht slechte omgang te vermijden. — Jak. 4:4.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen