Is de voorspoed van Japan echt?
Door Ontwaakt!-correspondent in Japan
IN DE zomer van 1945 lag Japan in de as. De atoombommen die boven Hirosjima en Nagasaki ontploften, vormden het dramatische hoogtepunt van de verwoesting van de voornaamste steden. Het land verkeerde in een noodlijdende toestand.
Maar drieëntwintig jaar later, in 1968, klom Japan op tot de derde plaats onder de industriële mogendheden van de wereld.
En vanwege de verbazingwekkende snelheid van de Japanse economische groei, voorspellen sommigen dat Japan binnen dertig tot vijftig jaar wel eens zowel de Sovjet-Unie als de Verenigde Staten zou kunnen passeren en het rijkste land van de wereld zou kunnen worden. In materieel opzicht geniet Japan inderdaad voorspoed.
Bewijzen van de voorspoed
Het herstel na de bijna volledige verwoesting ging ongelooflijk snel. Reeds in het midden van de jaren ’50 stond Japan vooraan in de wereldscheepsbouw. Heden ten dage wordt deze industrie zo door Japan beheerst dat meer dan de helft van alle nieuwe schepen ter wereld, met inbegrip van de grootste die ooit gemaakt zijn, door dit land gebouwd worden!
Japan heeft ook vaart gezet achter het snelle treinvervoer. In 1964 opende Japan ’s werelds snelste spoorlijn. Supersneltreinen onderhouden de verbinding tussen Tokio en Osaka met een snelheid van 200 kilometer per uur, en ze kunnen met een topsnelheid rijden van 250 kilometer per uur.
Ook heeft men opmerkelijke vorderingen gemaakt in het vervaardigen van motorvoertuigen. Tegen 1955 nam Japan de achtste plaats in onder de topproducenten van de wereld, maar nu is het nummer Twee, met alleen de Verenigde Staten nog voor zich.
Japan produceerde in 1955 nog geen 150.000 motorvoertuigen, maar in 1970 was de produktie tot het verbazingwekkende totaal van bijna vijf en een half miljoen gestegen! In april vorig jaar werden er in de Verenigde Staten 43.000 Datsuns en Toyota’s verkocht. Als dat totaal iedere maand is gehaald, zouden er in 1971 in de Verenigde Staten meer dan een half miljoen Japanse auto’s zijn verkocht! Geen wonder dat er sprake van is dat Japan eens nummer Een zal worden op het gebied van de autoproduktie.
De Japanse staalindustrie is ook fenomenaal gegroeid. In 1970 sprong de produktie van 90 miljoen netto ton het jaar daarvoor, omhoog tot 103 miljoen ton, terwijl de produktie in de Verenigde Staten in 1970 zakte tot ongeveer 132 miljoen ton. Men verwacht dat Japan in 1975 een zelfde produktie zal hebben als de twee grootste wereldproducenten, de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie. De Nippon-staalmaatschappij is reeds de grootste ter wereld. Haar grootste hoogoven heeft twee maal de capaciteit van de grootste in de Verenigde Staten.
De bouwnijverheid neemt in Japan ook een geweldige vlucht. Er worden wolkenkrabbers opgericht van dertig, veertig en zelfs meer dan vijftig verdiepingen hoog. Alleen al in Tokio wordt er iedere dag van de week een luxe torenflat voltooid!
De materiële voorspoed is ook duidelijk waarneembaar doordat er in meer dan de helft van de Japanse huizen een tv-toestel en in bijna ieder huisgezin een radio aanwezig is. Mensen over de hele wereld kijken naar Japanse t.v.’s, luisteren naar Japanse radio’s, spelen een Japanse cassette-recorder af, rijden op Japanse motorfietsen en gebruiken Japanse camera’s. De algemene bekendheid van namen als „Sony”, „Panasonic”, „Honda”, „Nikon”, enzovoort, vormt een aanwijzing voor het succes dat Japan heeft gehad bij het veroveren van de wereldmarkten.
De economische vooruitzichten zijn voor Japan inderdaad zeer gunstig. Op dit ogenblik is de enige donkere wolk aan de horizon de vraag welk effect de beslissing zal hebben die op 15 augustus jongstleden door de Amerikaanse president Nixon werd genomen. Toen verhoogde hij, zoals u zich misschien zult herinneren, de belasting op goederen die in de Verenigde Staten worden ingevoerd. Zijn actie had ook tot resultaat dat de Japanse munteenheid, de yen, in verhouding tot de dollar duurder werd. Dit alles kan, zo vrezen de leiders van Japan, een beperking van de verkoop aan de Verenigde Staten tot gevolg hebben. Dat zou zijn terugslag weer vinden in de Japanse economie. Niettemin bestaat er op het ogenblik nog een grote mate van materiële voorspoed.
Maar is deze voorspoed van Japan echt? Dit mag op het eerste gezicht zo lijken. Maar laten wij de situatie eens wat nader beschouwen.
Ware voorspoed?
De materiële voorspoed van Japan heeft tot gevolg gehad dat de straten en verkeerswegen verstopt zitten met miljoenen motorvoertuigen. De loeiende toeters en de verschrikkelijke verkeersopstoppingen zijn voldoende om de zenuwen aan te tasten.
Maar wat erger is, miljoenen worden door ongelukken verminkt, worden invalide of worden gedood — alleen al in 1970 werden er meer dan een miljoen mensen gedood of gewond. De dodentol van het Japanse verkeer bedraagt bijna 20.000 per jaar — een onmiddellijk gevolg van de zich explosief uitbreidende auto-industrie.
Een bloeiende industrie betekent ook een giftige, vervuilde lucht om in te ademen. Men heeft ontdekt dat het aantal baby’s dat misvormd geboren wordt, in streken met meer luchtverontreiniging twee maal zo hoog is als elders. Het is ook bekend geworden dat 20 percent van de schoolkinderen in Tokio lichamelijk te lijden heeft van de luchtverontreiniging.
Wanneer de verontreiniging bepaalde grenswaarden heeft bereikt, gaan er geluidswagens door de straten van de stad en wordt de mensen de raad gegeven binnenshuis te blijven. Verkeersagenten dragen gasmaskers, of zij gaan naar hun post terug om tussen hun diensttijden in enkele teugen zuurstof te nemen.
Welvarende industrieën hebben ook de waterwegen verontreinigd door dodelijke afvalstoffen te verspreiden die vervolgens zijn terechtgekomen bij de groeiende rijst, de groenten, de vis en ten slotte bij de mens die zich met deze voedingsmiddelen voedt. In het voorjaar van 1971 verklaarde het ministerie van sociale zaken dat de verontreiniging van rijst met cadmium zich tot alle streken van Japan heeft uitgebreid. Honderden mensen zijn reeds door deze wijdverspreide afvalstoffen verminkt of gedood.
Maar waarom kan Japan deze verschrikkelijke vervuiling niet onder controle houden? Dat is te wijten aan materieel zelfbelang, waardoor ook andere naties op de rand van de afgrond zijn gebracht. De Japanse Times bracht het in verband met een in 1971 gehouden vergadering van toonaangevende naties als volgt naar voren: „De conferentie maakte duidelijk dat veel naties niet bereid waren de eerste te zijn die veel geld zouden gaan besteden aan het tegengaan van de verontreiniging, want door de daarmee gepaard gaande extra kosten zou de concurrentiepositie van hun industrieën op de internationale markt verzwakken.”
Maar het verkeer en de vervuiling zijn niet de enige problemen. De gezinsband is niet meer zo hecht als vroeger. Vaders geven hun kinderen niet de aandacht die zij nodig hebben. Een opinieonderzoek vestigde de aandacht op een van de redenen hiervoor; 68 percent van de Japanse managers die men had ondervraagd, zei dat het bedrijf voor hen belangrijker was dan hun gezin. Kan men zeggen dat de voorspoed van het bedrijfsleven in Japan echt is, wanneer die heeft bijgedragen tot een achteruitgang in het gezinsleven?
Er is ook een verschrikkelijke achteruitgang in de moraal ontstaan. De immoraliteit heeft zich in het klimaat van het welvarende grotestadsleven sterk verbreid. Zo verklaarde T. Takizawa, directeur van het bureau voor de openbare gezondheid van het ministerie van sociale zaken en volksgezondheid: „Men schat dat er nu in Japan globaal genomen 2,5 miljoen syfilispatiënten zijn.”
Ook de misdaad grijpt om zich heen. Bewoners van flats zijn bang voor iedere bezoeker. Het bendewezen onder volwassenen bloeit. Er zijn in Japan meer dan honderd benden met ongeveer 34.000 leden. Ook de jeugdmisdaad neemt sterk toe. Maar heeft de materiële voorspoed tot deze toestand bijgedragen?
De Japanse Times merkte op: „De economische welvaart heeft een groep jeugdige personen voortgebracht met veel vrije tijd, iets wat de traditionele Japanse samenleving voordien nooit gekend heeft. Wij staan nog volkomen vreemd tegenover de problemen die dit met zich brengt. Daarom wordt, om nog een ander punt uit het rapport van het bureau (van de Nationale Politie) te onderstrepen, de opleving in jeugdmisdrijven gekenmerkt door een toename van ’misdaden voor de grap’.”
Hoewel Japan er succesvol in geslaagd is op materieel gebied een van de rijkste landen ter wereld te worden, zijn veel van zijn bewoners somber gestemd doordat de kwaliteit van de levensomstandigheden verslechtert. Materiële voorspoed heeft geen geluk gebracht, maar eerder grotere angst, vrees en droefheid.
Hoe men echte voorspoed verkrijgt
Dit wil niet zeggen dat materiële voorspoed op zich verkeerd is. Maar als het iemands doel is nummer Een te zijn op het gebied van materiële rijkdommen, en al het andere ondergeschikt wordt gemaakt aan het bereiken van dat doel, dan zal de verkregen voorspoed niet echt zijn. Het zal geen werkelijke tevredenheid of geluk brengen, maar veeleer moeilijkheden.
De geïnspireerde uitingen van God in zijn heilige boek, de bijbel, tonen dit aan; er staat namelijk: „Zij echter die besloten zijn rijk te worden, vallen in verzoeking en een strik en vele zinneloze en schadelijke begeerten, die de mensen in vernietiging en verderf storten. Want de liefde voor geld is een wortel van allerlei schadelijke dingen, en door hun streven op die liefde te richten, . . . hebben [sommigen] zich overal met vele pijnen doorboord.” — 1 Tim. 6:9, 10.
Dit is met Japan gebeurd. Het najagen van materiële rijkdommen heeft tot gevolg gehad dat Japan zich overal met vele pijnen heeft doorboord. Niet alleen de verwoesting van het landoppervlak, het water en de lucht van Japan vormen een onderdeel van deze pijnen, maar ook de verwoesting van de morele aard van de mensen. Toch geldt dit gelukkig niet voor alle mensen.
Veel Japanners zien in hoe zinloos het is om te besluiten rijk te worden. Sommigen van hen wenden zich tot Gods Woord, de bijbel, om te zien wat Hij zegt over het leven en het doel van het leven. Welk een geluk en tevredenheid verkrijgen zij hierdoor! Zij verkrijgen echte voorspoed, het soort van voorspoed dat alleen komt als men zijn Schepper, Jehovah God, kent en dient.
Zo bezat bijvoorbeeld een jongeman in Yokohama een bloeiend bedrijf in levensmiddelenverpakkingen. Hij had het vooruitzicht uit te breiden en ook materieel rijker te worden. Maar door het bestuderen van de bijbel zag hij er de dwaasheid van in om te besluiten rijk te worden. Daarom heeft hij zijn bedrijf tot de helft verkleind en nu besteden zowel hij als zijn werknemers hun middagen en avonden aan hun eigen gezin en ook aan andere personen, waarbij zij hen helpen meer waardering te krijgen voor Jehovah God en zijn voornemens. Het dienen als getuigen van de ware God schenkt hun ware tevredenheid, ja, echte voorspoed.
Duizenden personen in Japan genieten nu deze voorspoed, met inbegrip van een aantal artsen. Sommigen van deze artsen hebben er nu regelingen voor getroffen dat zij slechts een dag of twee per week in een plaatselijk ziekenhuis werken. De rest van hun tijd brengen zij door bij hun gezin en in de christelijke bediening om anderen te helpen de voornemens van God te leren kennen.
Wenst u ook echte voorspoed? Om deze te verkrijgen is kennis van Jehovah God en van zijn voornemens noodzakelijk. Waarom zou u dan niet de uitnodiging aanvaarden met de volgende getuige van Jehovah die u bezoekt, de bijbel te bestuderen? Ook u kunt leren hoe u zich in ware voorspoed kunt verheugen!