Een nieuwe wereld zonder lijden
„De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen. Maar verheugt u uitbundig en weest blij voor eeuwig over wat ik schep.” — Jesaja 65:17, 18.
DIE profetische woorden werden ruim 2700 jaar geleden door God geïnspireerd. Ze beschrijven voor een deel hoe het leven er in de toekomst op aarde uit zal zien. Wanneer? Nadat God een eind heeft gemaakt aan het huidige samenstel van dingen. Veel bijbelprofetieën maken duidelijk dat God voornemens is dit samenstel van dingen binnenkort te verwijderen en het te vervangen door een nieuwe wereld zonder enig lijden.
Hoe anders zal het leven in die nieuwe wereld zijn vergeleken bij het leven in de hele voorafgaande menselijke geschiedenis! Gods profetische Woord vertelt ons dat oorlog, misdaad, armoede en onrechtvaardigheid niet zullen voorkomen. Ziekte en dood zullen voor altijd verdwenen zijn. Ook de verdeeldheid zaaiende regeringen, godsdiensten en economische stelsels die zo te kort zijn geschoten, zullen er niet meer zijn. In de plaats van tranen van verdriet zullen er tranen van vreugde komen, want kwaad en lijden zullen voorgoed tot het verleden behoren.
Voorschaduwd in bijbelprofetieën
Let eens op hoe die toestanden werden voorschaduwd in deze greep uit de bijbelprofetieën:
Geen oorlog meer: „Hij doet oorlogen ophouden tot het uiteinde der aarde” (Psalm 46:9). „Natie zal tegen natie geen zwaard opheffen, ook zullen zij de oorlog niet meer leren.” — Jesaja 2:4.
Gerechtigheid voor iedereen: „Ik wil gerechtigheid tot het meetsnoer maken en rechtvaardigheid tot het waterpasinstrument.” — Jesaja 28:17.
Geen angst meer: „Zij zullen werkelijk ieder onder zijn wijnstok en onder zijn vijgeboom zitten, en er zal niemand zijn die hen doet beven” (Micha 4:4). „Zij zullen zich werkelijk in zekerheid op hun grond bevinden.” — Ezechiël 34:27.
Honger uitgebannen: „Er zal volop koren op aarde blijken te zijn; op de top der bergen zal overvloed zijn” (Psalm 72:16). „Het geboomte van het veld moet zijn vrucht geven en het land zelf zal zijn opbrengst geven.” — Ezechiël 34:27.
Geen ouderdom of ziekte meer: „Zijn vlees worde frisser dan in de jeugd; hij kere terug tot de dagen van zijn jeugdige kracht” (Job 33:25). „Geen inwoner zal zeggen: ’Ik ben ziek.’” — Jesaja 33:24.
Dood, rouw en pijn voorgoed verdwenen: „[God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” — Openbaring 21:4.
Niet beïnvloed door het verleden
De komende nieuwe wereld van Gods makelij zal zo bevredigend zijn, dat niets afbreuk zal doen aan de levensvreugde van de bewoners van de aarde, zelfs eventuele onaangename herinneringen aan vroeger lijden niet. De vele opbouwende gedachten en activiteiten waaruit het dagelijks leven in dat nieuwe tijdperk zal bestaan, zullen geleidelijk de vroegere akelige herinneringen uitwissen. Gods belofte luidt: „De vroegere dingen zullen niet in de geest worden teruggeroepen, noch zullen ze in het hart opkomen.” De mensen zullen „blij voor eeuwig” zijn over wat God wereldwijd zal brengen. „De hele aarde is tot rust gekomen, is vrij van rustverstoring geworden. De mensen zijn vrolijk geworden met vreugdekreten.” — Jesaja 65:17, 18; 14:7.
Thans maakt „verwachting die wordt uitgesteld, . . . het hart ziek”, verklaart de bijbel. Maar in die situatie zal een keer komen in de nieuwe wereld. Dan ’zal het begeerde een boom des levens zijn wanneer het inderdaad komt’ (Spreuken 13:12). Het zal dan niet meer voorkomen dat mensen gebukt gaan onder lijden of niet-verwezenlijkte verwachtingen. In plaats daarvan zal hun hart overlopen van tevredenheid en vreugde vanwege de vele geweldige dingen waarin God voor de mensheid zal voorzien.
Een ander bestuur
In plaats van een onbevredigend menselijk bestuur dat zich niets aan God gelegen laat liggen, zal de nieuwe wereld een bestuur hebben dat volslagen anders is. De regeringsautoriteit zal mensen ontnomen worden. Nooit weer zullen zij onafhankelijk van God mogen regeren.
Een bijbelprofetie zegt: „In de dagen van die koningen [de heersers die nu aan de macht zijn] zal de God des hemels een koninkrijk [in de hemel] oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen [omdat er geen menselijk bestuur meer is]. Het zal al deze [nu bestaande] koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan.” — Daniël 2:44.
Jezus leerde zijn volgelingen om het nieuwe bestuur over de aarde bidden toen hij zei: „Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde.” — Mattheüs 6:10.
Dat zal de nieuwe regering voor de mensheid zijn — Gods hemelse heerschappij door middel van zijn koninkrijk in handen van Christus. En op aarde zullen loyale menselijke dienstknechten van God alles besturen op Gods aanwijzingen (Jesaja 32:1). De apostel Petrus sprak over deze nieuwe regeling als „nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen” (2 Petrus 3:13). Die Koninkrijksheerschappij is de centrale leerstelling van de bijbel.
’De schepping vrijgemaakt’
Dat nieuwe bestuur zal ook de natuurkrachten op aarde volkomen gaan beheersen. Niet langer zullen natuurrampen als aardbevingen, orkanen, overstromingen of droogte dood en verderf zaaien. Jezus zelf liet zien dat hij bij machte is deze krachten te beheersen. Toen bijvoorbeeld op een keer de boot waarin Jezus en zijn discipelen zich bevonden bij een storm dreigde te kapseizen, kalmeerde hij de wind en de zee. De verbaasde discipelen vroegen zich af: „Wat voor iemand is dat toch, dat zelfs de winden en de zee hem gehoorzamen?” — Mattheüs 8:23-27.
Zowel de aarde als de menselijke schepping erop zullen dus een ongeëvenaarde vrijheid gaan genieten. „Ook de schepping zelf [zal] vrijgemaakt . . . worden van de slavernij des verderfs en de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods . . . hebben. Want wij weten dat de gehele schepping tot nu toe voortdurend te zamen zucht en te zamen pijn lijdt.” — Romeinen 8:21, 22.
Kunnen wij er zeker van zijn dat er spoedig een eind komt aan het bestuur van mensen en dat Gods nieuwe regering de leiding over alle aardse aangelegenheden zal overnemen? Dat kunnen wij beslist, want de Universele Soeverein heeft zijn woord gegeven: „’Míjn raad zal tot stand komen en al mijn welbehagen zal ik doen’; . . . Ja, ik heb het gesproken, ik zal het ook doen komen. Ik heb het geformeerd, ik zal het ook doen.” — Jesaja 46:10, 11.
„Een vastgestelde tijd”
Hoe zal dat tot stand komen? Wanneer zal het gebeuren? Gods Woord verklaart: „Voor alles is er een vastgestelde tijd” (Prediker 3:1). Dat houdt in dat er ook een vastgestelde of bestemde tijd is dat God zal zeggen ’genoeg!’ en hij een eind zal maken aan kwaad en lijden. Daniël sprak over „de bestemde tijd van het einde” (Daniël 8:19). Jezus sprak ook van een „bestemde tijd”. — Markus 13:32, 33.
Ja, God heeft een bepaalde tijd vastgesteld waarop hij in de menselijke aangelegenheden zal ingrijpen en het miserabele experiment met van hem onafhankelijk menselijk bestuur zal wegvagen. „De ware God zal zowel de rechtvaardige als de goddeloze oordelen, want er is een tijd voor elke aangelegenheid” (Prediker 3:17). En de tekenen die een vervulling vormen van de bijbelprofetieën duiden erop dat er spoedig een eind komt aan de tijd die God zich heeft gesteld om lijden toe te laten. Als die tijdslimiet is verstreken, zal hij het onbevredigende stelsel van menselijk bestuur vermorzelen dat de mensheid duizenden jaren veel lijden heeft bezorgd. — Mattheüs 24:3-14; 2 Timotheüs 3:1-5, 13; Openbaring 19:11-21.
Let eens op wat er, wanneer God zijn oordelen voltrekt, zal gebeuren met degenen die zich aan zijn bestuur onderwerpen, in tegenstelling tot degenen die dat niet doen: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; . . . de zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” „Wat het nageslacht van de goddelozen betreft, zij zullen inderdaad worden afgesneden. De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” „Houd de oprechte in het oog, want de toekomst van die man zal vredig zijn. Maar de overtreders, díe zullen stellig te zamen worden verdelgd.” — Psalm 37:10, 11, 28, 29, 37, 38; zie ook Spreuken 2:21, 22; Mattheüs 5:5.
Maar hoe staat het met de miljarden mensen die reeds gestorven zijn? Hoe zullen zij voordeel trekken van een nieuwe wereld? Door middel van de opstanding, een herstel tot leven hier op aarde. Zij zullen terugkomen uit het graf en de gelegenheid krijgen eeuwig van het leven te genieten. Gods Woord garandeert: „Er [zal] een opstanding . . . zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen” (Handelingen 24:15). En Jezus demonstreerde dit door doden op te wekken, onder wie Lazarus en de zoon van de weduwe uit Naïn. — Johannes 11:38-44; Lukas 7:11-16.
„Schadeloosstelling”
Wat bemoedigend is het te weten dat het Gods voornemen is een eind te maken aan het lijden en een rechtvaardige nieuwe wereld te brengen! Denk u eens in hoe het zal zijn miljoenen jaren — ja, eeuwig — te leven in volmaakte gezondheid en geluk in een paradijselijke omgeving, waar kwaad en lijden voorgoed tot het verleden zullen behoren!
Bent u het er niet mee eens dat deze „schadeloosstelling” door God aan de mensheid — de hele eeuwigheid door — ruimschoots opweegt tegen de betrekkelijk weinige duizenden jaren dat God lijden heeft toegelaten? En weegt ze ook niet ruimschoots op tegen de 70 of 80 jaar lijden — of minder — die wij misschien persoonlijk in ons leven ervaren hebben?
Op de lange termijn bezien
De Schepper, die de dingen op de lange termijn beziet, wist dat het van essentieel belang was dat er eerst enkele gewichtige kwesties werden beslecht, namelijk zijn recht om als Universele Soeverein te regeren en de juistheid van zijn bestuur. Ook was het uiterst belangrijk de kwestie van het juiste en onjuiste gebruik van de vrijheid van keuze te beslechten. Het was eveneens nodig duidelijk te maken dat zijn schepping volmaakt is daar mensen die zich loyaal aan zijn rechtvaardige wetten onderwerpen, onder vervolging en beproevingen van de zijde van wereldse heersers hun rechtschapenheid tegenover hem kunnen bewaren, iets waarvan zijn eigen Zoon, Jezus, het voorbeeld bij uitstek was tijdens zijn verblijf op aarde.
Als alle strijdpunten eenmaal beslecht zijn, zal God niet toelaten dat kwaad en lijden opnieuw hun intrede doen en het vredige universum ontsieren. „De benauwdheid zal geen tweede maal oprijzen.” — Nahum 1:9.
Tot in alle eeuwigheid zal God dat wat er de afgelopen duizenden jaren is gebeurd, als het ware kunnen gebruiken als een proefproces waarin in hoogste instantie uitspraak is gedaan. Mochten er op enig toekomstig moment waar ook in het universum ooit weer vragen rijzen met betrekking tot Gods soevereiniteit of het juiste gebruik van de vrije wil, dan kan op dat precedent teruggegrepen worden.
Waarvoor kiest u?
Wij hebben thans de keus. Wij kunnen onze vrije wil gebruiken op één van de twee volgende manieren: Wij kunnen ervoor kiezen Gods voornemen te negeren, tevreden te zijn met onvolmaakt menselijk bestuur en in het lot ervan delen, of wij kunnen onze vrijheid van keuze gebruiken om vast te stellen wat Gods voornemen is en wat wij moeten doen om hem te behagen als toegewijde onderdanen van zijn koninkrijk.
Jezus zei in gebed tot God: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus” (Johannes 17:3). Indien wij leven in de nieuwe wereld wensen, moeten wij ons dus de moeite getroosten ons in de waarheid over God, zijn voornemen en zijn vereisten te verdiepen. Let eens op hoe de bijbel het zegt: „Jehovah is met u zolang gij met hem bewijst te zijn; en indien gij hem zoekt, zal hij zich door u laten vinden, maar indien gij hem verlaat, zal hij u verlaten.” — 2 Kronieken 15:2.
De tijd loopt ten einde voor deze oude wereld; er is een nieuwe wereld in aantocht: „De wereld gaat . . . voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid” (1 Johannes 2:17). Waarvoor kiest u — voor de verdwijnende oude wereld of de komende nieuwe?
Gods Woord verklaart: „Ik [heb] u het leven en de dood . . . voorgelegd, de zegen en de vervloeking; en gij moet het leven kiezen, opdat gij moogt blijven leven, gij en uw nageslacht, door Jehovah, uw God, lief te hebben, door naar zijn stem te luisteren en door hem aan te hangen; want hij is uw leven en de lengte uwer dagen.” — Deuteronomium 30:19, 20.
Koestert u de wens de zegeningen te genieten die God in petto heeft voor hen die hun wil naar de zijne voegen? De uitgevers van dit tijdschrift of Jehovah’s Getuigen waar ook ter wereld zullen u met genoegen gratis helpen daar meer over te weten te komen.
[Inzet op blz. 12]
De doden zullen de gelegenheid krijgen in Gods nieuwe wereld te leven door een opstanding uit het graf