Geamuseerdheid of medegevoel?
VERONDERSTEL dat een zeer goede kennis van u een grove sociale blunder zou maken of in de nabijheid van anderen een dwaas antwoord zou geven. Hoe zou u zich voelen? Uw metgezel zal waarschijnlijk erg met zijn houding verlegen zijn. Maar hoe zou het met u staan? Zou u met hem meevoelen, of zou u zich met de anderen amuseren en hem belachelijk maken?
Kinderen kunnen door hun onrijpheid soms denken dat het iets is om over te lachen als een blinde of kreupele een ongeluk overkomt. Zo barstte een onnadenkende jongen in lachen uit toen hij een wat gezette, bejaarde vrouw op een beijzelde straat zag vallen. Voor hem was het iets om zich vrolijk over te maken, maar niet voor de vrouw, die pijn leed en zich ernstig verwondde.
De bijbel geeft een heel juist beginsel waarnaar wij ons kunnen richten, wanneer hij zegt: „Er [is] een vastgestelde tijd . . . voor elke aangelegenheid onder de hemel: . . . een tijd om te wenen en een tijd om te lachen, een tijd om te weeklagen en een tijd om rond te huppelen.” — Pred. 3:1-4.
Waardoor zullen wij geholpen worden te weten wanneer wij met anderen moeten meevoelen en bedroefd moeten zijn, of wanneer wij ons kunnen amuseren en kunnen lachen? Ten eerste is het belangrijk dat wij ons in de plaats van een ander kunnen stellen. Dan zullen wij niet doen wat een geestig, pasgetrouwd vrouwtje deed. Elke keer wanneer haar echtgenoot zich ergerde over iets dat hij fout deed of dat verkeerd ging, barstte zij in lachen uit. Zij vond de situatie komisch, maar haar reactie deed zijn ergernis alleen maar toenemen, waarna hij zich op háár ging afreageren. Het zal duidelijk zijn dat dit niet tot een gelukkig gezinsleven bijdroeg. Maar door ervaring leerde zij empathie te hebben; en als haar echtgenoot in een geërgerde stemming verkeerde, wist zij zich kalm te houden of hem wat op te beuren.
Als een goede bekende van u een fout maakt, hoe reageert u dan? Vooral gezinsleden dienen aan deze vraag aandacht te schenken. Medegevoel, empathie, consideratie en oplettendheid dienen ons de fouten van gezinsleden met mededogen te doen bezien, in plaats van een superieure houding aan te nemen en er spottend om te lachen. Zegt Gods Woord niet over het menselijk lichaam dat ’wanneer één lid lijdt, alle andere leden mee lijden’? Mannen krijgen de raad hun vrouw lief te hebben „als hun eigen lichaam”. Als zij dit werkelijk doen, zullen zij hun levensgezellin niet kleineren, ook niet als zij een fout maakt. Hetzelfde beginsel kan met heilzame resultaten op de rest van het gezin toegepast worden. — 1 Kor. 12:26; Ef. 5:28.
Ongelukkig genoeg treedt een gebrek aan medegevoel vaak aan het licht door roddelen — met anderen praten over de fout van iemand anders. Is roddelen heilzaam? De bijbel geeft de raad „over niemand nadelig te spreken”, waarmee roddelen over de tekortkomingen van iemand anders als onjuist wordt veroordeeld. Liefde zal zelfs het verlangen dit te doen, wegnemen, want „liefde bedekt zelfs alle overtredingen”. — Tit. 3:2; Spr. 10:12.
Wij dienen allen te waken over onze zienswijze met betrekking tot de tekortkomingen van anderen, aangezien bij velen in deze tijd de tendens is waar te nemen minder meedogend te zijn en minder empathie te hebben. Hoe komt dit? In sommige gevallen ligt de oorzaak bij het feit dat wij met veel mensen in contact komen. Hoe meer mensen wij ontmoeten, des te groter de kans is dat onze verhouding tot anderen onpersoonlijker zal worden. Ook de haast die in de moderne samenleving heerst, is waarschijnlijk een factor. Er lijkt altijd zoveel te doen en zo weinig tijd te bestaan om het te doen.
Tevens zal datgene waarmee wij onze geest voeden, van invloed zijn op onze gevoelens jegens anderen. Is het mogelijk niet verhard te raken, als wij er een gewoonte van maken naar films te kijken en boeken te lezen waarin geweldmisdrijven voorkomen? Hoe zouden wij voor ontspanning naar films kunnen gaan waarin wordt getoond hoe anderen worden uitgebuit, zonder er zelf ongevoeliger door te worden?
Hoeveel heilzamer is het niet om dagelijks Gods Woord, de bijbel, te lezen! U zult erdoor geholpen worden medegevoel te betonen wanneer dit nodig is, want dit boek staat vol met aansporingen en voorbeelden in deze richting. Zo geeft bijvoorbeeld Romeinen 12:15 ons de raad: „Verheugt u met mensen die zich verheugen; weent met mensen die wenen.” Wilt u een voorbeeld van iemand die dit volmaakt deed? Lees dan de vier evangeliën, waarin een verslag wordt gegeven over het leven van Jezus Christus, de Zoon van God.
Bij het graf van Lazarus ’begon hij te wenen’, en met de laaggeplaatste en onderdrukte mensen van zijn dagen „had hij medelijden . . . omdat zij gestroopt en heen en weer gedreven waren als schapen zonder herder”. Tot zulke mensen richtte hij de troostende woorden: „Komt allen tot mij die zwoegt en zwaar beladen zijt, en ik zal u verkwikken. Neemt mijn juk op u en wordt mijn discipelen, want ik ben zachtaardig en ootmoedig van hart, en gij zult verkwikking vinden voor uw ziel.” — Joh. 11:35; Matth. 9:36; 11:28, 29.
En waarom dienen wij te trachten volgens deze gedragslijn het goede te doen? Omdat dit goed is. Op deze wijze weerspiegelen wij de eigenschappen van onze hemelse Vader en brengen wij hem eer. Bovendien, als wij van fijngevoeligheid blijk geven, door empathie en medegevoel te betonen, zullen wij vaak de dankbaarheid oogsten van iemand die zich plotseling alleen voelt door de spot van anderen. Tevens zullen wij hiervan zelf voordeel trekken, want „hij die anderen verkwikt, zal zelf verkwikt worden”. — Spr. 11:25, New English Translation; Mark. 12:31; Luk. 6:31, 36.