Vreemde deelgenoten?
„Zag u hoe hij de grond kuste, in navolging van het vodou-ritueel? Ah, wat een kracht!” riep een vodou-priester uit toen hij op 9 maart 1983 paus Johannes Paulus II tijdens diens korte bezoek aan Haïti de grond zag kussen. Waarschijnlijk had de paus dat in het geheel niet zo bedoeld. Niettemin was de daad van de paus voor de inwoners van Haïti, een land dat wordt beschreven als 80 procent katholiek en 100 procent vodou, een teken van de verwantschap die er naar hun gevoel tussen de rooms-katholieke religie en de vodou-religie bestaat, aldus een verslag in de Californische krant Press-Telegram.
In New York gaven geestelijken van de Rooms-Katholieke Kerk onlangs toe in twijfel te verkeren of zij stappen zouden moeten ondernemen tegen de santeria, een uit Cuba afkomstige cultus die — net als vodou — een mengsel is van katholieke en Afrikaanse geloofsovertuigingen. Santeria-gebruiken omvatten zaken zoals huisaltaren, speciale kledij, toverspreuken en -drankjes, spiritisme en dierenoffers. Volgens de Daily News van 6 januari 1983 wordt het aantal aanhangers in New York op wel 300.000 geschat. Waarom de aarzeling om op te treden? Francisco Dominquez, een rooms-katholieke geestelijke, geeft toe: „Sommige van deze praktijken zijn afdwalingen van het katholieke geloof. Maar als je het waardeloos noemt, raak je een boel mensen kwijt.”