Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g77 8/9 blz. 26-29
  • Dienen christenen zich bezig te houden met exorcisme?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Dienen christenen zich bezig te houden met exorcisme?
  • Ontwaakt! 1977
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Wat is exorcisme?
  • Maar is het schriftuurlijk?
  • Iets opvallends ontbreekt
  • Waarom schijnt het dan te werken?
  • Is er dan helemaal geen hulp?
  • Exorcisme
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Exorcisme
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Bezetenheid
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Spiritisme
    Hulp tot begrip van de bijbel
Meer weergeven
Ontwaakt! 1977
g77 8/9 blz. 26-29

Wat is de zienswijze van de bijbel?

Dienen christenen zich bezig te houden met exorcisme?

ANNELIESE MICHEL was slechts drieëntwintig jaar oud, en studeerde voor onderwijzeres in Klingenberg aan de Main, in West-Duitsland, toen zij op 1 juli 1976 de hongerdood stierf, nog geen 32 kilo zwaar. Haar dood wekte heel wat beroering.

Anneliese Michel stierf nadat twee rooms-katholieke priesters hadden gepoogd vijf duivels uit het lichaam van de jonge vrouw te drijven. Dit gaf aanleiding tot grote kritiek, aangezien veel Duitsers exorcisme of duiveluitbanning een middeleeuwse rite vinden die niet meer in deze tijd thuishoort.

Wellicht dat het exorcisme bij u enige vragen oproept. Wat is het precies en werkt het inderdaad? Belangrijker is echter de vraag: Dienen christenen zich met exorcisme bezig te houden?

Wat is exorcisme?

An Encyclopaedia of Occultism vermeldt er het volgende over: „Exorcisme is overeenkomstig de aanvaarde definities, volgens Smedley, het bezweren en onderwerpen van de duivel en andere boze geesten aan bevelen en strikte gehoorzaamheid door het gebruik van bepaalde woorden en ceremoniën.”

De definitie die de New Catholic Encyclopedia van „exorcisme” geeft, luidt ten dele: „Het uitbannen (of afweren) van demonen of boze geesten uit personen, plaatsen of dingen die werkelijk, of naar vermeend, door deze bezeten zijn of gebruikt worden, of die de kans lopen slachtoffers of werktuigen van hun kwaadaardigheid te worden.”

Het Kerkelijk Wetboek van de Rooms-Katholieke Kerk staat geordineerde geestelijken toe exorcismen of uitbanningen te verrichten. De New Catholic Encyclopedia verklaart: „Vroeger gebruikte men voor deze ceremonie (de wijding tot exorcist) het boek met exorcismen; tegenwoordig mag dit ook het Pontificale, het Missaal, of het Rituale zijn. Het overhandigen van het boek aan de kandidaat vormt de noodzakelijke handeling, en de woorden van de geordineerde prelaat, zoals die in het Pontificale staan, de noodzakelijke formule.”

Maar is het schriftuurlijk?

In de Schrift wordt ons verteld: „Nadat het echter avond was geworden, bracht men vele door demonen bezetenen tot hem [Jezus Christus]; en met een woord wierp hij de geesten uit, en hij genas allen die er slecht aan toe waren” (Matth. 8:16). Jezus wierp dus demonen uit, en wanneer dit had plaatsgevonden, werd de persoon in kwestie geestelijk weer volkomen normaal. Tussen twee haakjes zij opgemerkt dat er verschil bestaat tussen bezetenheid door demonen en gewone ziekten, want Christus genas beide soorten van kwalen. — Mark. 1:32-34.

Met welke autoriteit en kracht dreef Jezus demonen uit? Zijn autoriteit was van Jehovah God afkomstig, en door demonen uit te werpen uit bezeten personen, bewees Jezus dat hij Gods Gezalfde, de Messías, was. De demonen waren, hoewel tegen hun wil, wel gedwongen Jezus’ autoriteit te erkennen (Matth. 8:28-34). En hoe zouden zij hem ooit hebben kunnen weerstaan? Onder andere omstandigheden, op de avond van zijn verraad, zei Jezus: „Of denkt gij dat ik geen beroep op mijn Vader kan doen om mij op dit ogenblik meer dan twaalf legioenen engelen te verschaffen?” (Matth. 26:53) Hoe zou zo’n overmacht ooit met succes door één enkele demon, verscheidenen van hen, of zelfs een legioen demonen bestreden kunnen worden? — Luk. 8:26-30.

Jezus liet er geen twijfel over bestaan met behulp van welke kracht hij demonen uitwierp. De evangelieschrijver Lukas vertelt ons dat Jezus door middel van „de vinger Gods” demonen uitdreef. Maar wat is de symbolische betekenis hiervan? Matthéüs’ evangelieverslag maakt dit duidelijk door erop te wijzen dat Jezus door middel van ’Gods heilige geest’, of Jehovah’s werkzame kracht, demonen uitdreef (Luk. 11:20; Matth. 12:28). Jezus zelf beleed dat Gods kracht hem in staat stelde demonen uit te drijven. — Mark. 5:18-20.

Jezus Christus schonk zijn twaalf apostelen, en later ook de zeventig mannen die hij uitzond, autoriteit over de demonen. Bijgevolg waren zij in staat om in de naam van Jezus door demonen bezeten personen te genezen (Luk. 9:1; 10:1, 17). Zelfs een man die Jezus niet persoonlijk vergezelde, was in staat met gebruikmaking van Jezus’ naam demonen uit te werpen (Mark. 9:38-40). Na Christus’ dood behielden de apostelen deze macht. De apostel Paulus wierp bijvoorbeeld een „waarzeggende demon” uit een slavin uit. — Hand. 16:16-18.

Iets opvallends ontbreekt

Verrichtte Jezus een of ander speciaal ritueel ten einde de demonen uit te werpen? Hielden Christus, zijn apostelen of zijn andere discipelen een seance, of wendden zij de een of andere vorm van magie aan wanneer zij door demonen bezetenen verlosten?

Neen. Noch Jezus noch zijn eerste-eeuwse volgelingen bezaten of gebruikten een of ander „boek met exorcismen”. Bovendien treft men nergens in de Heilige Schrift woorden of zinnen aan die bedoeld zijn als doeltreffende formules om er goddeloze geesten mee uit te drijven.

Om die reden is het gebruik van een of andere vorm van magie niet verenigbaar met het ware christendom. Jehovah God gelastte zijn volk in vroeger eeuwen: ’Er dient onder u geen beoefenaar van magie te worden gevonden’ (Deut. 18:10). Betekenisvol is ook de handelwijze van degenen die in het oude Éfeze christenen werden. Ons wordt verteld: „Vrij velen van hen die magische kunsten hadden beoefend, brachten hun boeken bijeen en verbrandden ze ten aanschouwen van iedereen” (Hand. 19:18, 19). De stad Éfeze was beroemd om zijn „Efezische letters”. We lezen daarover: „Dit schijnen bepaalde letter- of woordcombinaties te zijn geweest, waarvan men geloofde dat ze, door ze met bepaalde intonaties uit te spreken, de kracht bezaten om ziekten of boze geesten te verdrijven.” Maar degenen in het oude Éfeze die christenen werden, vermeden het ook maar iets met deze wereldberoemde „Efezische letters” te maken te hebben.

Waarom schijnt het dan te werken?

Dat Jezus Christus en zijn eerste discipelen demonen konden uitdrijven, geeft het bijbelverslag ons te kennen. Wat gebeurde er evenwel toen bepaalde bedriegers, de zeven zonen van de priester Sceva, dit in de naam van „Jezus, die door Paulus wordt gepredikt”, trachtten te doen? Wel, de door een demon bezeten man overmeesterde hen en scheurde hen de kleren van het lijf (Hand. 19:13-16). Dus niet alle exorcisten hebben succes, zelfs niet als zij Jezus’ naam gebruiken.

Jezus Christus zelf zei: „Velen zullen op die dag tot mij zeggen: ’Heer, Heer, hebben wij niet . . . in uw naam demonen uitgeworpen . . .?’ En toch zal ik hun dan in het openbaar bekendmaken: Ik heb u nooit gekend!” (Matth. 7:22, 23) Het is waar dat men soms hoort dat geestenmediums demonen uitdrijven. Maar het staat zonder meer vast dat noch zijzelf noch hun uitdrijvingspraktijken Gods goedkeuring genieten, want Jehovah God verklaarde: „Wendt u niet tot de geestenmediums.” — Lev. 19:31.

De Farizeeën uitten de valse beschuldiging dat Jezus Christus door bemiddeling van Beëlzebul (Satan de Duivel) demonen uitwierp. Maar wanneer hun „zonen” of discipelen demonen uitdreven, plachten zij te zeggen dat dit aan Gods heilige geest, of werkzame kracht, moest worden toegeschreven. De Farizeeën zondigden derhalve tegen de heilige geest door de duidelijke werking ervan te loochenen toen Jezus demonen uitwierp (Matth. 12:22-32). In werkelijkheid waren de „zonen” van de Farizeeën en anderen die geen discipelen van Jezus waren, kinderen van de Duivel (Joh. 8:44; 1 Joh. 3:10). Iedere daad van duiveluitdrijving waar zij aanspraak op maakten, verrichtten zij dus feitelijk als werktuigen van Satan. Maar door hen aldus te gebruiken, zou de Duivel niet tegen zichzelf verdeeld zijn. — 2 Kor. 11:14.

De Duivel zou op deze wijze zijn macht en invloed over misleide personen bevorderen of vergroten. Als bijvoorbeeld een beoefenaar van valse religie een demon zou uitdrijven, zal dan degene die van zijn bezetenheid is verlost hier niet bijzonder dankbaar voor zijn? En is het niet redelijk dat hij, zijn familie en zijn vrienden zouden denken dat de exorcist iemand was met een waar geloof in God? Zouden zij niet geneigd zijn diens religie te onderzoeken, en zich misschien wel bij die organisatie aan te sluiten? Als dat zou gebeuren, zou Satan een overwinning hebben behaald. Hij zou de misleide personen hebben weggeleid of afgeleid van de ware religie, de aanbidding van Jehovah God „in geest en waarheid”. — Joh. 4:23, 24.

Het is waar dat Jehovah God Jezus’ discipelen gedurende de „kinderjaren” van de christelijke gemeente vaak in staat stelde onder de machtige werking van zijn heilige geest wonderen te verrichten. Maar toen eenmaal bewezen was dat de „hand van Jehovah” met de volgelingen van Jezus Christus was, waren dergelijke wonderbare gaven van de geest niet langer nodig (Hand. 11:21). Daarom zouden de wonderbare gaven van de geest en de ongewone demonstraties van de macht ervan verdwijnen. — 1 Kor. 13:8-13.

Is er dan helemaal geen hulp?

Maar hoewel er dus geen schriftuurlijke machtiging bestaat om in deze tijd exorcismen te verrichten en ware christenen zich daar niet mee bezighouden, betekent dit niet dat godvruchtige personen geen bescherming tegen goddeloze geestenkrachten hebben. Zij beschikken beslist over alle noodzakelijke hulp.

Een ieder die meent dat hij aan aanvallen van goddeloze geestenkrachten blootstaat, dient spiritisme, waarzeggerij en alle daarmee verband houdende praktijken te vermijden (Deut. 18:10-12). Als hij door „stemmen” vanuit het geestenrijk gekweld wordt, dient hij, ongeacht wie zij beweren te zijn, geen acht te slaan op hetgeen zij zeggen. In plaats daarvan is het belangrijk te beseffen dat de demonen de bron zijn en datgene wat er gezegd wordt, te verwerpen. — 2 Thess. 2:9.

Het is duidelijk dat wil iemand goddeloze geestenkrachten weerstaan, hij zich dient te hoeden voor omgang met degenen die in magie, tovenarij en dergelijke liefhebberen, en in plaats daarvan omgang zal moeten zoeken met degenen die ware christenen zijn (1 Kor. 15:33). Hij dient zijn lichaam en zijn huis van ieder voorwerp te ontdoen dat op enigerlei wijze met demonische religie verband houdt. Tevens is het van wezenlijk belang de ’volledige geestelijke wapenrusting van God’ aan te doen. Deze omvat ’uitrustingsstukken’ als de gordel van waarheid en „het borstharnas van rechtvaardigheid”. — Ef. 6:11-18; 2 Petr. 3:11.

Geloof in Jehovah stellen en vurig tot hem bidden is bijzonder belangrijk. Als men een aanval van demonen te verduren heeft, is het van wezenlijk belang door bemiddeling van Jezus Christus tot Jehovah God te bidden en daarbij de Goddelijke Naam te gebruiken. „De naam van Jehovah is een sterke toren. Hier snelt de rechtvaardige binnen en ontvangt bescherming” (Spr. 18:10; Fil. 4:6, 7). Ook de aangestelde opzieners in de christelijke gemeente bieden graag hulp aan degenen die God wensen te dienen maar die door demonen worden gekweld. Maar vooral is de geesteshouding van iemand zelf belangrijk. Het is van essentieel belang goddeloze geestenkrachten te weerstaan en dit heeft succes. „Weerstaat de Duivel”, zo schreef de discipel Jakobus, „en hij zal van u wegvluchten.” — Jak. 4:7.

Het hedendaagse exorcisme en de ermee gepaard gaande riten zijn niet de oplossing voor personen die door demonen bezeten zijn. Jehovah God heeft daarentegen in liefdevolle bescherming tegen goddeloze geestenkrachten voorzien, en voorzichtige personen zullen graag van deze bescherming gebruik willen maken. Neen, christenen dienen zich niet met exorcisme bezig te houden, maar dienen hun geest en hart op de aanbidding en dienst van hun hemelse Vader gericht te houden.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen