Wanneer de gehele natuur in harmonie zal zijn
ONDANKS het overvloedige bewijsmateriaal dat ontwerp in de natuur een intelligente Ontwerper vereist, geloven veel mensen niet dat God bestaat. Zij zijn van mening dat een liefdevolle Schepper niet het geweld, het doden en het kwaad dat zo algemeen is op aarde, zou hebben ontworpen.
Maar als God het geweld en het doden nu eens inderdaad NIET heeft ontworpen? Als hij NIET verantwoordelijk is voor het kwaad en de verdorvenheid onder de mensen? Als hij deze dingen juist verafschuwt en belooft dat hij er op zijn eigen bestemde tijd absoluut een einde aan zal maken?
Wie is ervoor verantwoordelijk?
Stel dat een firma messen maakt voor het fijnsnijden van groenten. Als iemand nu zo’n mes gebruikt om een ander te doden, wie is daar dan verantwoordelijk voor? Wordt de fabrikant van het mes veroordeeld? Nee, de schuld ligt bij degene die het mes heeft misbruikt.
De menselijke hand is buitengewoon geschikt voor oneindig veel constructieve taken. Ze bouwt huizen, plant bomen, raapt naalden op en houdt baby’s teder vast. Maar als een man zijn handen gebruikt om een ander te wurgen, kunnen we dan betogen dat de hand slecht is ontworpen? Neen, de schuld ligt niet bij de ontwerper maar bij de eigenaar.
Als iemand een prachtig huis bouwt en het verhuurt aan mensen die het vernielen, wie is er dan schuldig? Zou u de bouwer schuldig verklaren aan het misdrijf? Nee, u zou de vandalen verantwoordelijk stellen voor het gebeurde. En u zou beslist niet ontkennen dat de bouwer bestond, alleen omdat de huurders delinquenten waren.
Het druist tegen de rede en het recht in om de onschuldigen te veroordelen. Het is strijdig met de logica om lichaamsdelen of organen die God met een goed doel heeft ontworpen, af te keuren als ze thans op een andere manier worden gebruikt.
In de bijbel staat duidelijk uiteengezet wat Gods voornemen is met betrekking tot het mensen- en dierenleven op aarde. Ook vinden wij er de oorzaak van de chaos waarin ze thans verkeren. Verder vertelt dat bericht ons hoe in de gehele natuur spoedig algehele vrede en harmonie zal heersen.
Niet zo ontworpen
Heeft de menselijke en dierlijke schepping zich altijd zo gedragen als nu? Heeft ze altijd letsel toegebracht en verminkt en gedood? Is ze daarvoor ontworpen?
Het antwoord op deze vragen luidt: NEE, beslist niet!
Is God trouwens wel de heerser van het huidige samenstel van dingen? Leidt hij de natiën in hun wederzijdse betrekkingen? Ook het antwoord op deze vragen luidt: NEE, beslist niet!
Hoe is het lang geleden dan precies geweest? Waarom is alles zoals het nu is? Wie heerst er dan eigenlijk over deze wereld? En hoe precies zal God de hele natuur tot volkomen vrede en harmonie brengen?
Hoe het was
Toen God mens en dier schiep om op deze aarde te leven, was het niet zijn bedoeling dat ze zouden doden. Ze werden geschapen om vreedzame betrekkingen met elkaar te hebben. De toestanden waren dan ook heel anders dan in deze tijd. Het verslag vertelt ons dat „God alles [zag] wat hij gemaakt had en zie! het was zeer goed”. — Gen. 1:31.
De menselijke schepping moest „de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt” in liefdevolle onderworpenheid hebben (vs. 28). De dieren in de hof van Eden doodden elkaar niet. Ze vormden geen bedreiging voor de mens, en de mens op zijn beurt was voor geen enkel dier een bedreiging.
Gods Woord zegt duidelijk over de eerste mensen: „Ik heb u alle zaaddragende plantengroei die op de oppervlakte van de gehele aarde is, en elke boom waar zaaddragende boomvrucht aan zit, gegeven. U diene het tot voedsel” (Gen. 1:29). De mens heeft dus geen dieren als voedsel genuttigd.
Waaruit bestond het voedsel van de dieren? Het geïnspireerde verslag vermeldt: „Aan al het wild gedierte der aarde en aan elk vliegend schepsel van de hemel en aan alles wat zich op de aarde beweegt, waarin leven als een ziel is, heb ik alle groene plantengroei tot voedsel gegeven.” Of, zoals Today’s English Version het zegt: „Voor alle wilde dieren en voor alle vogels heb ik in gras en bladplanten als voedsel voorzien.” — Gen. 1:30.
Toen God de mens ontwierp, plaatste hij hen dus in een vredig paradijs dat Eden werd genoemd. Hij maakte hen zo dat zij in vrede met de dieren leefden; er werd door mens noch dier geweld gepleegd of gedood ter wille van voedsel. En de mensen moesten het zo houden door zorg te dragen voor zichzelf, voor de dieren en voor de paradijstuin die zij en hun nakomelingen zouden uitbreiden totdat uiteindelijk de gehele aarde een paradijs zou zijn. — Gen. 1:27, 28.
De sleutel
Hoe konden mensen dit vredige paradijs behouden en voor eeuwig op aarde leven, zoals hun vooruitzicht was? Door Gods wetten te gehoorzamen. Dat was de sleutel. Waarom was dat zo belangrijk? Omdat God de mens niet zo had ontworpen dat hij onafhankelijk van zijn Maker voorspoedig kon zijn. De bijbel zegt duidelijk: „Het [is] niet aan de aardse mens . . . zijn weg te bepalen. Het staat niet aan een man die wandelt, zelfs maar zijn schrede te richten.” — Jer. 10:23.
De problemen van de mensheid begonnen toen onze eerste ouders hun vrije wil misbruikten. Zij werden er door een opstandig geestelijk schepsel toe verleid te geloven dat zij zonder Gods hulp konden bepalen wat goed en kwaad was. Zij verkozen onafhankelijk van God te zijn. Maar dat was niet de fout van de Ontwerper. „Volmaakt is zijn activiteit, want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is; rechtvaardig en oprecht is hij”, zegt de bijbel. De verantwoordelijkheid voor de gevolgen van de opstand ligt bij de opstandelingen: „Zij hebben van hún zijde verderfelijk gehandeld; zij zijn zijn kinderen niet, het gebrek ligt bij henzelf.” — Deut. 32:4, 5; Gen. 2:15–3:24.
Daar de mensen onafhankelijkheid wensten, gaf God hun die. Hij zou hen echter niet langer hun volmaaktheid laten behouden. En dus deden onvolmaaktheid en dood hun intrede (Rom. 5:12). En God liet dit toe — voor een bepaalde tijd — zodat allen konden zien wat de weg der onafhankelijkheid de mensheid, de dieren en de aarde zou kosten. Al deze duizenden jaren heeft God dit toegelaten, zodat de droevige gevolgen van rebellie eens en voor altijd duidelijk zouden zijn.
Zo is de mens door onafhankelijkheid van God en zijn wetten de weg van onvolmaaktheid, geweldpleging en dood opgegaan. En toen de mens tot wetteloosheid overging, werd ook de aardse schepping chaotisch. De mens verloor zijn liefdevolle zeggenschap over de dieren. Daar de mensen geen onderlinge vrede konden bewaren, is het niet verwonderlijk dat de dieren in dezelfde toestand geraakten.
De dieren — die in Eden net als de mens een vegetarisch menu hadden — begonnen nu elkaar te verslinden, en sommige aten indien mogelijk zelfs mensen (Gen. 1:30). En als concessie om in leven te blijven, werd de mens na de Vloed gemachtigd dierlijk vlees als voedsel te nuttigen. — Gen. 9:2-4.
Niet ontworpen om te doden
Wat echter te denken van de lichaamsdelen van dieren en mensen die worden gebruikt om te verminken en te doden? Daar God verschillende lichaamsdelen in een enorme verscheidenheid heeft geschapen, konden ze in vele gevallen worden aangepast aan de nieuwe situatie om tot overleving bij te dragen.
Zo zouden de meeste dieren plantaardig voedsel blijven eten, en dat tot op de huidige dag blijven doen. Een voorbeeld is de machtige gorilla met z’n ontzagwekkende hoektanden — hoektanden die nog steeds worden gebruikt om zware plantengroei los te scheuren en te vermalen. Maar andere hebben zich aangepast aan het eten van vlees. Toch maken roofdieren slechts een zeer klein percentage van de dierenwereld uit.
Ook de mens heeft zich aangepast. In zijn onvolmaaktheid en eigenzinnigheid gebruikt hij vaak zijn verstand en handen om te verminken en te doden. Hij heeft zelfs kannibalisme bedreven: andere mensen gegeten. En zijn tanden kunnen zich aanpassen aan het eten van vlees, hoewel dat in Eden niet op zijn menu stond.
Hoe staat het echter met het „evenwicht in de natuur”? Als er niet werd gedood, hoe zou dit dan gehandhaafd blijven? Bedenk ten eerste dat de mens voor eeuwig op aarde zou leven. Die belofte gold niet voor dieren, die zouden sterven als hun levensduur ten einde was.
Daarbij komt dat veel dieren een ingebouwd mechanisme hebben dat hun vruchtbaarheid vermindert als ze te talrijk worden. En dit gebeurt nu zonder Gods directe tussenkomst. Als Gods tijd aanbreekt om de gehele aarde terug te brengen tot die vredige Edense toestand, zal het voor de Grote Ontwerper van dieren en mensen beslist niet moeilijk zijn hun aantallen in toom te houden zonder geweld toe te passen.
Als voorbeeld dat God de neiging tot geweld in dieren kan bedwingen, mag de vrede gelden die er ongeveer een jaar lang in de ark van Noach onder de dieren en mensen heerste.
Houd in gedachte dat wat wij nu kennen, niet de situatie was zoals die in het paradijs van Eden bestond. Daar was de toestand heel anders. Veel voedselsoorten waren waarschijnlijk anders dan nu. Vermoedelijk aten de dieren met sterkere tanden grover voedsel. Hun tanden waren daarop berekend.
Er zijn stellig vragen over de precieze toestanden in Eden die nu niet te beantwoorden zijn. Maar dat bewijst niet dat er geen Ontwerper is geweest.
Wie heerst er over deze wereld?
Wat valt er te zeggen op de bewering zoals Bertrand Russell die verwoordde, dat iemand die alwijs en almachtig is, niet zo’n bende van deze wereld had mogen maken? Hij ging er, net als anderen, van uit dat als er een God is, hij verantwoordelijk is voor deze wereld.
De Schepper, Jehovah God, is echter niet de heerser van deze wereld. Het huidige samenstel van dingen wordt beheerst door mensen die onafhankelijk van hem zijn, en het wordt gemanipuleerd door die onzichtbare geestelijke opstandeling Satan de Duivel. De bijbel noemt Satan „de god van dit samenstel van dingen” (2 Kor. 4:4). Jezus noemde Satan „de heerser van deze wereld” (Joh. 12:31; 14:30; 16:11). Satan bood Jezus het bestuur over de natiën aan in een poging hem ertoe te bewegen tegen God in opstand te komen. — Luk. 4:5-8.
Vandaar dat opstandige mensen en goddeloze geestenkrachten voor alle chaos en al het door mensen gepleegde geweld verantwoordelijk zijn. God is daar niet verantwoordelijk voor.
Het herstel
De bijbel spreekt over het „herstel van alle dingen” (Hand. 3:21). Onmiskenbaar wordt ons erin getoond dat het miserabele experiment van hen die onafhankelijk van God wilden zijn, binnenkort ten einde loopt. Zowel de goddeloze geestenkrachten in de hemelse gewesten als de opstandige mensen op aarde zullen verwijderd worden, waardoor de weg wordt gebaand voor „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde . . . en daarin zal rechtvaardigheid wonen”. — 2 Petr. 3:13; zie ook Spreuken 2:21, 22; Openbaring 19:11-21.
Dan zal het herstel van Edense toestanden — van het Paradijs — beginnen (Luk. 23:43). Het zal het herstel betekenen van vrede en harmonie tussen mens en dier; ze zullen elkaar niet meer als voedsel nuttigen. De bijbel vermeldt in Jesaja 11:6-9: „De wolf zal werkelijk een poosje verblijven bij het mannetjeslam, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen, en het kalf en de jonge leeuw met manen en het weldoorvoede dier alle bij elkaar; en een kleine jongen nog maar zal leider over ze zijn. En de koe en de beer zullen weiden; samen zullen hun jongen neerliggen. En zelfs de leeuw zal stro eten net als de stier. En de zuigeling zal stellig spelen bij het hol van de cobra; en op de lichtopening van een giftige slang zal een gespeend kind werkelijk zijn eigen hand leggen. Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg.”
Ook in het mensenrijk zal totale vrede een realiteit zijn: „Hij [God] doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde. De boog verbreekt hij en hij slaat de speer werkelijk aan stukken; de [oorlogs-]wagens verbrandt hij in het vuur.” — Ps. 46:9.
Er is dus alle reden waarom de geïnspireerde bijbelprofetie over de spoedig komende nieuwe ordening van de Grote Ontwerper zegt: „De zachtmoedigen . . . zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” — Ps. 37:11; Matth. 5:5.
Terwijl de gevolgen van de rebellie aldus uitgewist zullen worden, zijn bij sommige mensen vragen opgeroepen door het idee dat onze eerste ouders, Adam en Eva, tegen God in opstand zouden zijn gekomen. Hun is geleerd Adam en Eva als mythische figuren te bezien. Kunnen wij ervan op aan dat zij werkelijk hebben bestaan?
[Inzet op blz. 10]
Als iemand zijn hand gebruikt om een medemens letsel toe te brengen, wie is er dan schuldig — de ontwerper van de hand of de eigenaar ervan?
[Inzet op blz. 11]
Toen de mens tot wetteloosheid overging, werd ook de aardse schepping chaotisch
[Inzet op blz. 13]
Jehovah God is niet de heerser van deze wereld. Het huidige samenstel wordt beheerst door mensen die onafhankelijk van hem zijn
[Illustratie op blz. 11]
De ontzagwekkende tanden van de gorilla worden gebruikt om plantaardig voedsel en niet om vlees te eten
[Illustraties op blz. 12]
Adam en Eva leefden in vrede met de dieren in Eden — tevreden met plantengroei als voedsel voor allen
God zal spoedig Edense toestanden herstellen op een aarde die tot een paradijs gemaakt zal worden