Wat kan er aan staar worden gedaan?
ELK jaar overkomt het meer dan een miljoen mensen. Tweemaal zoveel vrouwen als mannen worden erdoor getroffen. Mensen in de zestig zijn de voornaamste slachtoffers, maar in feite kan het zich op elke leeftijd voordoen, zelfs al voor de geboorte. Waar praten we over?
Verlies van gezichtsvermogen door staar (ook wel cataract genoemd of, ter onderscheiding van glaucoom of groene staar, grijze staar). Ongetwijfeld hebt u er wel van gehoord. Maar wat is staar precies? En wat kan er worden gedaan om na het optreden van staar het gezichtsvermogen te herstellen? Laten we om te beginnen uw oog eens wat meer van nabij bestuderen.
De oogbol is een ingewikkelde opnamecamera voor driedimensionale „kleurenfilm”. Hij is bolvormig en voor het overgrote deel gevuld met een geelachtige, doorzichtige vloeistof, het glasvocht genaamd. Dit vocht ligt opgesloten binnen een „huid” bestaande uit drie lagen: aan de buitenkant de harde oogrok, daarbinnen het vaatvlies en vervolgens het netvlies. Maar geen van deze lagen omgeeft de oogbol geheel. Allemaal zijn ze aan de voorkant van het oog onderbroken.
In het voorste deel van de oogbol gaat de harde oogrok over in een doorzichtig weefsel, het hoornvlies, dat als een bolle schotel iets buiten de oogbol steekt. Achter dit uitstekende vlies ligt de iris of het regenboogvlies, dat het oog zijn ’kleur’ verleent — een dun cirkelvormig gordijn van spierweefsel dat in het midden is voorzien van een ronde opening (de pupil). Twee stel spieren in de iris kunnen de grootte van de pupil wijzigen en zodoende de hoeveelheid binnentredend licht regelen. Tussen het hoornvlies en de pupil ligt een ruimte, de „voorste oogkamer”, welke is gevuld met een heldere, doorzichtige vloeistof.
Ongetwijfeld weet u dat uw ogen zelf in feite niets ’zien’. Het ’enige’ dat ze doen is het buigen en bundelen van lichtstralen ten einde op het netvlies een scherp beeld van de omgeving te projecteren, dat door de oogzenuw (die aan de achterkant de oogbol binnentreedt) in de vorm van zenuwimpulsen naar het gezichtscentrum van de hersenen kan worden doorgezonden en daar wordt ’begrepen’. Om deze beeldvorming mogelijk te maken beschikt het oog over nog een element, dat nog niet is genoemd.
De lens van doorschijnend weefsel. Deze heeft ongeveer de grootte van een aspirinetablet en is zowel aan de voor- als de achterzijde bol van vorm, „biconvex” noemt men dat. Samen met het hoornvlies zorgt deze lens voor de buiging en projectie van de lichtstralen op de achterkant van de oogbol of het netvlies. Spieren waaraan hij is opgehangen kunnen hem van vorm doen veranderen, zodat hij onafhankelijk van de afstand voorwerpen scherp kan projecteren. Bij een dwarse doorsnede van de lens blijkt hij bij instelling op verre voorwerpen minder bol te zijn dan bij de waarneming van dichtbij gelegen objecten.
Staar en ouderdom
Staar is een aandoening die zich in de lens ontwikkelt. Er ontstaan troebelingen in de lens, die zich uiteindelijk over het gehele lensveld uitstrekken en de doorzichtigheid van de lens volkomen teniet doen. De Latijnse benaming voor staar, „cataract”, is afgeleid van het Latijnse woord voor waterval en ontstaan doordat het de vroegere geneesheren toeleek alsof er bij staar een sluier van vuile vloeistof over de lens was gevallen.
Sommige mensen menen dat staar uit bepaalde groeisels in de lens bestaat. Maar dat is niet het geval. „Bij staar is geen sprake van groeisels of nieuwvormingen in het oog”, aldus Dr. D. K. Berler, „het is eenvoudig een verandering in de helderheid van de normale lens.” Maar wat is daar de oorzaak van?
De oorzaken van staar zijn nog niet volledig bekend. Een bijna altijd aanwezige factor is niettemin de ouderdom. De lens van uw oog vormt geen massief geheel, zoals een stuk glas, maar is een levend orgaan dat tijdens uw leven voortdurend blijft groeien. Hij is, net als een ui, uit verscheidene cellagen opgebouwd, en naarmate er zich nieuwe lagen vormen, komen de lagen daaronder onder druk te staan, verliezen vocht en worden hard en stijf. In de loop der tijd kunnen ook de eiwitten in de kern van de lens veranderingen ondergaan zodat ze een andere kleur krijgen: donkergeel, bruin of soms zelfs bijna zwart. Mogelijk is ook dat de vezels in de buitenlagen opzwellen en van vorm veranderen, zodat er holten ontstaan die zich met vocht en afvalstoffen vullen. Zulke onvolkomenheden verstrooien het licht en brengen een verslechtering van het gezichtsvermogen teweeg.
Andere oorzaken
Ouderdom is echter niet de enige oorzaak van staar. Wellicht dat het probleem in de suikerstofwisseling is gelegen. Bij één onderzoek trad aan het licht dat suikerpatiënten een vier- tot zesmaal zo grote kans lopen staar te krijgen dan niet-suikerpatiënten van dezelfde sekse en leeftijd. Wat is daar de oorzaak van? Volgens een artikel in Scientific American van december 1975 leidt suikerziekte tot de aanwezigheid van een extra hoge concentratie glucose in het vocht van de voorste oogkamer. Dit brengt in de lens een chemische reactie teweeg, die daar leidt tot het ontstaan van de suikeralcohol „sorbitol”. Dit heeft een druktoename in de lensvezels tot gevolg, en dat op zijn beurt weer dat de vezels meer vocht gaan opnemen uit de voorste en binnenste oogkamer. De vezels zwellen op en scheuren, en de lens verliest uiteindelijk volkomen zijn doorzichtigheid.
Tot de andere oorzaken van staar kunnen behoren: een drastische verandering in de voeding (zodat er een tekort aan vitamines en andere noodzakelijke voedingselementen ontstaat) of een slag op het oog, dan wel de beschadiging van het oog door een scherp voorwerp, waarbij de lens beschadigd of verplaatst raakt (men spreekt dan van een „traumatische staar”). Volgens het boek Living with Your Eye Operation kan staar ook komen van „ultraviolet licht, röntgenstraling, infrarode of warmtestraling en andere soorten van straling, waaronder microgolfstraling uit microgolfovens, radarstraling en diathermie”. Dit boek raadt daarom aan oogkleppen of een speciale bril te dragen wanneer u onder de hoogtezon zit of met andere apparatuur werkt die schadelijke straling uitzendt.
Kunt u aanhoudende gezichtsvermindering voorkomen?
Hoewel niemand u de garantie kan geven dat u nooit staar zult krijgen, zijn er wel maatregelen te nemen om er slechts minimale hinder van te ondervinden. Wat voor maatregelen?
Wel, het is gebleken dat in veel gevallen een voeding rijk aan vitamines A, B (vooral B2 of robiflavine) en C de ontwikkeling van staar wezenlijk kan vertragen. Zou zo’n voeding ook u kunnen helpen? En houd als suikerzieke natuurlijk rekening met uw ziekte. Een juiste behandeling kan ernstige complicaties (met eventuele staar als gevolg) voorkomen.
Het is bovendien verstandig geregeld uw ogen te laten onderzoeken wanneer u eenmaal de leeftijd hebt bereikt waarop de kans op staar het grootst is. In een interview in het weekblad U.S. News & World Report gaf Dr. C. Kupfer, directeur van het Amerikaanse Ooginstituut, het volgende advies:
„We gaan er vanuit dat elk kind bij de geboorte op aangeboren oogafwijkingen wordt onderzocht. Vervolgens is een onderzoek op de leeftijd van 3 1/2, 4 1/2 jaar op zijn plaats. En dan, wanneer er zich verder geen problemen voordoen, zou ik wachten tot het kind de puberteit bereikt.
Daarna zijn er volgens mij geen geregelde onderzoeken meer nodig tot omstreeks het vijfenveertigste jaar, tenzij er zich natuurlijk eerder symptomen van moeilijkheden gaan voordoen. Nadien is het tot het zestigste jaar verstandig geregeld eens in de twee jaar een oogarts te raadplegen, omdat men in die periode telkens een nieuwe bril nodig heeft zodra men moeilijkheden gaat krijgen met het zien op korte afstand.”
Hebt u nog pas uw ogen laten controleren?
De meest gewone behandeling van staar is de chirurgische verwijdering van de vertroebelde lens. Toch hoeft die ingreep nog niet direct plaats te vinden; het is in sommige gevallen mogelijk met de juiste maatregelen een tijdlang uitstel te bereiken onder handhaving van een goed gezichtsvermogen. In enkele gevallen is de staar bijvoorbeeld erg klein en gelegen bij het centrum van de lens. Dan kan de arts druppels voorschrijven die de pupil verwijden, zodat er meer licht langs die randen van de lens naar binnen kan treden, en men als het ware ’om de staar heen’ kan zien. In andere gevallen, die ook vrij zeldzaam zijn, vormt de staar zich aan de rand van de lens, terwijl het midden goed doorzichtig blijft. Dan kunnen speciaal geslepen brilleglazen of speciale contactlenzen, met de eigenschap dat ze het licht meer naar het midden van het oog bundelen, uitkomst bieden.
Maar wanneer alleen nog maar een operatieve verwijdering van de lens herstel van gezicht kan geven? Is dat dan een gevaarlijke of pijnlijke operatie? En wat zijn de vooruitzichten op het herkrijgen van een goed gezichtsvermogen?
’Achtennegentig percent succes’
„De verwijdering van staar is de meest succesvolle operatie ter voorkoming van blindheid”, aldus het boek Living with Your Eye Operation, dat hier nog aan toevoegt: „Heden ten dage heeft men met staaroperaties in ongeveer achtennegentig percent van de gevallen succes”. Hoe succesvol deze operatie wel is, moge blijken uit het verbijsterende aantal van een kwart miljoen staaroperaties dat elk jaar in de Verenigde Staten wordt uitgevoerd. . . . Ongeveer vijfentachtig percent van alle personen die voor staar worden geopereerd, krijgen weer hun normale gezichtsvermogen terug.”
De operatie zelf is niet bijzonder pijnlijk. Gewoonlijk wordt de patiënt onder een lichte verdoving de operatiezaal binnengereden — nog wel bij bewustzijn, maar erg rustig. Dan ontvangt hij enkele kleine injecties om de oogspieren te verdoven, waarna de dokter ertoe overgaat de troebele lens te verwijderen. Hoe speelt hij dat klaar?
Wel, na de oogleden uiteengeweken te hebben, maakt hij een kleine boogvormige insnijding langs de rand van de gekleurde iris, daar waar deze aan het wit van het oog grenst. Dan kan het hoornvlies worden weggevouwen en heeft hij toegang tot de lensruimte. Sommige chirurgen verwijderen ook een klein gedeelte van de iris. Daarna gebruiken zij een speciaal enzym om de fijne „zonula-vezels” op te lossen waarin de lens ligt opgehangen, zodat hij gemakkelijker te verwijderen is.
Voor het verwijderen van de lens bestaan diverse methoden. Sommige chirurgen gebruiken een pincetachtig tangetje. Anderen hanteren daarvoor een stift die is verbonden met een vrieseenheid, zodat de top een temperatuur van constant 10 graden onder nul heeft. De lens bevriest en vriest ook vast aan de stift zodat hij er gemakkelijk in zijn geheel is uit te halen. Wanneer de lens weg is, wordt de lensholte opgevuld met een zoutoplossing, om de juiste vorm en inwendige druk van het oog te behouden.
Een andere methode van lensverwijdering heeft de naam facoëmulsificatie gekregen. Men gebruikt daarbij een speciale stift waarmee men de lens aanprikt. Dr. Berler verklaart: „Die stift trilt met een frequentie van 40.000 trillingen per seconde, en schudt het staarmateriaal tot kleine deeltjes, die daarna door een hele dunne buis worden afgezogen. Met een tweede buis wordt vloeistof in het oog gespoten, zodat er een constante doorstroming is van ingaande vloeistof en uitgaand vuil.” Een voordeel van die methode is dat er slechts een heel kleine insnijding gemaakt hoeft te worden om de speciale trilstift toegang tot de lens te geven. Die insnijding is met één enkele hechting te dichten, en de patiënt zal misschien al dezelfde dag of iets later het ziekenhuis kunnen verlaten.
Na de operatie
Een staaroperatie laat echter een oog achter zonder lens, een oog dat geen scherpe beelden meer op het netvlies kan werpen. Wat is daaraan te doen?
Speciale brilleglazen zijn de meest geijkte vervanging voor verwijderde lenzen. Staarbrillen hebben echter erg dikke glazen, en behalve dat ze zwaar zijn, vergroten ze alles ook 25 tot 30 percent, zodat voorwerpen dichterbij lijken dan in werkelijkheid het geval is. Bovendien geven ze een sterke vertekening aan de randen. Wanneer iemand met een staarbril op, naar boven of naar opzij wil kijken, moet hij leren om niet zijn ogen, maar zijn hele hoofd te draaien.
Een groot deel van dit probleem valt weg bij het gebruik van contactlenzen. Die vergroten veel minder, en omdat ze vlak op het hoornvlies liggen, bewegen ze met het oog mee, zodat men geen overdreven bewegingen meer met het hoofd hoeft te maken.
Enkele onderzoekers hebben zich ook beziggehouden met de ontwikkeling van plastic lenzen, die ter vervanging van de gewone lens in het oog geplaatst kunnen worden. Eén soort past zelfs in dezelfde holte als de oorspronkelijke ooglens. Een andere soort moet voor het regenboogvlies worden aangebracht. Maar deze lenzen zijn star van vorm zodat men ze niet op diverse afstanden kan instellen.
Is uw gezichtsvermogen wazig geworden? Is het probleem misschien staar? Zo ja, dan zal een betrekkelijk eenvoudige en pijnloze operatie te zamen met het gebruik van corrigerende lenzen u waarschijnlijk een goed gezichtsvermogen kunnen teruggeven. Is dat niet een bezoek aan de oogarts waard?
[Diagram op blz. 9]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
IRIS
HOORNVLIES
LENS
VOORSTE OOGKAMER
GLASVOCHT
HARDE OOGROK
VAATVLIES
NETVLIES
[Diagram op blz. 10]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
VERGROTING VAN DE LENS
Kern
Troebelingen in de cellagen die de kern omgeven
De staar kan zich ontwikkelen in de kern van de lens of in de lagen die de kern omgeven