Revolutionaire druktechnieken gaan de jaren tachtig beheersen
WEINIG uitvindingen hebben zozeer de loop van de geschiedenis bepaald als de boekdrukpers van Johannes Gutenberg, die omstreeks 1450 G.T. het drukken met losse letters ontwikkelde.
De gedrukte bladzijde hielp Maarten Luther uit te groeien van een eenzame criticus van de katholieke Kerk tot de leider van de Hervorming. Ze droeg ook bij tot de ontwikkeling van de moderne talen van Europa, hetgeen met nog andere factoren de nationale bewegingen van de volgende eeuwen inspireerde.
Is de omwenteling ten gevolge van Gutenbergs vinding voltooid? Geenszins! Zoals één gezaghebbend werk het formuleert: „In de decennia sinds de Tweede Wereldoorlog zijn er in het drukkersbedrijf meer veranderingen geïntroduceerd dan in de 500 jaar na Gutenbergs uitvinding.” — Encyclopedia Americana, 1977, Deel 22, blz. 604.
Zou u meer omtrent deze veranderingen willen vernemen?
De beperkingen van hoogdruk
Gutenbergs oorspronkelijke pers, waarschijnlijk een omgebouwde kaas- of wijnpers, was gebaseerd op het principe dat verhoogde letters geïnkt en tegen papier gedrukt konden worden en daarop dan een afdruk achterlieten. Deze drukmethode, hoogdruk of ook wel boekdruk genoemd, beheerste de wereld 500 jaar lang.
Natuurlijk werd Gutenbergs pers sterk verbeterd. In plaats van per keer één enkel vel papier te bedrukken, gebruiken moderne rollen-rotatiepersen gebogen platen die op roterende plaatcilinders zijn gemonteerd. Al draaiende bedrukken de platen een lange papierbaan die ze van een grote rol afwikkelen. (Zie de illustratie.) Terwijl Gutenberg slechts 300 tot 500 vellen per dag kon drukken, kunnen de cilinders van moderne rollen-hoogdrukpersen wel 60.000 omwentelingen per uur maken, waarbij tijdens iedere omwenteling vele pagina’s worden gedrukt!
Maar aan hoogdruk zijn beperkingen verbonden. De gebogen platen die men gebruikt, worden gewoonlijk uit gesmolten lood gegoten en hebben een enorm gewicht. Er is een limiet aan de mate van fijne details die door deze loodplaten overgebracht kunnen worden. Het vervaardigen van de platen is een ingewikkeld werk waarvoor dure gietapparatuur en grote vakbekwaamheid nodig zijn. Wanneer de platen ten slotte op de plaatcilinders worden gemonteerd, moet er voordat met de produktie begonnen kan worden, veel tijd worden besteed aan een zeer nauwkeurig werk dat toestellen wordt genoemd.
Niettemin was tot voor kort hoogdruk de beste manier om goedkoop grote hoeveelheden kwalitatief goed drukwerk te leveren. Nog in 1960 werden bijna alle kranten volgens de hoogdruktechniek gedrukt. Toen vond er iets plaats dat een totale ommekeer bracht.
Revolutionaire ontwikkeling van de offsettechniek
Wat er gebeurde, was de explosieve groei in het drukken volgens een idee dat verschilde van dat van Gutenberg — lithografische offsetdruk. Het industriële tijdschrift Graphic Arts Monthly schreef hierover: „Destijds in 1929 . . . was lithografie dat ’vlotte en viezige’ procédé dat de drukker gebruikte als hij geen mooi werk in hoogdruk hoefde te leveren.” Maar na de Tweede Wereldoorlog ondervond het offset drukken de voordelen van een gestage reeks technologische successen terwijl er in de hoogdruk weinig veranderde. Het resultaat? Offset werd respectabel en kon nu concurreren met de andere technieken.
Tegenwoordig is het moeilijk om nog een gewoon tijdschrift te vinden dat helemaal in hoogdruk is uitgevoerd, en 70 procent van de Amerikaanse kranten wordt in offset gedrukt. Waarom werd offset plotseling zo wenselijk?
Camera’s en computers
De meeste platen voor hoogdruk zijn dik, zwaar en worden in een gietvorm gegoten. Voor offset zijn de platen daarentegen dun en licht in gewicht en vervaardigd door middel van een fotografisch procédé. Zowel camera’s als offsetplaten hebben in recente jaren verbeteringen ondergaan.
Tegen de jaren vijftig gingen sommige drukkers zich verdiepen in de mogelijkheden van offset. Eén enorm voordeel dat voor hen duidelijk was, had te maken met foto’s. De meeste drukkers die met hoogdruk werken, moeten hun afbeeldingen speciaal op metalen platen laten etsen door clichémakers. Met offsetplaten daarentegen kon zelfs de kleine drukker zijn eigen foto’s samen met de rest van zijn plaat verwerken. Hij spaarde de tijd en geld uit en had zelf de controle over de kwaliteit. Dit was belangrijk omdat de concurrentie van de televisie de kwaliteit van de foto’s belangrijker maakte voor de drukkers.
Aangezien het voor een beginnende krant gemakkelijker was om camera’s te installeren dan de zware loodgietmachines en regelzetmachines te plaatsen, was het niet verwonderlijk dat kleine kranten zich in de jaren ’60 op het terrein van de offsettechniek begaven. Deze kranten begonnen lezers en plaatselijke adverteerders te ’stelen’ van de grote stadsbladen. De kwaliteit van de offsetdruk werd steeds hoger, en offsetplaten konden worden gemaakt in een korte tijd en zonder gebruik te hoeven maken van hooggeschoolde arbeidskrachten.
Voor de grote kranten was het moeilijker om het roer om te gooien. Ze zouden vele mensen opnieuw moeten opleiden om nieuwe machines te bedienen. Bovendien hadden de grote kranten hun regelzetmachines, hun apparatuur voor het maken van loodplaten en hun dure persen staan. Aangezien lood weer gesmolten kan worden en steeds opnieuw gebruikt kan worden, leek het er een tijdlang op dat, wanneer er veel met steeds nieuwe platen gewerkt moet worden, hoogdruk toch economischer was.
Toch moesten de grote kranten iets doen. Hun kosten stegen snel. Tegen de jaren ’70 woonden de meeste lezers in de voorsteden, en de distributiekosten namen toe. De grote kranten moesten gaan bezuinigen op arbeidskosten en sneller in druk verschijnen en edities voor de verschillende regio’s gaan uitgeven om een doeltreffender advertentie-acquisitie te kunnen voeren. Wat was de oplossing? Computers!
In de jaren ’70 kon men de grote stadskranten zien overgaan op het gebruik van computers — voor hun adressenbestand, boekhouding en zetten. De snelheid van deze omschakeling was zo groot dat Anthony Smith, een deskundige op het gebied van de media, stelde: „De krantenindustrie is in zekere zin de duif die uit de ark van de gemechaniseerde maatschappij wordt uitgezonden om de wateren van de gecomputeriseerde procédés te verkennen. Ze is dan de eerste van de traditionele grote industrieën die begint aan het proces van een volledige omschakeling naar gecomputeriseerde methoden.”
„Lood is dood”
Computergestuurd zetten laat zich niet gemakkelijk combineren met hoogdruk. Gecomputeriseerd „koud zetsel” werkt volgens fotografische principes die zich uitstekend lenen voor offsetplaten en vlakdruk. Dat betekent dat de meeste drukkers die al op koud zetsel zijn overgestapt, nu hun hoogdrukpersen zo snel als praktisch en economisch verantwoord is, vervangen door offsetpersen.
Al deze ontwikkelingen zijn van invloed op de verschillende toeleveringsbedrijven voor de drukkersindustrie. Tegen de jaren ’70 ontstond de kreet „lood is dood”, en het werd moeilijker om reserveonderdelen en andere noodzakelijke artikelen te krijgen voor het letterzetten en drukken met behulp van warm-gegoten metaal. Koperen matrijzen voor regelzetmachines en matrijzen van asbestpapier voor het maken van platen werden schaars omdat ze niet meer werden gemaakt.
„Met hoogdrukpersen werken is net zo iets als het bezit van zo’n oude radio met buizen”, zei een inkoopagent voor een grote drukkerij. „De radio doet het nog voortreffelijk, maar het is tegenwoordig moeilijker om die buizen te vinden. Onze persen draaien nog, maar het is moeilijker om de onderdelen te vinden die we nodig hebben.” Geen drukker is onkwetsbaar voor deze moeilijkheden die „de levenslijn van het drukken in hoogdruk bedreigen”, zoals een deskundige het uitdrukte.
Wachttorengenootschap past zich aan
Een belangrijke drukker van bijbels en christelijke lectuur is de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc. Alleen al vorig jaar produceerde de Watchtower drukkerij in Brooklyn in een aantal talen in totaal meer dan 27 miljoen in hard kaft gebonden boeken en nog eens een 2,5 miljoen bijbels. De drukkerij in Brooklyn, samen met de ermee verbonden drukkerij in Wallkill, in de staat New York, drukte meer dan 201 miljoen tijdschriften van het soort dat u nu leest. Bovendien drukt de Watchtower tijdschriften en boeken in een aantal andere landen over de hele wereld en niet alleen in de Verenigde Staten.
Jarenlang werkte de drukkerij van de Watchtower alleen met rollen-rotatiepersen volgens het hoogdrukprocédé, hoewel sinds 1959 ook vellen-offsetpersen in gebruik waren. Tegen het einde van de jaren ’70 zag men in dat het noodzakelijk was om op rollen-offsetdruk en fotozetten over te gaan. Twee met hoge snelheid werkende Harris rollen-offsetrotatiepersen werden in 1978 geïnstalleerd en bereidwillige vrijwilligers leerden al spoedig ze te bedienen. Het resultaat was de produktie dat jaar van het kleurrijke My Book of Bible Stories (het sinds 1979 ook in het Nederlands beschikbare Mijn boek met bijbelverhalen). In nog geen drie jaar is dit zeer populaire boek in meer dan 35 talen vertaald en zijn er ongeveer 15 miljoen exemplaren van gedrukt!
Door op twee papierbanen tegelijk te drukken, leveren de nieuwe persen ruim tweemaal zoveel afdrukken per uur als de hoogdrukpersen van de Watchtower. Een van de nieuwe offsetpersen is al toegerust om in vier kleuren te drukken en de tweede pers zal deze mogelijkheid krijgen „zo gauw we haar kunnen stilleggen om de noodzakelijke uitbreiding tot stand te brengen”, zoals een drukkerijopziener vertelt. Op het moment is de pers constant in bedrijf voor het drukken van tijdschriften en My Book of Bible Stories, dat momenteel nog in drie kleuren wordt gedrukt.
Sinds 1977 heeft de Watchtower Society 13 oude hoogdrukpersen, in ouderdom variërend van 21 tot 55 jaar, opgedoekt om plaats te maken voor de nieuwe offsetpersen. Er zijn geen kopers voor deze verouderde persen, maar ze hebben het Genootschap goed gediend. De resterende hoogdrukpersen kunnen niet onmiddellijk vervangen worden omdat nieuwe offsetpersen duur zijn en de Watchtower Society een organisatie zonder winstgevend doel is die wordt gefinancierd door vrijwillige bijdragen.
Toekomstige ontwikkelingen op het gebied van offset voor de Watchtower
Toch is er een geleidelijke expansie gaande op het gebied van offsettechniek. Bijkantoren van de Watchtower Society in Canada, Engeland, Finland, Duitsland en Japan zijn nieuwe vierkleurenpersen aan het installeren. De pers in Japan heeft reeds meer dan een miljoen gebonden boeken geproduceerd. Zuid-Afrika heeft een tweekleuren-offsetpers die tijdschriften in de plaatselijke talen drukt. Een derde rollen-offsetrotatiepers (met vierkleuren-capaciteit) is in november 1980 in Brooklyn begonnen te draaien. Deze drie offsetpersen kunnen het werk doen van ongeveer negen van de boekdrukpersen die ze hebben vervangen. Niet alleen hebben de offsetpersen een hogere produktie, maar er wordt ook veel tijd bespaard bij het instellen van de offsetpersen voor een nieuwe run. Waarom? Het vervelende karwei van het toestellen dat bij de hoogdrukpersen nodig is en dat soms wel een of twee dagen in beslag neemt, is bij offset gereduceerd tot een kwestie van minuten. De vele uren die werden besteed met het knippen van stukjes papier komen nu de produktie ten goede.
Een vierde rollen-offsetpers die tijdens het schrijven van dit artikel in Brooklyn werd geïnstalleerd en getest, „is heel speciaal”, volgens een drukkerijopziener. Hoezo? „Dit is een pers waarop bijbels gedrukt kunnen worden. Ze gaat de bijbel drukken op vier papierbanen tegelijk terwijl onze andere offsetpersen op slechts twee papierbanen drukken.” Elke impressie van de nieuwe pers gaat 128 bladzijden van de bijbel opleveren, tegen de 64 bladzijden volgens het huidige procédé. Aangezien het aantal in Brooklyn gedrukte bijbels vorig jaar is verdubbeld, bestaat er een duidelijke noodzaak voor deze nieuwe offset-bijbelpers met zijn hoge produktie. Ja, sinds 1970 zijn in deze drukkerij in Brooklyn meer dan 24 miljoen bijbels in 13 talen gedrukt. Dit is meer dan in de voorgaande 40 jaar door de Watchtower is geproduceerd! Men hoopt dat deze nieuwe pers de produktie van zes van de huidige bijbelpersen zal bereiken. De nieuwe pers zal ook in de binderij het werk kunnen versnellen, omdat de bijbel in grotere delen tegelijk wordt gedrukt en er hierdoor een geringer aantal van deze katerns van de pers komt, zodat er in de binderij dus minder katerns samengevoegd en genaaid hoeven te worden.
Gewillige werkers
Een van de opmerkelijkste aspecten van het drukken op de Watchtower drukkerij is door wie het werk wordt gedaan. Terwijl degenen die het opzicht hebben, al tientallen jaren in het drukkersvak zitten, zijn de werkers verder meest jonge mannen die hun diensten vrijwillig aanbieden en die in de meeste gevallen maar een paar jaar blijven.
„Het kost vijf jaar om echt goed te leren een offsetpers te bedienen”, merkte een drukkerijopziener op. „Wanneer je in aanmerking neemt hoe weinig ervaring we met de persen hebben, is het verrassend wat we toch nog presteren. Toch zouden we de kwaliteit van ons werk willen verbeteren. Hiervoor hebben wij een heel grote behoefte aan werkers die bereid zouden zijn dit vak te leren en dan te blijven.”
De Watchtower drukkerij heeft net als andere grote drukkerijen de noodzaak gezien om op gecomputeriseerd fotozetten over te gaan. Dit schept speciale uitdagingen vanwege de ongewone drukkerstechnieken die noodzakelijk zijn geworden ten einde een veeltalige gemeenschap van bijbelstudenten te bedienen. De manier waarop men aan deze uitdagingen het hoofd biedt, vormt een fascinerend verhaal op zich en een verslag hierover zal in een latere uitgave van Ontwaakt! verschijnen.
[Diagram op blz. 12]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Hoogdruk
onbedrukt papier
inkt
1 Inktrollen beïnkten bovenkant van verhoogde letters
plaatcilinder
2 Bedrukken vindt aan één kant tegelijk plaats wanneer inkt van bovenkant van verhoogde letters tegen het papier wordt gedrukt (zoals bij typemachine)
drukcilinder
3 Vandaar de term „hoogdruk”, omdat het verhoogde beïnkte oppervlak rechtstreeks tegen het papier wordt gedrukt
bedrukt papier
[Diagram op blz. 13]
(Zie publicatie voor volledig gezette tekst)
Offset
water
1 Vochtrollen bevochtigen plaat. Beeld blijft droog
inkt
2 Inktrollen brengen inkt aan. De inkt pakt op het droge beeld
plaatcilinder
3 Inkt van de plaat op rubberdoek overgebracht
rubberdoekcilinder
onbedrukt papier
4 Drukken gebeurt wanneer inkt tegen papier wordt gedrukt
bedrukt papier
rubberdoekcilinder
plaatcilinder
5 Hetzelfde proces vindt aan de onderkant van het papier plaats zodat beide kanten tegelijk worden bedrukt
6 Vandaar de term „offset” (Engels: afgeven, overdrukken), omdat het beïnkte beeld van de plaat eerst op de rubberdoekcilinder wordt overgebracht en dan aan het papier wordt afgegeven