Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g89 22/11 blz. 16-18
  • Is het tijd om afscheid te nemen?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Is het tijd om afscheid te nemen?
  • Ontwaakt! 1989
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Het stropen eist zijn tol
  • Waarom de olifanten redden?
  • De strijd om ze te redden
  • Ivoor — Hoeveel is het waard?
    Ontwaakt! 1998
  • Olifanten — Vrienden of vijanden?
    Ontwaakt! 1994
  • Gaat het dierenrijk verdwijnen?
    Ontwaakt! 1983
  • De taaie reuzen van de Namibwoestijn
    Ontwaakt! 1992
Meer weergeven
Ontwaakt! 1989
g89 22/11 blz. 16-18

Is het tijd om afscheid te nemen?

ER BEGINT een ongewone oorlog te escaleren in Afrika. Het is geen conflict om gebied, politieke idealen of religieuze overtuigingen. De tol aan mensenlevens, hoe tragisch ook, is uiterst klein geweest vergeleken bij die van de meeste oorlogen. Toch heeft deze strijd internationaal de aandacht getrokken. De inzet ervan wordt gevormd door olifanten.

In deze oorlog staan parkwachters en jachtopzieners tegenover stropers. De parkwachters en jachtopzieners worden gesteund door de wet, hun regering en natuurbeschermers. De stropers worden geholpen door moderne wapens en gedreven door armoede en hebzucht. De slagtanden van olifanten vertegenwoordigen namelijk geld, vaak zo veel geld dat men zich er in armere landen nauwelijks een voorstelling van kan maken. Beide partijen lossen dodelijke schoten. Waarom al die bezorgdheid voor olifanten? Worden ze werkelijk zo ernstig bedreigd?

Het stropen eist zijn tol

Nu, sta hier eens bij stil: In de jaren ’30 waren er zo’n tien miljoen olifanten in Afrika. Tegen 1979 waren er nog 1,3 miljoen. Nu, tien jaar later, is dat aantal gehalveerd. Het aantal Afrikaanse olifanten wordt thans op ongeveer 625.000 geschat. Waarom die scherpe daling? Dat wordt alom geweten aan het stropen, een oud misdrijf dat thans, door de moderne technologie, steeds vaker wordt gepleegd.

In vroeger tijden waren de Afrikaanse stropers inboorlingen die met pijl en boog of speren gewapend waren en bij de aanblik van een ongewapende jachtopziener gauw de benen namen. Tegenwoordig zijn zowel de jachtopzieners als de stropers gewapend, maar de stropers vaak beter. In het kielzog van de jarenlange burgerlijke onrust in Afrika is er een overvloed aan geweren achtergebleven waar voor misdadigers gemakkelijk aan te komen is. De huidige stropers trekken rond in benden en jagen op olifanten met krachtige automatische wapens. In enkele minuten tijd kunnen zij verscheidene olifanten neerschieten, de slagtanden bemachtigen door het voorste stuk van de koppen met een kettingzaag te verwijderen, en de jacht voortzetten. Nu de ivoorprijzen wereldwijd omhoogvliegen, kunnen stropers duizenden guldens per dag verdienen; zelfs hun dragers kunnen honderden guldens beuren. Zoals U.S.News & World Report het zegt: „Dit zijn geen plaatselijke inboorlingen maar geraffineerde, meedogenloze vaklui die een onderneming runnen waarbij grote belangen op het spel staan.”

De zaken zijn maar al te goed gegaan. Sedert 1973 is de olifantenstand in Kenia achteruitgegaan met 85 procent, in Tanzania met 53 procent en in Oeganda met 89 procent. In feite worden er elk jaar zo’n 70.000 Afrikaanse olifanten afgeslacht om hun ivoor. Zowel Zimbabwe als Kenia hebben de parkwachters onlangs gemachtigd stropers zonder waarschuwing neer te schieten. Het probleem is dat de stropers terugschieten — en met meer vuurkracht. Zij zijn er niet voor teruggeschrokken zowel wachters als burgers te doden. In de herfst van 1988 deed een bende stropers een aanval op het hoofdkwartier van een jachtopziener; de wachters werden vastgebonden en geslagen en vervolgens werden de vijf witte neushoorns van het park, de laatste van hun soort in de Keniase parken, gedood. Natuurlijk namen de stropers alleen de hoorns mee. Zij lieten de enorme karkassen van de zeldzame dieren liggen om weg te rotten.

Waarom de olifanten redden?

Parkwachters sterven bij hun pogingen de olifanten te verdedigen. Ondertussen komt er een internationale natuurbeschermingscampagne op gang om te voorkomen dat de olifanten nog voor het einde van deze eeuw worden uitgeroeid, iets wat lang niet denkbeeldig is. Maar menigeen vraagt zich misschien af: ’Waarom al die drukte om olifanten?’ Per slot van rekening is het niets nieuws op deze planeet als dieren uitsterven. Dinosaurussen zijn daar een bekend voorbeeld van. Dus waarom zouden wij ons zorgen maken als de olifant uitsterft?

Voor velen is het antwoord gelegen in de majesteit van het dier zelf. Het is een meesterstuk van ontwerp. Ongetwijfeld zal iedereen die ooit een kudde olifanten in het wild heeft gezien, een pijnlijk gevoel van verlies ervaren bij het vooruitzicht dat ze uitsterven. De manier waarop ze hun jongen opleiden en beschermen, de verbazingwekkende handigheid van hun slurf, zelfs hun ontzagwekkende omvang — het zijn allemaal onomstotelijke bewijzen voor een onvergelijkelijk wijze Ontwerper.

Er is echter meer. Olifanten spelen ook een uiterst belangrijke rol in het ecosysteem waarin ze leven. Meer dan enig ander schepsel buiten de mens verandert en vormt de olifant zijn milieu. In tegenstelling tot de mens maken olifanten het milieu echter bewoonbaarder voor hun medeschepselen. Hoe? De sleutel ligt in hun enorme eetlust. Een olifant eet per dag zo’n 140 kilo plantaardig voedsel!

In dichte oerwouden rukken olifanten grote takken af en ontwortelen kleine bomen, zodat er meer licht door het dichte bladergewelf kan dringen. Het licht bevordert de groei van de vegetatie dicht bij de grond, waardoor voedsel wordt verschaft voor kleinere dieren, van woudbuffels en gorilla’s tot bosvarkens. Op de uitgestrekte Afrikaanse vlakten of savannen bewijzen de olifanten soortgelijke diensten: Hun foerageren is bevorderlijk voor het ontstaan van een mengeling van grasland en bos, waardoor er een grotere verscheidenheid van plantenetende dieren — van giraffen en zebra’s tot gazellen en wildebeesten — van het nodige wordt voorzien dan er anders een bestaan zou vinden.

Deze ingewikkelde keten van onderlinge afhankelijkheid is echter zeer zwak. Ze kan stukgaan als een gebied te veel olifanten verliest of als in een gebied de olifanten te dicht opeen moeten leven. De mens is debet aan beide — hij decimeert de olifanten buiten de parken en bevordert overbevolking in de parken. Het droevige lot van de olifant illustreert dan ook wat er anders is aan het uitsterven waaraan de mens schuld heeft: Het maakt geen deel uit van een groot voornemen of plan. In plaats daarvan wordt het teweeggebracht door zelfzucht, met weinig oog voor de gevolgen. Verder wordt erdoor aangetoond dat de onvolmaakte en zelfzuchtige mens niet geschikt is om deze planeet te beheren.

De strijd om ze te redden

Er zijn mensen die zich inzetten om de grootscheepse afslachtingen een halt toe te roepen. Natuurbeschermingsorganisaties en een tiental regeringen doen vertwijfeld pogingen om de olifant te beschermen. Maar ze zijn het er niet over eens hoe ze daarbij te werk moeten gaan. Eén groep heeft besloten niet te streven naar een verbod op de internationale handel in ivoor, ervan uitgaand dat bij zo’n verbod de handel ondergronds toch door zou gaan en nog moeilijker te controleren zou worden. Per slot van rekening is door het verbod op de handel in hoorn van de rinoceros of neushoorn het schrikbarende tempo waarin de neushoorn wordt uitgeroeid ook volstrekt niet vertraagd. Niettemin hebben in juni 1989 verscheidene verenigingen tot natuurbehoud stopzetting van de handel in ivoor bepleit. Drie dagen later verbood de Amerikaanse president George Bush de ivoorimport. Een wereldomvattend verbod op de handel in ivoor schijnt op komst.

Eén vereniging tot natuurbehoud hoopt althans zo’n 200.000 à 300.000 olifanten te kunnen behouden en concentreert zich voor hun bescherming op enkele tientallen gebieden. Ze hoopt de ivoorhandel te bestrijden door een beroep te doen op het menselijk eigenbelang en plaatselijke bewoners ervan te overtuigen dat olifanten een gebied meer geld kunnen opleveren als het stropen aan banden wordt gelegd. Het programma heeft wat tekenen van welslagen vertoond.

Maar als het overleven van de olifanten afhankelijk is van het menselijk eigenbelang, hoe veilig zijn ze dan eigenlijk? Worden ze niet in de eerste plaats bedreigd door het menselijk eigenbelang? Per slot van rekening bloeit de ivoorhandel nog steeds en worden deze reusachtige dieren opgeofferd om de wereld te voorzien van inlegwerk, snuisterijen en bijous — waarvan naar schatting 80 procent wordt gemaakt van langs illegale weg verkregen ivoor. De regering van Kenia heeft zo’n 45 parkwachters en jachtopzieners moeten schorsen of ontslaan die naar verluidt de verlokking van al dat geld niet konden weerstaan en in het geheim met de stropers onder één hoedje speelden. Wie zou durven ontkennen dat deze generatie de mensheid nieuwe dieptepunten van eigenbelang heeft zien bereiken? Doordat de mensheid steeds egocentrischer wordt, wordt de wereld steeds onveiliger.

Gelukkig heeft de bijbel onze planeet en het wild erop een veel betere hoop te bieden. De bijbel vertelt ons dat de Schepper de aarde spoedig zal terugbrengen in de toestand die oorspronkelijk zijn bedoeling was — een wereldomvattend paradijs, waar vrede zal heersen. De oorlog van de mens tegen de olifant en tegen alle wonderen der natuur zal dan eindelijk tot het verleden behoren. — Jesaja 11:6-9.

[Illustratieverantwoording op blz. 16]

Met toestemming van Clive Kihn

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen