Er moet een doel zijn

BIJNA iedereen heeft wel de wens iets tot stand te brengen, tenzij hij zo gefrustreerd is geraakt dat hij de filosofie van ’laat ons eten en drinken, want morgen sterven wij’ tot de zijne heeft gemaakt, maar zelfs degenen die zover zijn gekomen dat zij dit doelloze patroon zijn gaan volgen, hebben een onbevredigd gevoel en zijn niet gelukkig. Zelfs al weet men niet zeker of men een doel zal bereiken, is het toch veel bevredigender naar een bepaald doel toe te werken dan een volkomen doelloos leven te leiden.

Bovendien verlangen de meeste mensen niet alleen naar een waardevol doel in hun leven, maar tegelijkertijd willen zij ook de gelegenheid hebben op een opbouwende manier van het leven te genieten. Zij hebben belangstelling voor de aarde en hun medemensen en beseffen dat slechts die doelstellingen lonend zijn, die tot het welzijn en het geluk van anderen bijdragen. Iemand die openstaat voor de schoonheid van zijn omgeving en voor het goede in andere mensen, voelt zich meer dan ooit aangespoord een doel na te streven. Uit de krachtsinspanningen van duizenden mensen op het gebied van medisch onderzoek en allerlei andere terreinen van de wetenschap blijkt wel duidelijk dat heel veel mensen — in weerwil van alle zelfzuchtige onvolmaaktheid — werkelijk belangstelling voor het welzijn van anderen hebben.

Indien mensen zo’n standpunt kunnen innemen, hoe staat het dan met de Schepper? Indien u vanuit zijn verheven positie op deze aarde zou kunnen neerzien, zou u het dan logisch of bevredigend vinden om alleen maar te zien hoe de elkaar opvolgende geslachten op het toneel verschijnen, een paar woelige en frustrerende levensjaren doormaken en dan weer afsterven? Zou u het zinvol vinden als zo’n schouwspel zich steeds maar weer, tot in het oneindige, zou herhalen? Toen God volgens Jesaja 45:18 verklaarde: ’Ik, de Formeerder van de aarde, heb haar niet louter voor niets geschapen, maar heb haar ter bewoning geformeerd’, bedoelde hij toen dat ze door stervende geslachten bewoond zou worden? Is hij van zins de toestand te laten voortduren op de ijdele manier die een bijbelschrijver als volgt onder woorden bracht: „Het ene geslacht gaat en het andere geslacht komt, maar de aarde blijft altoos staan”? (Pred. 1:4, Nieuwe Vertaling van het Nederlands Bijbelgenootschap) Lijkt dat op het soort van voornemen van een alwijze Schepper? Met het oog op iets beters in het verschiet, moet het doel dat hij voor ogen heeft beslist veel meer omvatten.

Doel blijkt uit menselijk lichaam

Laten wij de levensvormen op aarde eens nader bezien, vooral de mens, de hoogste levensvorm op aarde. Dan ziet u dat geen enkel kenmerk van het menselijk lichaam zonder doel is. Kijk eens naar uw hand. Heeft iemand ooit zo iets handigs en prachtigs kunnen namaken? Denk eens aan de tastzin, de mogelijkheid de vingers zo te bewegen dat ze doen wat u wenst. Geen enkel menselijk voortbrengsel op deze aarde, van een nietige transistor tot een machtig zeeschip, zou zonder hulp van die door God gegeven vingers kunnen zijn gebouwd.

Kijk eens naar uw ogen — twee prachtig gevormde kleine bolvormige film-„camera’s” die perfect samenwerken en kleurenbeelden in drie dimensies opnemen, zonder „ontwikkeltijd”. Het oog is echter nog veel kunstiger dan een camera. Het heeft bijvoorbeeld geen sluiter nodig om de beweging van een object te „bevriezen”. Het neemt beweging waar zonder dat het beeld onscherp wordt en maakt onderscheid tussen bewegende en stilstaande objecten. Deze twee levende camera’s, te zamen met dat deel van de hersenen dat het waargenomene verwerkt, worden in het menselijk embryo uit een paar mineralen, wat eiwit, vet, suiker en water gevormd.

In een wetenschappelijk verslag in de New York Times stond over de wonderbaarlijke hersenen:

’De samenstelling van de hersenen als een fysieke eenheid is zo ingewikkeld dat de grootste elektronische computers in vergelijking daarmee slechts kinderspeelgoed zijn. Zelfs een enkele zenuwcel van de hersenen is uit oneindig veel ingewikkelder deeltjes samengesteld dan de grootste machine welke ooit door mensen is gemaakt. Toch is de hersenschors, de zetel van de hogere mentale functies, die slechts een klein deel van het totale orgaan vormt, reeds uit tien miljard afzonderlijke zenuwcellen samengesteld. Elk daarvan is een ingewikkelde eiwitachtige eenheid die als een levende dynamo dienst doet.’

Onderzoekingen hebben bovendien aangetoond dat van de ongeveer één biljoen cellen die het menselijk lichaam rijk is, elkeen wel één- tot tweeduizend verschillende chemische reacties tegelijk kan uitvoeren!

Aarde ontworpen als ideaal tehuis voor de mens

Wanneer u uw blik op de aarde zelf richt, ziet u duidelijk dat het voor de mens een wonderbaarlijke plaats is om op te wonen — precies de juiste plaats. Toen de man en de vrouw op aarde geplaatst werden, was alles wat zij voor hun onderhoud en een gelukkig leven nodig hadden, hier aanwezig. Zelfs thans voorziet de ecologie — althans daar waar de mens die niet te veel heeft verstoord — in alles wat de mensheid nodig heeft. In een voordracht voor een groep studenten in Brooklyn, New York, werd hier de nadruk op gelegd. De spreker zei:

’Hoezeer is deze aarde, net als een letterlijk huis, met zorg ontworpen en toegerust! Een letterlijk huis heeft bijvoorbeeld een lichtpunt in het plafond; de aarde heeft die ook — de zon. Een letterlijk huis heeft een nachtlichtje in de gang; de aarde ook — de maan. God zei dat de maan een licht zou zijn dat over de nacht zou heersen (Gen. 1:14-18). Hij is zwak lichtgevend en verschaft een zachte gloed die de slaap niet verstoort.

Een letterlijk huis heeft een stelsel van waterleidingbuizen om water naar verschillende kamers te voeren; de aarde heeft ook een waterleidingsysteem dat het water door ondergrondse gangen of kanalen naar alle delen der aarde voert. Zelfs in de bergen vinden wij sprankelende bronnen. Op sommige plaatsen in de Sahara behoeft men maar enkele decimeters te graven om water te krijgen.

In de kelder van een gezinswoning ligt brandstof opgeslagen voor de verwarming; in de „kelder”-voorraden van de aarde liggen eveneens olie en steenkool te wachten om door de mens benut te worden. In de kelderruimte van een huis vindt men gewoonlijk wel stukjes koper, ijzer en andere metalen die worden gebruikt om dingen te maken of te repareren. Wel, de aarde heeft ook van die „keldervoorraden”: ijzer, koper, zilver, goud, platina en nog andere. Ook zijn er diamanten, robijnen en talloze andere edelstenen om de vrouwen van dit aardse „gezin” in staat te stellen zich daarmee in schoonheid te tooien.

In een huis kunt u in de provisiekast een verscheidenheid aan voedsel aantreffen. De aarde bezit een rijk voorziene „provisiekast” met een overvloed aan heerlijke voedselsoorten: vruchten, bessen, meloenen, groenten, granen en nog vele soorten meer om de mensheid in leven te houden.’

Kan iemand met verstand zeggen dat al die dingen daar zonder doel zijn terechtgekomen, of dat ze bij toeval zijn ontstaan? Wanneer een huis op die manier is toegerust, dan weten wij toch dat er een ontwerper moet zijn geweest?

Het mooie van dit alles is dat de mens voor de aarde en de aarde voor de mens is gemaakt, doelbewust. God spreekt over de aarde als zijn gave aan de mensheid (Ps. 115:16). De mens zou, als degene die de heerschappij over de aarde zou voeren, beslist even geschikt moeten zijn voor een gelukkig leven op aarde als de dieren (Gen. 1:26-28). Wanneer mensen van hun geestelijke en lichamelijke gebreken zouden zijn verlost, zouden zij zich in een passende omgeving evenzeer thuis voelen als bijvoorbeeld de berggeiten in hun natuurlijke woongebieden. Deze dieren springen zonder te missen van steen op steen langs een praktisch steile rotswand. (Vergelijk Job, hoofdstuk 39.) Wanneer de mens de volledige beschikking en controle over zijn vermogens zou hebben, met gevoelige en waakzame zintuigen, zou hij dan niet nog beter in staat zijn zonder ongelukken te leven dan deze dieren? Denk eens aan de ongelooflijk nauwkeurige, bliksemsnelle toeren die nu reeds door onvolmaakte, maar goed getrainde acrobaten kunnen worden uitgevoerd.

’s Mensen geestelijke vermogen

Als wij dit alles beschouwen, lijkt het dan niet gepast dat de mens langer dan zeventig of tachtig jaar van het leven zou genieten? Dit wordt zelfs een nog dwingender vraag als wij de mens beschouwen naar zijn persoonlijkheid, zijn gevoelens en zijn hoop. De bijbel zegt dat de mens ’naar het beeld en de gelijkenis van God’ werd gemaakt (Gen. 1:26). De mensen bezitten een moreel besef en het vermogen geestelijke dingen te begrijpen en te waarderen, eigenschappen die de dieren niet hebben, en indien dit geestelijke vermogen van de mens niet bevredigend wordt gevuld, kan een mens niet gelukkig zijn. Jezus Christus zei: „Gelukkig zijn zij die zich bewust zijn van hun geestelijke nood” (Matth. 5:3). Iemand die zich van zijn geestelijke nood bewust is, zal die proberen te lenigen. God is bereid de ernstige zoeker bevrediging te schenken. Jezus zei: „Bidt en u zal gegeven worden; zoekt en gij zult vinden; klopt en u zal opengedaan worden. Indien dan gij, hoewel gij slecht zijt, goede gaven weet te geven aan uw kinderen, hoeveel te meer zal uw Vader in de hemelen het goede geven aan hen, die Hem daarom bidden?” — Matth. 7:7, 11, NBG.

Indien u met droefenis de bestaande verwarring gadeslaat en indien u zoekt naar het antwoord op de vraag: ’Wat is het doel van het leven?’, bent u zich bewust van een geestelijke nood. Wij hopen dat het volgende artikel bemoedigend voor u zal zijn.

[Illustratie op blz. 5]

Het oog is een wonderbaarlijke, vol-automatische kleuren-„camera” die ook bewegingen haarscherp kan vastleggen

HOORNVLIES

IRIS

STRAALVORMIG LICHAAM

LENS

NETVLIES

HARDE OOGROK

VAATVLIES

[Illustratie op blz. 5]

Eén cel in het menselijke lichaam, ingewikkelder dan een reusachtige fabriek, kan in alle stilte één- tot tweeduizend chemische reacties tegelijk uitvoeren

[Illustratie op blz. 6]

Een goede huisvader regelt het zo dat alles wat zijn gezin nodig heeft in huis aanwezig of opgeslagen is

[Illustratie op blz. 7]

Jehovah, de grote huisvader, is ervoor verantwoordelijk dat alles wat zijn gezin nodig heeft, in zijn huis aanwezig of opgeslagen is