Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g83 22/8 blz. 22-24
  • Heeft God een moeder?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Heeft God een moeder?
  • Ontwaakt! 1983
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Maar wat zegt de bijbel?
  • Is Jezus God?
  • Is Maria de moeder van God?
    Vragen over de Bijbel
  • Maria (Jezus’ moeder)
    Redeneren aan de hand van de Schrift
  • Mariaverering herleeft
    Ontwaakt! 1980
  • Wat Maria’s voorbeeld ons kan leren
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 2009
Meer weergeven
Ontwaakt! 1983
g83 22/8 blz. 22-24

Heeft God een moeder?

TERWIJL de ambulance hem haastig naar het Gemelli Ziekenhuis in Rome bracht, „mompelde Johannes Paulus, hevig bloedend, in het Pools zachtjes: ’Madonna, Madonna.’” Dit vermeldde een nieuwsbericht over de poging van een Turkse schutter in mei 1981 om paus Johannes Paulus II te vermoorden.

Door in een verschrikkelijke crisis Maria aan te roepen, liet de paus duidelijk uitkomen hoeveel verering men schenkt aan die door God gekozen, zeer bevoorrechte vrouw die Jezus ter wereld heeft gebracht en die dikwijls de Moeder Gods wordt genoemd. Deze verering van Maria is wijdverbreid en neemt vele verschillende vormen aan, zodat mensen zich afvragen: ’Hoe heeft dit zich ontwikkeld?’

Bijna 2000 jaar geleden had Maria, een jonge maagd die in Nazareth in Galiléa woonde, een sublieme ervaring: een hemelse boodschapper vertelde haar dat zij een zoon zou baren die zij Jezus moest noemen. Maria vroeg hoe dat zou kunnen, aangezien zij maagd was. „Hierop gaf de engel haar ten antwoord: ’De heilige Geest zal over u komen en de kracht van de Allerhoogste zal u overschaduwen; daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God.’” — Luk. 1:26-36, Willibrordvertaling.

Dertig jaar later hield deze „Zoon van God” een dynamische predikingsveldtocht en vormde de christelijke gemeente. Gedurende de eerstvolgende eeuwen kreeg het christendom perioden van grote verdrukking te verduren en onderging ook veranderingen. Na verloop van tijd werd het de officiële religie van het Romeinse Rijk. Ook ontstonden er meningsverschillen, waaronder een geschil met betrekking tot Christus: Was hij God de Zoon of de Zoon van God?

De Romeinse keizer Constantijn, die beleed christen te zijn maar ongedoopt was, riep in het jaar 325 in Nicea een speciaal concilie van bisschoppen van de Kerk bijeen om de kwestie te beschouwen. Het resultaat was dat de leerstelling van de Drieëenheid een officieel dogma werd en Jezus werd omschreven als de gelijke van, eeuwig bestaand met en „één in wezen” met God. In de oorspronkelijke Geloofsbelijdenis van Nicea die op dat concilie werd geformuleerd, werd echter geen melding gemaakt van de maagd Maria.

Aangezien Jezus officieel tot „God” was verklaard, bestond de volgende logische stap, vanuit het gezichtspunt van de Kerk, hieruit, dat Maria tot „Moeder van God” werd verklaard. Dat gebeurde in 431 tijdens het concilie van Efeze, waar werd vastgesteld dat voor haar de aanduiding „theotokos” van kracht was, hetgeen „zij die God baart” of „moeder van God” betekent. Het duurde echter nog eeuwen voordat de Mariacultusa werkelijk wijdverbreid raakte. Dr. F. Van Der Meer toont in zijn boek Augustine the Bishop (De bisschop Augustinus) aan, dat in de tijd van Augustinus (vijfde eeuw) en in het gebied Noord-Afrika „Maria . . . geen enkele rol speelde in de volksdevotie”. Niettemin was omstreeks het jaar 1000 de Mariacultus in heel Europa populair, en waren er vele kerken naar haar genoemd, zoals bijvoorbeeld de beroemde Notre Dame (Onze Vrouwe) van Parijs.

In 1854 werd de leerstelling van de „onbevlekte ontvangenis” tot dogma uitgeroepen, hetgeen inhield dat Maria vrij van zonde was vanaf het moment van haar ontvangenis. In 1950 werd door paus Pius XII de geloofsopvatting vastgelegd dat Maria lichamelijk ten hemel was opgenomen. Dat was allemaal heel bevredigend voor de Mariabeweging of voor hen die zich in het bijzonder aan de Mariacultus hadden gewijd.

De katholieke auteur Zsolt Aradi schreef in zijn boek Shrines to Our Lady Around the World (Aan Onze Lieve Vrouwe gewijde schrijnen in de gehele wereld): „Maria waakt over de natiën . . . vanuit schitterende kathedralen en kleine kapelletjes langs de weg; van bergtoppen en van de kusten van de oceaan . . . De verering van Maria . . . is een deel van het landschap geworden. Duizenden kerken, voornamelijk katholieke en orthodoxe, maar ook protestantse, heten Maria- of St. Mariakerk.”

In Saragossa in Spanje staat een beroemd beeld van Maria dat bekend is onder de naam La Virgen del Pilar (De maagd van de pilaar). Een plaatselijke legende wil dat Maria door engelen van Jeruzalem naar Saragossa werd gebracht, daar een ontmoeting had met de apostel Jakobus en „een zuiltje van jaspis, waarop een prachtig beeldje van haarzelf stond”, achterliet. Het boek Shrines to Our Lady Around the World zegt: „Het gevoel dat de Saragossers koesteren ten aanzien van hun geliefde Virgen del Pilar . . . is nauw verweven met hun patriottisme, hun nationaliteit, . . . zij roemen haar als de leidsvrouwe van hun natie.”

In 1930 maakten de Zuidamerikaanse landen Argentinië, Uruguay en Paraguay een plaatselijk beeld, onze Vrouwe van Lujan, tot hun beschermvrouwe. Aradi voegt eraan toe: „Onlangs heeft het Argentijnse leger de Maagd van Lujan tot patrones gekozen. En overeenkomstig een oud gebruik is een regiment van het leger aan haar dienst opgedragen. Dit regiment wordt haar ’eigendom’ en de leden van het regiment noemen haar ’La generala del Lujan’ [De generaalsvrouwe van Lujan].”

Een nationale leidsvrouw, een militaire bevelhebster, medeverlosseres van de mensheid, moeder van alle mensen, middelares van alle genaden, koningin van heel de schepping, moeder van God, koningin des hemels — al deze titels en eerbewijzen worden Maria toegekend. Het gevolg is dat vele weldenkende katholieken zich ernstig afvragen of dat allemaal niet een beetje te ver gaat. Een buitengewoon hoogleraar theologie aan het Seminarie van Princeton schreef: „Onze overtredingen met betrekking tot Maria zijn legio. . . . Wij hebben haar tot de Koningin des Hemels gemaakt.”

Maar wat zegt de bijbel?

Oprechte bijbelonderzoekers koesteren een groot respect en warme liefde voor Maria als getrouwe dienares van God, door hem uitverkoren om een uiterst belangrijke rol te spelen als moeder van de Messías. Zij hebben grote waardering voor haar voorbeeld als nederige, toegewijde volgelinge van Jezus Christus. Maar zij beschouwen haar niet als de moeder van God. Waarom niet? Eenvoudig omdat Gods Woord nooit over Maria spreekt als „moeder van God”.

Let eens op het voorbeeld dat Jezus zelf gaf, toen hij tegen zijn moeder sprak tijdens het bruiloftsfeest te Kana. Het verslag luidt: „Toen de wijn opraakte, zei de moeder van Jezus tot Hem: ’Ze hebben geen wijn meer.’ Jezus zei tot haar: ’Vrouw, is dat soms uw zaak?’” (Joh. 2:3, 4, WB) Toen hij eens in het openbaar sprak, zei een zekere vrouw uit de schare tot hem: „Gelukkig de schoot die U gedragen heeft en de borsten die U hebben gevoed” — toch wel een voortreffelijke gelegenheid om zijn moeder bijzondere eer te bewijzen. Maar in plaats daarvan zei Jezus: „Veeleer gelukkig die naar het woord van God luisteren en het onderhouden” (Luk. 11:27, 28, WB). Vlak voordat hij stierf, sprak Jezus tot zijn moeder en zijn geliefde discipel Johannes en zei: „Vrouw, zie daar uw zoon.” Vervolgens zei hij tot de discipel: „Zie daar uw moeder.” — Joh. 19:26, 27, WB.

Voor oprechte christenen maken deze vermeldingen van Maria in de bijbel duidelijk dat Jezus er zorgvuldig op lette zijn moeder geen bijzondere eer toe te kennen en niet toe te laten dat hun verwantschap hem zou beïnvloeden. De apostelen volgden zijn voorbeeld. Laten wij nu de kernvraag onderzoeken . . .

Is Jezus God?

Laat wederom Gods Woord de kwestie duidelijk maken. Toen de engel de geboorte van Jezus aan Maria aankondigde, zei hij: „Daarom ook zal wat ter wereld wordt gebracht heilig genoemd worden, Zoon van God” (Luk. 1:35, WB). Jezus heeft nooit beweerd dat hij God was. De joden beschuldigden hem er echter van dat hij zichzelf tot God maakte, maar hij verbeterde hen en zei dat hij zich „Gods Zoon” noemde. — Joh. 10:33-36, WB.

Vlak voordat hij stierf, riep Jezus uit: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten?” (Matth. 27:46, WB) Na zijn opstanding zei hij: „Ik stijg op naar mijn. Vader en uw Vader, naar mijn God en uw God” (Joh. 20:17, WB). Bij een andere gelegenheid zei hij: „De Vader is groter dan Ik” (Joh. 14:28, WB). Het is duidelijk dat God, Jehovah (of Yahweh), niet tot iemand hoeft te bidden. Maar Jezus bad dikwijls tot zijn Vader in de hemel, soms „onder luid geroep en geween . . . Hoewel Hij Gods Zoon was, heeft Hij in de school van het lijden gehoorzaamheid geleerd” (Hebr. 5:7, 8, WB). De Almachtige God, de Vader, zou nooit kunnen sterven. Maar onze hoop op redding berust op het feit dat Jezus werkelijk gestorven is.

Om deze en vele andere zeer krachtige redenen houden ware christenen eraan vast dat Jezus niet God is maar daarentegen zijn Zoon, en dat Maria dus niet de „moeder Gods” is. Bovendien heeft Jezus eens gezegd: „God is geest, en wie Hem aanbidden, moeten Hem in geest en waarheid aanbidden” (Joh. 4:24, WB). Anderzijds heeft de Mariacultus de toewijding en aanbidding van miljoenen oprechte mensen afgetrokken van de Schepper en overgebracht op een schepsel. Dat is tragisch, aangezien de bijbel een veroordeling uitspreekt over hen die „de goddelijke waarheid [hebben] verruild voor de leugen, en de schepping [hebben] geëerd en aanbeden in plaats van de Schepper”. — Rom. 1:25, WB.

Lech Walesa, de populaire Poolse leider, heeft naar verluidt toen hij onder hevige druk verkeerde, gezegd: „Nee, nee. Ik ben niet bang. Ik heb altijd Moeder Maria achter me staan.” Maar ziet hij op naar de ware bron van bescherming? Wanneer bijbelonderzoekers onder druk komen te staan, zullen zij deze geïnspireerde raad opvolgen: „Weest over niets bezorgd, maar laat in alles door gebed en smeking te zamen met dankzegging uw smeekbeden bij God bekend worden, en de vrede van God, die alle gedachte te boven gaat, zal uw hart en uw geestelijke vermogens behoeden door bemiddeling van Christus Jezus.” — Fil. 4:6, 7.

[Voetnoten]

a „In het populaire spraakgebruik is ’verering van Maria’ synoniem met ’Mariacultus’.” — New Catholic Encyclopedia, Deel 9, blz. 364, par. 4.

[Illustratie op blz. 23]

Virgen del Pilar

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen