Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g72 22/5 blz. 3-5
  • Denemarken voert verplichte seksuele voorlichting in

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Denemarken voert verplichte seksuele voorlichting in
  • Ontwaakt! 1972
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wat is er nieuw?
  • Waarom de nieuwe wet?
  • Waarom verwacht men goede resultaten?
  • Wat zullen de kinderen leren?
  • In conflict met het christendom
  • Seksueel onderricht op school — Goed of gevaarlijk?
    Ontwaakt! 1972
  • Seks — Welke raad helpt werkelijk?
    De weg tot waar geluk
  • Met uw kinderen over seks praten
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2010
  • Hoe kan ik nee zeggen tegen seks?
    Vragen van jongeren
Meer weergeven
Ontwaakt! 1972
g72 22/5 blz. 3-5

Denemarken voert verplichte seksuele voorlichting in

Door Ontwaakt!-correspondent in Denemarken

IN MEI 1970 nam het Deense parlement een wet aan waarbij seksuele voorlichting op openbare scholen verplicht werd gesteld. De wet trad in werking bij het begin van het nieuwe schooljaar na de zomer van 1971. Wat betekent dit voor Deense onderwijzers, ouders en schoolkinderen?

Behalve fundamentele zaken, als de functie van de geslachtsorganen, de puberteit, menstruatie, zaadlozing, geslachtsgemeenschap en bevruchting, wordt er tijdens de lessen waarin seksuele voorlichting wordt gegeven, ook gesproken over vrijen, verschillen in het seksuele gedrag van man en vrouw, masturbatie, methoden ter voorkoming van zwangerschap en geslachtsziekten.

Met het onderwijsprogramma dient reeds in de eerste klas te worden begonnen.

Wat is er nieuw?

Seksuele voorlichting is in Denemarken niet nieuw. Reeds in 1904 werd materiaal over dit onderwerp in de biologieles op de middelbare school (met kinderen van elf tot veertien jaar) verwerkt. En in 1941–1942 werd er op de lagere scholen enige seksuele voorlichting opgenomen in de lessen over gezondheid en hygiëne. In 1961 verleende het ministerie van onderwijs vervolgens zijn goedkeuring aan het besluit seksuele voorlichting in het normale lesrooster op te nemen. Maar twee jaar later bleek uit rapporten dat slechts 29 percent van de scholen dit had gedaan.

Zelfs op de scholen waar deze lesuren voor seksuele voorlichting werden ingevoerd, geschiedde dit op vrijwillige basis. Voordat de kinderen hieraan konden meedoen, moesten eerst de ouders geraadpleegd worden.

Nu ziet het beeld er enigszins anders uit. De nieuwe wet voorziet niet in het vrijstellen van kinderen van dit onderwijs; de voorlichting is verplicht.

De seksuele voorlichting zal zelfs door het hele schoolonderwijs verweven worden. Als bijvoorbeeld tijdens de aardrijkskundeles het probleem van de overbevolking in India ter sprake komt, geeft de wet de leraar toestemming om inlichtingen te verschaffen over methoden ter voorkoming van zwangerschap en bewuste gezinsvorming. Daar de seksuele voorlichting dus niet beperkt is tot specifieke lesuren maar in het gehele onderwijs wordt verwerkt, is het duidelijk dat het bijzonder moeilijk is om kinderen op een geregelde basis van dit onderwijs vrij te stellen.

Waarom de nieuwe wet?

Een belangrijke factor die tot deze wetgeving heeft geleid, schijnt een reeds in 1960 gedaan beroep te zijn geweest van de Nationale Deense Vrouwenraad. De statistieken lieten toen reeds zien dat ieder jaar ongeveer 6000 jonge, ongetrouwde, zwangere vrouwen, van wie ongeveer de helft onder de twintig jaar was, hulp zochten bij bureaus voor ongehuwde moederzorg. De ongeveer 4000 legale abortussen die jaarlijks werden uitgevoerd, werden verre overtroffen door de geschatte 15.000 illegale abortussen in dezelfde periode. De Nationale Deense Vrouwenraad, die de klacht uitte dat „verzwegen details, vaagheid en onduidelijkheid” bij het seksuele onderwijs de oorzaak van veel van dergelijke ongelukkige toestanden waren, verzocht de regering voor een betere voorlichting te zorgen.

Maar waarom verplichte seksuele voorlichting? En waarom daar reeds met kinderen op een prille leeftijd, in de eerste klassen, mee te beginnen?

Men beweert dat het verplichte aspect van de nieuwe wet de seksuele voorlichting van elk taboe zal ontdoen, waardoor dit onderricht normaal en gewoon zal zijn, in plaats van iets ’speciaals’. Men veronderstelt dat het onderwerp seksualiteit volkomen losgemaakt zal worden van elke ’dramatiek’ of ’geheimzinnigheid’. De kinderen zullen worden aangemoedigd alle aspecten van dit onderwerp openlijk en vrij te bespreken.

Ook heeft men gewezen op het feit dat sommige kinderen tamelijk vroeg seksueel volwassen zijn. Naar verluidt treedt bij 8 percent van de Deense meisjes tegen de tijd dat zij elf jaar zijn de eerste menstruatie op. Daarom zal dit onderwerp in de derde en vierde klas behandeld worden om hen erop voor te bereiden deze ontwikkeling zonder schok te ervaren. Ook is men van oordeel dat zelfs zeer kleine kinderen gewaarschuwd dienen te worden tegen seksueel verdorven volwassenen — deze waarschuwingen dienen hun gegeven te worden zonder hen zo bang te maken dat zij iedere vriendelijke vreemdeling wantrouwen.

Waarom verwacht men goede resultaten?

Een van de belangrijkste doeleinden van dit onderricht is het verminderen van ongewenste zwangerschappen en van zowel legale als illegale abortussen bij zeer jonge meisjes. Daarbij hoopt men dat de emotionele verwarring, de sociale problemen en de verwoeste levens die daarvan het gevolg kunnen zijn, grotendeels voorkomen zullen worden.

De voorstanders van de nieuwe wet wijten deze ongelukkige toestanden voornamelijk aan onwetendheid, bijgeloof en verwrongen ideeën over seksualiteit onder zowel jongens als meisjes. Denemarken staat het uitgeven van pornografische lectuur toe, en er wordt algemeen toegegeven dat talrijke kinderen veel van hun seksuele kennis uit deze bron putten. In het advies dat aan deze nieuwe wet ten grondslag ligt, staat dan ook: „Dit soort inlichtingen kan de oorzaak vormen van een onrealistische en verdraaide kijk op seksuele gemeenschap.”

Maar toch schijnt het tegengaan van de golf van ongewenste zwangerschappen voornamelijk neer te komen op het verschaffen van volledige voorlichting aan de jeugd over methoden ter voorkoming van zwangerschap.

Wat zullen de kinderen leren?

Men krijgt enig idee van het onderwijs dat gegeven zal worden als men een boek bekijkt dat reeds op sommige scholen wordt gebruikt. In het voorwoord van dit boek, met de titel Dreng og pige, mand og kvinde (Jongen en meisje, man en vrouw), geschreven door de medicus B. H. Claësson, staat dat er een poging is gedaan „moraliseren te vermijden” en te beklemtonen dat „elk individu het recht behoort te hebben zijn seksuele behoeften te bevredigen, ongeacht leeftijd, geslacht en — in zoverre dit geen inbreuk maakt op de rechten van anderen — de gebruikte methoden”.

Het boek bevat onder andere foto’s bij de tekst die laten zien hoe een paar seksuele bevrediging kan bereiken zonder werkelijk gemeenschap te hebben en ook hoe men kan masturberen. Betreffende dit laatste onderwerp staat er in het boek:

„Men kan het zonder schaamte tot een gulden regel maken om steeds wanneer men dat wil te masturberen. Het is precies hetzelfde als eten wanneer men honger heeft, slapen wanneer men slaperig is en urineren wanneer dat nodig is.”

Over voorechtelijke seksuele betrekkingen merkt de auteur op dat ’gelukkig velen in verband daarmee ruim van opvatting zijn’. Ontrouw wordt voorgesteld als een mogelijke oplossing voor een ongelukkig huwelijk, en over pornografie wordt gezegd dat ze enige psychologische waarde heeft. Betreffende geslachtsomgang met dieren verklaart hij:

„In dit land is het iemand, zolang hij het dier niet mishandelt, wettelijk toegestaan zijn seksuele verlangens op deze wijze te bevredigen.”

Terwijl dus ’moraliseren wordt vermeden’, tracht de schrijver duidelijk een zedenwet van eigen makelij in het leven te roepen, een zedenwet die hij naar voren schuift als de ’norm’ of wet waarnaar men moet leven. Die zedenwet vergoelijkt praktijken als masturbatie, hoererij, homoseksualiteit en zelfs het hebben van geslachtsomgang met dieren. Is dit de wet die u uw kinderen zou willen leren?

In conflict met het christendom

Het is heel duidelijk dat seksuele voorlichting op de scholen vaak direct of indirect een aanval inhoudt op de christelijke onderwijzingen die in de bijbel staan. Het bovengenoemde boek erkent zelfs openlijk:

„Het is in elk geval verkeerd het christelijke standpunt te handhaven dat het ’seksueel normale’ ook meteen de natuurlijke en goede manier is, in tegenstelling tot het ’seksueel abnormale’, dat [volgens deze zienswijze] onnatuurlijk, verdorven, afwijkend of immoreel is.”

Het is waar dat de schrijver daarna een herziening van zijn boek heeft aangekondigd en daarbij heeft gezegd dat hij „alles wat als anti-christelijk beschouwd kan worden, heeft verwijderd”. Maar wel kan men zich dan afvragen welke scheidingslijn hij tussen christelijk en „anti-christelijk” getroffen heeft.

Als hij te werk is gegaan volgens de richtlijnen van de (lutherse) Volkskerk van Denemarken, is dit „verwijderen” waarschijnlijk heel minimaal geweest. Hoe dat zo? Omdat het algemeen bekend is dat veel geestelijken van de Volkskerk de mening zijn toegedaan dat noch in het christendom noch in de bijbel een duidelijke zedenwet naar voren komt.a

Als u echter uw bijbel openslaat en de verklaringen leest die in Romeinen 1:24-32, Galáten 5:19, 21 en Efeziërs 5:3, 4 staan opgetekend, zult u bemerken dat de bijbel heel duidelijk degenen die hoererij (geslachtsgemeenschap vóór het huwelijk), overspel (geslachtsgemeenschap buiten het huwelijk) en homoseksualiteit beoefenen, beschrijft als personen die „schandelijke seksuele begeerten” koesteren en „ontucht” bedrijven. Er wordt ook zeer definitief verklaard dat geen van zulke personen „enig erfdeel heeft in het koninkrijk van de Christus en van God”, maar dat zij integendeel „de dood verdienen”. Maar deze verklaringen zijn klaarblijkelijk niet „duidelijk” genoeg voor deze geestelijken.

Er zullen ongetwijfeld veel leerkrachten zijn die de mening van deze geestelijken over de seksualiteit delen. Als deze leerkrachten les geven in lezen, schrijven en rekenen, zal dit weinig uitmaken. Maar als het erop aankomt om kinderen en jonge mensen over hun houding tegenover seksualiteit te onderrichten, kan dit wel degelijk veel uitmaken.

[Voetnoten]

a Zie de nieuwsverslagen hierover op blz. 29.

[Illustratie op blz. 5]

Als kinderen worden onderricht over seksualiteit is de zienswijze van de leerkracht van grote invloed op het leven van de leerling

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen