Wat is de zienswijze van de bijbel?
Bloedtransfusie weigeren of aanvaarden?
WAARSCHIJNLIJK hebt u wel eens de volgende soort van krantekoppen gelezen: „Jehovah’s Getuige de dood nabij, weigert bloedtransfusie”, en: „Weigering om bloed te accepteren, baart doktoren zorgen.”
Na zulke koppen gelezen te hebben, zijn er mensen die zich afvragen: ’Waarom moet iemand bloed weigeren als zijn leven op het spel staat?’ Ja, waarom weigeren deze christenen bloed? Niet in de eerste plaats wegens angst voor medische complicaties, als wel wegens hun vaste religieuze overtuiging.
Natuurlijk zijn geïnformeerde mensen op de hoogte van het feit dat bloedtransfusies gevaarlijk kunnen zijn. Een docent op het gebied van de bloedtransfusietechniek, verbonden aan een onderwijsinstelling in Schotland, schreef: „De gevaren van een transfusie zijn velerlei. Kans op bacteriebesmetting, overdracht van ziekten en de onverenigbaarheid van de bloedgroepen zijn daarvan de belangrijkste. Bloed is geen magische substantie en de voordelen voor de patiënt . . . dienen nauwkeurig afgewogen te worden tegen de risico’s.”
Wegens zulke gevaren trachten veel doktoren thans bloedtransfusies te vermijden. Maar zelfs al bestonden zulke gevaren niet, dan nog zouden Jehovah’s getuigen een transfusie weigeren.
Zij nemen dit standpunt in omdat zij beseffen dat dit niet louter een medische kwestie is, die aan de beslissing van doktoren of plaatselijke gerechtshoven overgelaten kan worden. Het is een kwestie van bijbelse wetgeving, waarbij christenen betrokken zijn die zich hebben gespecialiseerd in bijbelse wetgeving, die belijden dat zij onder de bijbelse wetgeving staan en vastbesloten zijn de bijbelse wetgeving hoog te houden. Het is wat hen betreft geen voorbijgaande gril, maar een levensbelangrijke morele kwestie waarbij het gaat om Gods wet die verbiedt dat een mens bloed tot zich neemt om zijn leven in stand te houden. Merk op welke bewijzen hiervoor bestaan.
Bijbelse verklaringen omtrent bloed
Hoewel bloed vaak in de bijbel ter sprake komt, zijn er bepaalde gedeelten die vooral met betrekking tot het bloedtransfusievraagstuk van belang zijn:
Zoals staat opgetekend in Genesis 9:3-6, gaf Jehovah God aan Noach en zijn gezin twee bepalingen die in verband stonden met eerbied voor het leven. Ten eerste zei God: „Al het zich bewegende gedierte dat leeft, mag u tot voedsel dienen. . . . Alleen vlees met zijn ziel [leven] — zijn bloed — moogt gij niet eten.” En al mocht de mens dan dieren voor voedsel doden, met betrekking tot menselijk leven bepaalde God: „Al wie het bloed van een mens vergiet, diens bloed zal door de mens vergoten worden, want naar Gods beeld heeft hij de mens gemaakt.”
Hoge achting voor het leven — zoals vertegenwoordigd door bloed — vond ook zijn weerspiegeling in de wet die God later aan de Israëlieten in de oudheid gaf: „Wanneer uw ziel er hevig naar verlangt, moogt gij [dieren voor voedsel] slachten . . . Alleen het bloed moogt gij niet eten. Gij dient het als water op de aarde uit te gieten. Wees alleen vastbesloten het bloed niet te eten, want het bloed is de ziel [of het leven].” — Deut. 12:15, 16, 23; Lev. 17:10-14.
Na de dood van Jezus Christus werd de christelijke gemeente gevormd. Stonden christenen onder alle bepalingen van de Mozaïsche wet? Neen, nochtans was God nog steeds gekant tegen het misbruik van bloed, dat leven vertegenwoordigde. Het christelijke besturende lichaam bepaalde dat zij zich dienden „te onthouden van dingen die door afgoden zijn bezoedeld en van hoererij en van het verstikte en van bloed”. — Hand. 15:19, 20, 28, 29; 21:25.
Dieren? Transfusies?
Nu is het waar dat sommige mensen menen dat deze teksten geen transfusie van bloed afkeuren. Zij geloven dat deze verzen slechts spijswetten vormen met betrekking tot dierlijk bloed, hetgeen weinig van doen lijkt te hebben met het over brengen van menselijk bloed in de aderen ten einde een leven te redden. En bovendien zijn er sommige personen die zeggen dat deze beperkingen slechts van toepassing waren op joden en op joodse christenen, maar voor christenen thans niet meer bindend zijn. Bent u het daarmee eens?
Natuurlijk is het waar dat de Israëlieten die de Mozaïsche wetten met betrekking tot bloed ontvingen, daarbij dachten aan het bloed van dieren die voor voedselgebruik of het brengen van offers gedood waren (Deut. 12:15, 16; Lev. 17:11). Maar hoe zouden zij met menselijk bloed gehandeld hebben? Bedenk het volgende: Omdat de Schepper bloed had aangeduid als de vertegenwoordiging van leven, was het een jood verboden zijn leven met dierlijk bloed in stand te houden. Zelfs al verkeerde zijn leven in gevaar, dan nog zou het voor hem een zonde zijn geweest dierlijk bloed te nuttigen (1 Sam. 14:31-34). Wat dunkt u, zou hij dan hebben geredeneerd dat hoewel dierlijk bloed heilig was en niet gebruikt kon worden, menselijk bloed minder heilig was en wel mocht worden toegepast? Integendeel, de bijbel toont duidelijk aan dat menselijk leven hoger is dan dierlijk leven. Als dus dierlijk bloed (dat leven vertegenwoordigde) al te heilig was om gebruikt te worden, was dan ook menselijk bloed niet heilig?
Sommige mensen beweren dat de bijbelse beperkingen ten aanzien van bloed alleen op de joden van toepassing waren. Maar is dat zo? Bedenk dat lang voordat de wet door bemiddeling van Mozes werd gegeven, God Noach — de voorvader van het hele mensengeslacht — al tegen het misbruik van bloed had gewaarschuwd. Was dat gebod van God louter een spijswet?
Professor G. von Rad heeft erop gewezen dat Genesis 9:3, 4 „in het geheel geen geïsoleerde ’spijswet’ is . . . maar een verordening voor de gehele mensheid” (Genesis — A Commentary, 1961). Bedenk voorts dat in Genesis 9:3-6 het verbod om bloed te gebruiken, was verbonden met Gods verklaring omtrent het feit dat de mens een zelfs nog hogere achting moet hebben voor het leven van zijn medemensen. Rabbijn Benno Jacob merkte hierover op:
„De twee verboden horen bij elkaar. . . . De toestemming om vlees te eten, hoewel zonder het bloed, en het verbod om menselijk bloed te vergieten, duiden op de plaats die de mens in de wereld van het levende inneemt . . . kort gezegd: de reden voor het verbod met betrekking tot bloed is van morele aard. . . . Het latere Judaïsme beschouwde deze passage als de vaststelling van een fundamentele ethiek voor elk menselijk wezen.” (Wij cursiveerden)
Dit wordt gestaafd door het besluit van het christelijke besturende lichaam dat in Handelingen 15:19-29 staat opgetekend. Sommige mensen hebben beweerd dat dit louter een tijdelijke uitbreiding was van de Mozaïsche wet, aanbevolen voor christenen om geen joodse gevoelens te kwetsen. Het christelijke besturende lichaam liet echter duidelijk uitkomen dat de bijbelse wet van christenen vereist dat zij bloed als heilig blijven beschouwen.
Maar wat nu als er zich een noodsituatie voordoet en het erop lijkt dat een bloedtransfusie de beste kansen biedt om „een leven te redden”? Eén medicus wees erop dat een patiënt in
„het volledige bezit van al zijn vermogens het recht heeft elke vorm van medische behandeling die hem wordt aangeboden, te weigeren of te accepteren. Dit recht heeft reeds algemeen erkenning gevonden met betrekking tot rooms-katholieken . . . Derhalve is het moeilijk te begrijpen waarom een Jehovah’s Getuige niet dezelfde vrijheid zou worden gelaten om bloedtransfusie te weigeren. . . . Wanneer men eenmaal het beginsel heeft aanvaard dat een individueel persoon het recht heeft voor zichzelf te kiezen, dan bergt elke actie die dat recht miskent, de mogelijkheid in zich het kleine begin te worden van een proces met verreikende gevolgen. . . . De Staat neemt geleidelijk aan de taak over om voor de individuele persoon beslissingen te nemen. En op die manier houden vrije landen op vrije landen te zijn en worden ze totalitair.”
In nagenoeg alle omstandigheden bestaan er alternatieve behandelingsmethoden die toegepast kunnen worden als bloed niet beschikbaar is of geweigerd wordt. En zelfs al was dat niet het geval, blijft men dan toch niet verplicht om, in overeenstemming met het beginsel van vrijheid en respect voor de rechten van anderen, iemand zelf te laten beslissen welke behandeling hij kan aanvaarden? En dit is zelfs nog belangrijker als een christen een behandeling weigert die zijn begrip van de bijbelse wet en de „fundamentele ethiek” volgens welke hij leeft, geweld aandoet!