Twijfels omtrent het bestaan van de Duivel — Werkelijk gegrond?
DE EERSTE zeventienhonderd jaar van onze gewone jaartelling heeft er onder belijdende christenen weinig twijfel aangaande de Duivel bestaan. Mensen verstonden onder deze naam een goddeloos geestelijk persoon, die ook „Satan” werd genoemd, en de voornaamste vijand was van God en de mens. De absurde en tegenstrijdige ideeën die zich echter in de loop der tijd met betrekking tot de Duivel ontwikkelden, veroorzaakten veel verwarring en ongeloof.
De populaire denkbeelden die we dan ook in deze tijd over de Duivel aantreffen, zijn vaak nauw verwant aan de bijgelovige gedachten die zich in de loop van de „donkere middeleeuwen” ontwikkelden. Kunstwerken uit die periode beelden deze aartsvijand van God af als een bespottelijk figuur, met vleugels, staart en horens en een hooivork in zijn hand. Allerlei ziekten werden rechtstreeks aan de Duivel toegeschreven, die men ook beschouwde als heerser over een vurig hete hel.
De „eeuw van de rede”
Toen kwam de achttiende eeuw, ook wel de periode van de „verlichting” of de „eeuw van de rede” genoemd. De denkers van die tijd lieten niets heel van de bijgelovige ideeën die eeuwenlang de grote massa’s in onwetendheid hadden gehouden. De toenemende nadruk die werd gelegd op wetenschappelijk, „rationeel” denken, bracht een algehele minachting voor het bovennatuurlijke met zich.
Daarna was het de psycho-analist Sigmund Freud die geloof in de Duivel in verband bracht met onaangename ervaringen, die men volgens hem vroeger in het leven zou hebben verduurd van de zijde van een hardvochtige mannelijke ouder. Het werd populair om bijbelse verwijzingen naar Satan de Duivel te zien als louter verwijzingen naar een symbool van het kwaad.
Er waren zelfs tal van bijbelgeleerden die beweerden dat de bijbelschrijvers te rade waren gegaan bij heidense geloofsideeën om hun beeld van „de Boze” te kunnen schilderen. Eén bron van dergelijke geloofsideeën zou dan de religie van het oude Iran (Perzië) zijn geweest, in de zesde eeuw voor de Gewone Tijdrekening door Zoroaster gesticht. In dit zogenaamde Zoroastrisme wordt een „dualisme”, een „tweeheidsleer” onderwezen, waarin de opper-God, Ahura-mazda, een vijand bezit, Ahriman genaamd, die door Ahura-mazda aan het eind der tijden vernietigd zal worden.
Andere geleerden beweren dat de schrijvers van de bijbel niet werkelijk van ons vragen in Satan de Duivel te geloven, maar wanneer zij het over hem hebben, louter gevoelens weergeven die in het oude Israël populair waren.
Moderne zienswijzen die de verwarring nog vergroten
Moderne opvattingen over de Duivel hebben de verwarring trouwens nog vergroot. Zien veel mensen Satan nog als een goddeloos geestelijk schepsel — anderen beweren nu dat hij het echte welzijn van de mensheid kan bevorderen. Leden van de religieuze groep „Het Proces” zeggen bijvoorbeeld dat Satan „vergeving heeft gekregen en nu in eenheid met Christus samenwerkt”.
Er bestaat onenigheid, zelfs onder degenen die de Duivel als een personificatie van iets zien. Voor velen is hij de personificatie van kwade krachten; anderen menen dat zij Satanische macht ten goede kunnen aanwenden. Een „priesteres” van de „Kerk van Satan” beweerde: „Voor ons is Satan slechts een symbool van een levenskracht die wij kunnen aanwenden om ons te helpen verkrijgen wat wij wensen.”
Voor velen een persoon, voor anderen een kracht, een onverbeterlijke vijand van God en de mens, een weldoener — dat zijn in deze tijd de verschillende ideeën die mensen over de Duivel hebben.
Gezonde redenen voor twijfel?
Geven deze strijdige theorieën echter voldoende reden om te twijfelen aan het bestaan van de Duivel? Laten we ze eens wat nauwkeuriger beschouwen.
De bijbel, een boek dat het tal van malen over de Duivel heeft, beschrijft geen enkele maal zijn uiterlijk. Het populaire idee van een Duivel met vleugels, gepunte staart, drietand en baas van de hel is grotendeels het fantasie-produkt van schrijvende en tekenende kunstenaars, van wie velen zijn beïnvloed door het boek Inferno van de Italiaanse katholieke dichter Dante Alighieri.
Mensen die van deze voorstelling walgen, zullen blij zijn te vernemen dat de bijbel zulke absurde dingen over de Duivel niet leert, noch spreekt over het bestaan van een vurige hel. Integendeel, de Schrift verklaart heel duidelijk dat ’de doden zich van helemaal niets bewust zijn’, dat zij absoluut niets meer weten (Pred. 9:5, 10). Populaire ideeën over de Duivel vinden dus vaak geen enkele ondersteuning in de bijbel.
En dan de „verlichte” zienswijze, neerkomend op een verwerping van alles wat maar naar het bovennatuurlijke zweemt. Heeft deze opvatting werkelijk het lot van de mens verbeterd? Heeft zelfstandige menselijke redenatie de wereld veiliger gemaakt of op een moreel hoger plan gebracht? Is er een wereld ontstaan waarin op toereikende wijze in de menselijke basisbehoeften op het gebied van voedsel, kleding en onderdak wordt voorzien? Neen. En het zal ieder redelijk denkend persoon duidelijk zijn dat ontkenning van het bestaan van iets, nog niet bewijst dat het ook inderdaad niet bestaat.
Aan bewijzen ontbreekt het trouwens ook al degenen die beweren dat de bijbel zijn leer over de Duivel van het Zoroastrisme heeft ontleend. Volgens Jacques Duchesne-Guillemin, hoogleraar in de Indo-Iraanse cultuur, hebben Ahura-mazda (de opper-God in het Zoroastrisme) en zijn vijand Ahriman „naar het zich laat aanzien van alle eeuwigheid af bestaan”. De bijbel leert dit echter niet in verband met Satan de Duivel. Integendeel, daarin staat dat de Duivel een begin had, een goed begin, doch ’niet vaststond in de waarheid’. — Joh. 8:44.
De vele twijfels die mensen dus omtrent het bestaan van de Duivel koesteren, berusten in feite nergens op. Men is gaan twijfelen door de vele absurde bijgelovige ideeën en zelfverzonnen meningen die er over de Duivel hebben bestaan en nog bestaan. Dit op zich bewijst echter niets als het gaat om de vraag of de Duivel nu al dan niet bestaat, vooral niet als er betrouwbaar feitenmateriaal in verband met deze kwestie bestaat. Waaruit bestaat dit feitenmateriaal en hoe kan iemand er zeker van zijn dat er wel of geen Duivel bestaat?