Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g72 8/1 blz. 16-18
  • Ik was een „Aladoera”

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Ik was een „Aladoera”
  • Ontwaakt! 1972
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • De kerk van de Cherubijnen en Serafijnen
  • Populariteit en verbreiding
  • Het vinden van de bijbelse waarheid
  • Een grote tegenstelling in vergaderingen
  • Andere tegenstellingen
  • Veel opgeven voor iets groters
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
  • Een moedige poging om het bijbellezen te bevorderen
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2006
  • Waarom worden alle soorten van mensen Jehovah’s getuigen?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1974
  • „De liefde faalt nimmer”
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1995
Meer weergeven
Ontwaakt! 1972
g72 8/1 blz. 16-18

Ik was een „Aladoera”

Zoals verteld aan Ontwaakt!-correspondent in Nigeria

HET was vroeg in de morgen. Nog voordat de zon was opgekomen, werd ik gewekt door het geklingel van een bel. Het geluid van de bel en de boodschap die werd uitgeroepen trokken mijn aandacht. „Waak op en bid! Waak op en bid!”

Buiten was een man gekleed in een lang wit gewaad met een rode band om zijn middel en een oude bijbel in zijn hand. Hij ging naar een gebouwtje van ongeveer vijf meter in het vierkant; dat was zijn plaats van aanbidding. De liederen die ik er hoorde zingen, riepen iets in mij wakker. Ik wilde meer over deze mensen weten, dus sloot ik me bij hen aan. Zo werd ik een Aladoera.

Spoedig liep ook ik bij dageraad de straten af en herinnerde de mensen aan onze grondleerstelling: het gebed. Maar de meeste mensen werden net wakker en begonnen, in tegenstelling tot onze aansporing, met hun verschillende werkzaamheden. Wij waren voor hen dus alleen maar een „klok”. Wij lieten ons hier echter niet door afschrikken maar betreurden hun wereldse gezindheid en baden voor hen.

Drie maanden nadat ik deze religie aanvaard had, begonnen er vreemde dingen te gebeuren: ik begon visioenen te zien, profetieën te uiten en gebeurtenissen te voorspellen. Spoedig werd ik een profeet die in vreemde talen kon spreken en ze kon uitleggen. Ik werd ook in bezit genomen door geest. Ik kon nu onzichtbare handen voelen en een geest die in mij werkzaam was en me tot daden aanzette. Dit gaf mij populariteit en in korte tijd kende iedereen in Ilesha en omgeving mij. De mensen kwamen naar mij toe om zich de toekomst te laten voorspellen.

Later ging ik naar Lagos, waar ik nog belangrijker werd. Men bewees mij eer en ik werd met grote achting bejegend; de mensen bogen voor mij en brachten mij hulde. Wat was dat voor religie waar ik mij bij had aangesloten?

De kerk van de Cherubijnen en Serafijnen

Wij werden de Aladoera’s genoemd. Adoera is een woord uit de Yoroeba-taal en betekent gebed. Het voorvoegsel Ala („iemand die”) wordt aan Adoera toegevoegd om iemand aan te duiden die bidt. De naam Aladoera wordt door de Yoroeba-bevolking in West-Nigeria gebruikt, terwijl de beweging in Oost-Nigeria eenvoudig de ’gebedsgenezingskerk’ wordt genoemd. De meesten zijn echter bekend met de langere naam ’De Eeuwige Heilige orde van de Cherubijnen en Serafijnen’.

De man die als de stichter van deze religie wordt beschouwd, was Moses Orimolade, geboren in West-Nigeria. Ongeveer ten tijde van de Eerste Wereldoorlog begon hij te prediken, hoewel hij kreupel was en niet kon lezen. Hij beweerde visioenen te zien. Zijn constante thema was de kracht van het gebed. Later besloot men een kerkelijk genootschap te vormen, en na drie dagen van gebed en vasten zei een vrouw dat ze een visioen had gehad waarin ze de letters SE zag. Een predikant gaf hiervoor een verklaring: dit betekende SERAFU (Serafijnen). Later werd de andere naam KERUBU (Cherubijnen) eraan toegevoegd. Op deze wijze werd de naam Cherubijnen en Serafijnen een aanduiding voor de beweging.

Populariteit en verbreiding

Nadat ik een Aladoera was geworden, was het mij heel snel duidelijk waarom deze religie zo’n populariteit genoot. Sommigen waren, net als ik, aangetrokken door de muziek en het zingen. Anderen kwamen op de opwekkingsbijeenkomsten, die gewoonlijk op openbare plaatsen werden gehouden, vanwege de gezondmakingen die zouden plaatsvinden. Degenen die problemen hebben of de toekomst wensen te weten of op de een of andere wijze hulp willen ontvangen, worden over het gebed verteld. Ja, er worden gebeden opgezonden voor alles wat maar denkbaar is: voor onvruchtbare vrouwen, om kinderen te krijgen, voor marktvrouwen, om voorspoed bij hun handel te hebben, voor de werklozen, om een baantje te krijgen, om kwaad over ’vijanden’ af te roepen, enzovoort. Velen zijn er trots op dat dit een ’inheemse’ beweging is, die niet aangesloten is bij een buitenlandse beweging die aan gebedsgenezing doet.

Deze religie verbreidde zich snel. Maar het is beslist geen organisatie met eenheid. Er werden veel splintergroeperingen gevormd, zodat het nu erg moeilijk is om precies aan te geven uit hoeveel leden de verschillende groeperingen van de beweging bestaan. Sommige groeperingen zijn in staat geweest afdelingen in andere Westafrikaanse landen op te richten, zoals in Kameroen en zelfs helemaal in Sierra Leone.

Het vinden van de bijbelse waarheid

Van tijd tot tijd kwamen er toch vragen in mijn geest op die ik niet kon beantwoorden. Maar deze weerhielden mij er niet van als profeet in dit geloof op te treden. Toen ontmoette ik op een dag een van de christelijke getuigen van Jehovah. Ik stond sceptisch tegenover wat hij zei en ik dacht geen ogenblik dat hij in staat zou zijn mij aan te tonen dat al mijn vragen in de bijbel beantwoord werden. Toch was diep in mij het verlangen aanwezig de waarheid te leren kennen.

„Nee,” zei ik hem, „ik wil geen enkel boek van u hebben.” Ik stemde er echter mee in geregeld met hem samen te komen voor het bespreken van de bijbel. Drie maanden lang kreeg ik de ene schok na de andere te verwerken toen ik ontdekte dat de hel, de onsterfelijkheid van de menselijke ziel, de Drieëenheid, Pasen, Kerstmis en vele andere leerstellingen van onze kerk hun oorsprong niet bij Jezus Christus en zijn discipelen vonden. Ze werden, zoals ik ontdekte, niet in de bijbel geleerd.

Nu rezen er in mijn geest vele twijfels betreffende het Aladoera-geloof. Ik kwam met velen van de andere profeten samen, maar er werden geen bevredigende antwoorden op mijn vragen gegeven. Tot een van hen zei ik bijvoorbeeld: „Ik herinner mij in een tijdschrift gelezen te hebben dat een vroeger lid van onze kerk ons ervan heeft beschuldigd dat wij ’vrouwen verleiden, geld plukken van argelozen en allerlei soorten geestelijk bedrog plegen’. En diezelfde man voegde eraan toe: ’De geest van God doet de mensen geen kwaad, door hen in een hevige aanval op de grond te gooien en te laten rondwentelen.’ Ik weet dat enkele van deze dingen waar zijn. Wat hebt u daar nu op te zeggen?”

Mijn vraag werd met vage opmerkingen beantwoord en er werden geen bijbelse schriftuurplaatsen aangehaald. Ik raakte ervan overtuigd dat Jehovah’s getuigen de waarheid moesten hebben.

Een grote tegenstelling in vergaderingen

Wat was de eerste vergadering die ik in de Koninkrijkszaal van Jehovah’s getuigen bezocht een verrassing! Tweeëntwintig jaar lang was ik gewend geweest aan gebedsbijeenkomsten waar wij gewoon waren gebeden op te zenden, enige gedeelten uit de bijbel te lezen, en dan maar zingen, dansen, in de handen klappen en op trommels slaan. En als dit alles dan een hoogtepunt bereikte, begon er iemand met een donderende stem in een vreemde of buitenlandse taal te spreken. Hij raakte dan in een staat van razernij waarbij zijn lichaam zich op vreemde wijze kronkelde. Als hij dan „Halle-leeu” schreeuwde, riepen alle aanwezigen „Halleluja”. Of hij begon zijn vreemde taal uit te leggen of iemand anders uit het gehoor zei dat hij dat kon. Dan volgde een lang gebed die bij iedere passage onderbroken werd door een luid „Amin” (Amen) van de toeschouwers.

Nu in de Koninkrijkszaal zag ik werkelijke vrede. Hier leerde ik pas dat God een God van vrede en orde is, niet van verwarring (1 Kor. 14:33). Allen die op het podium spraken of uit de zaal commentaar gaven, deden dit in de alledaagse taal. Niemand hoefde „uitgelegd” te worden. Aan het begin en het eind van de vergadering werd er op eerbiedige doch eerlijke, nederige wijze een gebed opgezonden. Niemand onderbrak. Niemand raakte in een staat van waanzin, noch door het zingen noch door wat er gezegd werd. Maar wat klonk het zingen van de Koninkrijksliederen aangenaam!

Andere tegenstellingen

Toen ik de christelijke getuigen van Jehovah leerde kennen, ontdekte ik dat velen vroeger Aladoera’s waren geweest. Eén ervaring die mij werd verteld, geeft nog verder het verschil aan dat er tussen de Getuigen en de Aladoera’s bestaat.

Een man en een vrouw maakten zich er voordat zij de Getuigen ontmoetten, ernstig zorgen over dat zij geen kinderen konden krijgen. Zij besloten naar een dokter te gaan, maar werden er op het laatste moment toe overgehaald een profeet van de Aladoera te bezoeken. Deze profeet bad en zei dat hij drie sterren zag, hetgeen betekende dat de vrouw binnen drie maanden zwanger zou worden. De profeet kreeg tien pond (ƒ 100) en een bed; maar na drie maanden gebeurde er helemaal niets.

Er werd nog meer geld betaald en er werden nog meer gebeden opgezegd en weer gingen er drie maanden voorbij. Toen zei de profeet dat hij in een visioen de schoonmoeder in de kerk zag lopen met haar hoofd naar beneden. „Zij is een heks”, zei hij, „en zij verhindert dat uw vrouw kinderen krijgt.” Er werd de man verteld dat zijn vrouw van haar moeder vandaan moest blijven. Twee en een half jaar lang bezocht zij haar moeder dus niet, hoewel zij er maar driehonderd meter vandaan woonde! Toch was er nog steeds geen kind.

Toen zei een andere profeet hun dat zij moesten verhuizen, dus verhuisden zij naar Lagos. Er werd nog meer geld uitgegeven ten einde een andere profeet te krijgen die iedere maand zeven dagen met de vrouw op het strand zou bidden. Na vijf maanden besloot het teleurgestelde echtpaar dat zij dwaas hadden gehandeld en al bijna vier jaar hun tijd en geld hadden verspild. Dus gingen zij naar de dokter die zij in het begin hadden willen bezoeken. Het resultaat was dat de vrouw na drie maanden zwanger werd en later een dochter ter wereld bracht. Na deze gebeurtenissen ontmoetten zij Jehovah’s christelijke getuigen en leerden de bijbelse waarheid kennen. En zij hoefden er niets voor te betalen.

Ik voelde mij nu alsof ik in het licht was gekomen, nadat ik in een dikke, donkere wolk had vertoefd. Ik werd nu niet meer in bezit gehouden door boze geesten, want de Getuigen houden zich vrij van iedere vorm van spiritisme, omdat zij weten dat het in de bijbel veroordeeld wordt (Gal. 5:19-21; Deut. 18:10-12). Het was voor mij niet moeilijk met de valse religie te breken en de kerk van de Cherubijnen en Serafijnen te verlaten. Hoewel ik door velen van mijn vroegere metgezellen hevig werd bespot, was ik geen Aladoera meer.

Ik was vrij, en het was de bijbelse waarheid die mij vrij had gemaakt. Toen, in 1966, brak een van de gelukkigste dagen van mijn leven aan. Ik werd als symbool van mijn opdracht aan Jehovah gedoopt. Wat is het sindsdien een voorrecht geweest op juiste wijze als een ware dienstknecht van Jehovah God in de bediening werkzaam te zijn!

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen