Hoe beziet u uw kinderen?
„EEN zegen.” „Een geschenk van God.” „Een bron van ware vreugde.” „Een lust voor het hart.” Wat is het hartverwarmend dergelijke uitspraken van verschillende ouders te horen! Te meer daar niet alle ouders hun kinderen als een zegen beschouwen.
Maar de vraag is: Hoe denkt u over uw kinderen? Geniet u van de vele aspecten van uw ouderlijke taak? Verzekert u uw kinderen voortdurend van uw liefde voor hen en van uw dankbaarheid dat u hen bezit? Wanneer hebt u hen voor het laatst in uw armen genomen en uw genegenheid voor hen tot uitdrukking gebracht?
Zeker, het ouderschap is geen gemakkelijke taak. Het betekent moeilijk, veeleisend en dikwijls frustrerend werk. Toch kan het buitengewoon lonend zijn. En de goede resultaten die worden bereikt, overtreffen verreweg de problemen waar men gaandeweg mee te kampen krijgt. Zo denken vele ouders erover. U ook?
Natuurlijk bestaan er afwijkende meningen. Niet alle ouders aanvaarden hun taak met vreugde. Voor sommigen betekenen hun kinderen misschien een inbreuk op hun privacy of vrijheid, aangezien door de kinderen misschien een bepaald plan is gedwarsboomd.
Anderen waren misschien emotioneel nog niet toe aan de ingewikkelde rol van het ouderschap. Weer anderen maken misschien bezwaren tegen de opofferingen die zij zich voor hun taak moeten getroosten. Maar wat de reden ook moge zijn, het is een trieste zaak. Te meer omdat dergelijke negatieve zienswijzen zonder enige twijfel van invloed zullen zijn op de wijze waarop deze ouders hun kinderen zullen bezien en behandelen. Ja, sommige ouders betitelen hun eigen kinderen zelfs als „schorem” of „tuig”. Het is dan ook geen wonder dat bepaalde kinderen onhandelbaar zijn. Zij voelen zich ongewenst en onbemind en proberen dit op allerlei manieren te wreken.
Positieve aspecten van het ouderschap
Maar hoe staat het met die ouders die wel om hun kinderen geven en hen liefhebben? Kunnen wij iets van hen leren? Kan hun kijk op hun kinderen ons enig inzicht geven, zodat wij geholpen worden tot een juiste waardebepaling van onze eigen gevoelens te komen? Zeer beslist. De positieve wijze waarop zij over hun kinderen denken, blijkt uit de vruchten die zij voortbrengen: kinderen die met liefde en gehoorzaamheid reageren op de opvoeding en verzorging die zij krijgen en die opgroeien tot verantwoordelijke en liefhebbende volwassenen. Vervolgens dragen zij op hun beurt de beginselen en de goede opvoeding die zijzelf in hun jeugd hebben gekregen, op hun kinderen over. En is dat niet wat het ouderschap feitelijk behelst?
Maar hoe staat het met uw kinderen? Reageren zij gunstig, zijn zij gehoorzaam, tonen zij respect? Zo niet, dan is dat nog geen reden om te wanhopen. Het is echter niet onredelijk wanneer u verwacht dat zij aldus op uw opvoeding zullen reageren. Waarom zeggen wij dit? Omdat kinderen door de Schepper zelf onder het rechtstreekse toezicht van hun ouders zijn geplaatst. Het is werkelijk een door God ingestelde regeling. In Efeziërs 6:1, 2 staat: „Kinderen, weest gehoorzaam aan uw ouders in eendracht met de Heer, want dit is rechtvaardig: ’Eer uw vader en uw moeder’, wat het eerste gebod is met een belofte.” Deze schriftplaats moedigt uw kinderen dus aan om u in uw door God toegewezen taak te gehoorzamen.
Hierin succesvol te zijn, vereist hard werk. Zoals een weduwe en moeder van vijf jongens verklaarde: „Ik heb er tijd aan besteed om hen op te voeden en nu pluk ik daar de vruchten van in de vorm van hun gedrag en hun houding. Het zijn geen woestelingen; zij zijn rustig en tonen respect. De jongens zeggen nu: ’Nou, moeder, jij loopt al een tijdje langer mee dan wij — jij zult het wel weten.’ Voor mij is dat een zegen.” Hoeveel moeders zouden niet graag zulke uitlatingen van hun kinderen horen?
Anderzijds moeten de ouders, willen de kinderen gunstig reageren, werkelijke belangstelling hebben voor wat hun kinderen doen. Het is niet voldoende wanneer ouders regels voorschrijven die opgevolgd moeten worden. Zij moeten hun uiterste best doen om de communicatie met hun kinderen open te houden. Voor degenen die op de hoogte blijven met de liefhebberijen en interesses van hun kinderen, levert de communicatie met hen weinig moeilijkheden op. De moeder van een 11-jarige jongen had hierover het volgende te vertellen:
„Ik leer dingen van hem waar ik anders geen belangstelling voor zou hebben. Het leek mij bijvoorbeeld goed voor hem als hij ook eens voor iets anders zou moeten zorgen dan alleen maar voor zichzelf en daarom gaf ik hem een paar tropische vissen. Welnu, dat heeft niet alleen hem goedgedaan, maar ook mij. Ik heb er nu zo’n schik in als ik zie hoe die vissen op mij reageren. En naarmate zijn interessensfeer zich uitbreidt, merk ik dat ik met hem meegroei, en dat heeft ons dichter tot elkaar gebracht.”
Is dat ook met u het geval?
De laatste tijd zijn sommige vaders meer betrokken geraakt bij de emotionele aspecten van de zorg voor hun kinderen. Lange tijd werden zij beschouwd als de handhavers van het gezag in het gezin. Maar de laatste tijd bestaat de tendens om hen ook te betrekken bij de planning en zorg voor hen als baby. Een vader zei:
„Ik huldig de opvatting dat vaders indien enigszins mogelijk actief betrokken moeten zijn bij de geboorte van hun kinderen. Daarom bevond ik mij in de kraamkamer toen onze eerste dochter geboren werd. En ik kan niet onder woorden brengen wat een geweldig gevoel er door mij heen ging toen de dokter haar vlak na haar geboorte voor het eerst in mijn armen legde. Ik heb ter plaatse hardop woorden van dank en lof tot Jehovah God opgezonden voor deze zegen. En zo beschouwen mijn vrouw en ik onze beide dochters nog altijd.”
Kunnen alle kinderen als een zegen worden beschouwd?
Wat valt er te zeggen over kinderen die niet normaal en gezond geboren worden? Kunnen die ook als een zegen beschouwd worden? En kunnen hun ouders eveneens vreugde putten uit het vervullen van hun taak? Laten wij de ouders van een geestelijk onvolwaardig kind met een ernstige hartaandoening het antwoord op deze vragen laten geven. Eerst de vader: „De artsen vertelden ons dat wij haar wel konden opgeven, omdat zij toch zou sterven. Ik vroeg hun wat er voor haar gedaan kon worden en het scheen hun te verbazen dat wij haar wilden houden. Zij zeiden dat er niets aan te doen viel en zij lieten ons haar mee naar huis nemen om te sterven.” De moeder vervolgde:
„Van het begin af aan drongen zij er bij ons op aan haar in een inrichting te laten opnemen, maar daar wilden wij niets van weten. Het is geen ogenblik in ons opgekomen om niet van haar te houden. Zij was immers het dochtertje waar wij (na 4 jongens) zo lang op hadden gehoopt en wij wilden haar gewoon bij ons hebben. Nu staan de artsen versteld over haar vooruitgang. Zij is nu 14 maanden oud, hoewel de artsen gezegd hadden dat zij nooit ouder kon worden dan drie maanden. Zij weet dat wij van haar houden en daardoor is zij opgebloeid, ondanks haar geestelijke onvolwaardigheid en haar ernstige hartafwijking. En zij is het aanhankelijkste kindje dat ik ooit heb gezien. Natuurlijk houd ik van haar omdat ik haar moeder ben. Maar de liefde te zien die Jehovah God voor haar koestert, dat is geweldig. Hij en Hij alleen heeft haar in leven gehouden. Hoe kunnen wij dan nalaten zo’n God te aanbidden?”
Toegegeven, ouders met kinderen die op een of andere manier gehandicapt zijn, hebben het financieel en vooral emotioneel een stuk moeilijker. Maar zulke kinderen hebben zelfs nog meer liefde en aandacht nodig dan normale kinderen. En als er ouderlijke liefde aanwezig is, zal het kind daar doorgaans positief op reageren.
Hoe aan problemen het hoofd te bieden
Niettemin doen er zich problemen voor en de vraag is: Wat kunnen ouders doen om daaraan het hoofd te bieden? Met alleen maar het toesnauwen van bevelen die gehoorzaamd moeten worden, bereikt men weinig. Als kinderen die met problemen zitten, niet de gelegenheid krijgen om met hun ouders te praten, kan er wrok ontstaan en daaruit zal vanzelfsprekend gebrek aan respect voortvloeien. In Efeziërs 6:4 wordt dan ook de vermaning gegeven: „En gij, vaders, irriteert uw kinderen niet, maar blijft hen in het strenge onderricht en de gezaghebbende raad van Jehovah grootbrengen.”
Een vader van vier jongens toont aan waartoe het opvolgen van deze vermaning leidt: „Ik doe mijn best om naar hen te luisteren; erachter te komen wat er in hen omgaat. Alleen dan kan ik hen echt helpen. Ik leid een wekelijkse bijbelstudie en gewoonlijk laten wij de bijbel hun problemen oplossen. De jongens begrijpen dat de richtlijnen die wij geven, van God afkomstig zijn en niet van ons, en dat is een grote hulp.”
Nog iets waardoor men met goed succes aan problemen het hoofd kan bieden, is beschikbaar te zijn. Als kinderen problemen hebben, is dàt het ogenblik waarop zij hun ouders het hardst nodig hebben. Een moeder bracht het als volgt onder woorden: „Wij zijn altijd beschikbaar. Wij laten hun weten dat zij met alles bij ons kunnen komen. Zelfs als het ons een heel klein probleempje toeschijnt, is het voor hen dikwijls enorm groot; en daar gaat het op dat ogenblik om. Omdat zij weten dat wij er aandacht voor hebben, komen zij met alles bij ons.” Wat zou het heerlijk zijn als alle kinderen vrijuit met elk probleem bij hun ouders konden aankloppen zonder eerst berispt of bekritiseerd te worden! Hoe staat het wat dit betreft met u? Moedigt u uw kinderen aan om vrijuit met u te praten, terwijl u rustig luistert?
Woord houden is ook iets dat u als ouders beslist niet uit het oog moet verliezen. Het schijnt dat kinderen een heleboel kunnen hebben, maar zij kunnen niet goed tegen teleurstellingen of veranderingen. Zoals een moeder uitlegde: „Als ik iets beloof wat ik niet kan nakomen, wekt dat alleen maar frustratie bij de kinderen. Zij verlaten zich heel erg op mijn woord. Als ik dus eenmaal mijn woord heb gegeven, probeer ik mij er ook aan te houden. Wanneer ik dan eens iets niet kan nakomen, leg ik uit waarom niet en zeg ik dat het mij spijt. Op die manier gaan zij beseffen dat ik ook wel eens te kort schiet en dat heeft een band tussen ons geschapen.”
Wanneer hebt u voor het laatst tegen uw kinderen gezegd dat het u speet dat u uw woord niet kon houden?
Wat moet vermeden worden?
Er zijn dingen die ouders, indien zij nog eens de kans kregen, anders zouden doen. Sommigen betreuren het dat zij niet genoeg naar hun kinderen geluisterd hebben. Anderen betreuren het dat zij voorbarig zijn geweest met hun conclusies toen zij voor het eerst over een kwestie werden benaderd. Misschien zijn zij te haastig geweest in hun oordeel. Het is alleen maar verstandig eerst alle feiten te weten te komen voordat men zich een oordeel vormt.
Ook is het heel belangrijk kinderen onpartijdig te bejegenen. Het ene kind met het andere te vergelijken, is onverstandig en onrechtvaardig. Dat kan afgunst en wrok kweken. Kinderen hebben verschillende gaven en elk heeft zijn eigen waarde. Wanneer er een ongunstige vergelijking getrokken wordt tussen twee kinderen, ondermijnt dat het vertrouwen en zelfrespect van de één en het kweekt hoogmoed en trots in de ander.
Nog iets dat vermeden dient te worden, is kinderen naar eigen goeddunken televisie te laten kijken. „Niets heeft de geaardheid van kinderen in één enkele generatie zo ingrijpend veranderd als de televisie” (New York Times, 4 maart 1979). De waarheid van deze uitspraak heeft vele ouders bedacht doen zijn op de machtige uitwerking die televisiekijken op hun kinderen heeft. Niemand kan ontkennen dat de televisie opvoedkundige waarde kan hebben. Maar tegelijkertijd kunnen kinderen, wanneer men niet oppast, nadelig worden beïnvloed door bijvoorbeeld regelmatig te kijken naar programma’s waarin geweld wordt geboden. Het is zelfs zo dat de recente toename in jeugdcriminaliteit door sommigen rechtstreeks wordt toegeschreven aan het feit dat kinderen naar bepaalde televisieprogramma’s kijken waarin geweld wordt geboden.
Te kameraadschappelijke omgang vermijden
Misschien is te veel televisiekijken in uw gezin geen probleem. Misschien brengt u zelfs heel wat tijd persoonlijk met uw kinderen door, en dat is prijzenswaardig. Maar hoe is uw verhouding tot hen? Beschouwen zij u als ouder of staan zij op een te kameraadschappelijke voet met u? In sommige gezinnen wordt het de kinderen namelijk toegestaan als gelijken met hun ouders om te gaan en te praten. En als die verhouding al te kameraadschappelijk wordt, kan het de ouders wel eens moeilijk blijken te vallen streng onderricht toe te dienen wanneer dit nodig is. Er zou zelfs de kiem gelegd kunnen worden voor een houding zonder respect, niet alleen jegens de ouders, maar ook jegens anderen buiten de gezinskring.
Een moeder die een dergelijke verhouding afkeurde, zei: „Zij zien je niet als een oudere persoon naar wie ze moeten luisteren en die ze moeten gehoorzamen. Al te grote kameraadschap is omgang op eigen niveau, en kinderen kunnen niet als volwassenen denken, redeneren of zichzelf corrigeren. Voor die taak hebben zij hun ouders nodig.” Haar man voegde eraan toe:
„Ik vind dat je in de eerste plaats ouder moet zijn, want waar vastberadenheid en respect zijn, volgt en groeit de vriendschap vanzelf. Onze kinderen worden aangemoedigd vrijuit te spreken, als zij het maar respectvol doen. Dikwijls zeggen wij tegen hen: ’Het gaat er niet om wàt je zegt, maar hóe je het zegt.’ Wij proberen hun te leren hoe zij zich moeten uiten. Als zij geen respect zouden hebben voor ons, voor wie dan wel?”
Natuurlijk wil dit niet zeggen dat ouders en kinderen geen vrienden of kameraden in de ware zin van het woord kunnen zijn. Vele ouders staan in een goede, hartelijke verhouding tot hun kinderen en de kinderen reageren met liefde en respect. Maar in een wereld waarin respect voor oudere personen snel aan het tanen is, dient erop te worden toegezien dat niets de kans krijgt het respect voor het rechtmatige gezag van de ouders te ondermijnen. Familiariteit kan tot minachting leiden wanneer ze in de ouder-kindverhouding te ver wordt doorgevoerd.
De rol van God in hun leven
Wanneer kinderen respect hebben voor hun ouders en anderen die zij kunnen zien, zullen zij uiteindelijk in staat zijn hun Schepper, die zij niet kunnen zien, te aanbidden. De ouders verkeren in een unieke positie om deze opleiding te geven. Liefdevol kunnen zij de aandacht van hun kinderen op de Schepper richten. Het is van essentieel belang dit liefdevol te doen, maar tevens met volharding. Ouders moeten zich inspannen om deze opleiding te geven. Zij mogen zich er niet door sentiment of druk van laten afhouden. Ook kunnen zij hun verantwoordelijkheid niet aan anderen overdragen — of dat nu familieleden, onderwijzers of religieuze voorgangers zijn — niet als zij goede resultaten willen zien.
Er bestaat duidelijk geen korte weg. Het kost tijd, moeite, liefde en geduld, en er zullen gaandeweg vele aanpassingen nodig zijn. Maar goede resultaten zijn mogelijk wanneer ouders de hun door God gegeven toewijzing op zich nemen. Wanneer zij hun kinderen beschouwen als een kostbare schat van God en hun laten merken dat zij bemind worden, zal het gezin vele zegeningen oogsten en zullen de ouders zich rijkelijk beloond voelen. Het is zoals de psalmist het uitdrukte: „Ziet! Zonen zijn een erfdeel van Jehovah; de vrucht van de buik is een beloning.” — Ps. 127:3.
Moge dit uw zienswijze met betrekking tot uw kinderen zijn!