Iets nieuws in de internationale bouwwereld
VELEN zijn onder de indruk van bouwprojecten als de piramiden van Egypte en de Chinese Muur. Moderne, 400 meter hoge wolkenkrabbers zijn ook ontzag inboezemend. Maar bepaalde aspecten van een ander bouwprogramma zijn al even verbazingwekkend.
Vrijwilligers bouwen wereldwijd tientallen reusachtige projecten. De meeste van deze vrijwilligers komen uit de landen waar de gebouwen worden opgetrokken. Maar daar er vaak extra hulp nodig is, hebben werkers uit andere landen miljoenen guldens uit eigen zak gespendeerd om hun reis naar de verre bouwterreinen te betalen. Veel van deze vrijwilligers offeren hun vakantie op om te werken; anderen nemen verlof van hun normale werk en geven zo flink wat van hun inkomen op.
Deze opmerkelijke hulp wordt verleend in het kader van een internationaal bouwprogramma waarbij gebruik wordt gemaakt van vrijwilligers en dat wordt gecoördineerd vanuit het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in Brooklyn (New York). Sinds het begin van dit bouwprogramma in november 1985 hebben meer dan 3000 personen hun eigen reis betaald naar meer dan 30 werkterreinen in Noord- en Zuid-Amerika, Australië, Afrika en Europa en op verschillende eilanden.
Op het ogenblik werken er zo’n 600 internationale vrijwilligers in ongeveer 25 landen. Ruim 400 van hen hebben een langdurige toewijzing van een jaar of meer en zij worden „Internationale dienaren” genoemd. De overigen hebben een korte toewijzing voor een periode van twee weken tot drie maanden.
Waarom stellen al deze werkers hun bekwaamheden en hun arbeid gratis ter beschikking? Wat is in hun ogen zo belangrijk dat zij zich deze persoonlijke opofferingen getroosten?
De vervulling van een bijbelprofetie
De reden voor de geweldige reactie op het internationale bouwprogramma is gelegen in het antwoord op een vraag. Ruim 1900 jaar geleden vroegen de apostelen van Jezus Christus aan hem: „Wat zal het teken zijn van uw tegenwoordigheid en van het besluit van het samenstel van dingen?” Na dingen als wijdverbreide oorlogen, voedseltekorten, pestilenties en aardbevingen genoemd te hebben, zei Jezus: „Dit goede nieuws van het koninkrijk zal op de gehele bewoonde aarde worden gepredikt tot een getuigenis voor alle natiën, en dan zal het einde komen.” — Mattheüs 24:3, 14.
De vrijwillige werkers zijn ervan overtuigd dat het nu de tijd is waarin Jezus’ profetie in vervulling gaat. Zij doen dan ook blij alles wat in hun vermogen ligt om de verkondiging van het Koninkrijk te bevorderen voordat het einde van dit samenstel komt. Dit internationale bouwprogramma werd in het leven geroepen voor het coördineren van de krachtsinspanningen van deze mensen om gebouwen neer te zetten waar de Koninkrijksboodschap wordt gedrukt en verbreid.
Expansie van het Koninkrijkswerk
Vorig jaar werden er 678.509.507 exemplaren van De Wachttoren en Ontwaakt!, tijdschriften waarin wordt uiteengezet dat Gods koninkrijk de enige hoop voor de mensheid is, gedrukt in door Jehovah’s Getuigen beheerde drukkerijen. Dat betekent dat er elke werkdag meer dan twee miljoen tijdschriften — zoals het blad dat u nu leest — van de persen komen! Daarnaast worden er jaarlijks tientallen miljoenen bijbels, boeken, brochures en folders gedrukt en verspreid.
De grootste drukkerijen bevinden zich bij het internationale hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in Brooklyn en in de buurt van Wallkill, wat noordelijker in de staat New York. In de jaren ’50 en ’60 werden echter ook buiten de Verenigde Staten veel drukkerijen gebouwd. Zo werden De Wachttoren en Ontwaakt! tegen 1970 gedrukt in door Jehovah’s Getuigen beheerde drukkerijen in Duitsland, Zuid-Afrika, Canada, Engeland, Zwitserland, Denemarken, Zweden, Finland en Frankrijk.
Vervolgens, in 1972 en 1973, ging men de tijdschriften ook drukken in drukkerijen van Jehovah’s Getuigen in nog zes landen: Japan, Brazilië, Australië, Ghana, Nigeria en de Filippijnen. In de daaropvolgende jaren werd, daar het Koninkrijkswerk groeide, begonnen met de bouw van nieuwe bijkantoren met nog grotere drukcapaciteiten. Om u een idee te geven van de snelle expansie: er werden bijkantoorcomplexen met nieuwe drukkerijen voor De Wachttoren en Ontwaakt! ingewijd op de volgende datums:
Griekenland, 16 januari 1979; Zweden, 23 december 1980; Brazilië, 21 maart 1981; Canada, 10 oktober 1981; Italië, 24 april 1982; Zuid-Korea, 8 mei 1982; Japan, 15 mei 1982; Australië, 19 maart 1983; Denemarken, 21 mei 1983; Spanje, 9 oktober 1983; Nederland, 29 oktober 1983; Duitsland, 21 april 1984; India, 20 januari 1985; en Zuid-Afrika, 21 maart 1987.
Verder vonden er inwijdingen plaats van nieuwe bijkantoren of van aanzienlijke uitbreidingen van reeds bestaande in Ivoorkust, 27 februari 1982; Tahiti, 15 april 1983; Engeland, 2 oktober 1983; Finland, 5 mei 1984; Noorwegen, 19 mei 1984; Martinique, 22 augustus 1984; Peru, 27 januari 1985; Mexico, 13 april 1985; Venezuela, 21 april 1985; en Frankrijk, 4 mei 1985.
Hoewel een deel van de bouwwerkzaamheden aan enkele bijkantoren werd verricht door betaalde beroepskrachten die geen Getuigen waren, deden Jehovah’s Getuigen over het algemeen het meeste zelf. Bij duizenden boden zij hun diensten aan, ondanks het feit dat velen van hen geen geschoolde bouwvakarbeiders waren.
Omdat de Koninkrijksprediking van Jehovah’s Getuigen bleef toenemen, waren er grotere gebouwen nodig. Hoe konden die efficiënter opgetrokken worden?
Het nieuwe programma voorziet in een behoefte
Om de fenomenale groei van deze internationale bouwactiviteiten te organiseren en erbij te helpen, werd het speciale vrijwilligersprogramma bedacht en ontwikkeld. „Tijdens een bouwproject zijn er op bepaalde momenten bepaalde ambachten nodig”, legde een van de opzieners van het programma uit. „Je hebt geen dakwerker nodig als het fundament wordt gestort. En dus werd in Brooklyn het internationale werkersbureau opgericht om dingen te coördineren.”
Als er verzoeken om vaklui binnenkomen, fungeert het bureau in Brooklyn dus als bemiddelingsbureau. Het zorgt ervoor dat steeds de juiste werkers daar beschikbaar zijn waar dit voor de werkzaamheden aan de bouwprojecten overal ter wereld nodig is. Zo werd er toen in 1988 de nieuwe woongebouwen waarmee het bijkantoor in Mexico werd uitgebreid hun voltooiing naderden, naar Brooklyn getelefoneerd om geschoolde tapijtleggers. Binnen enkele minuten had het bureau vier ervaren tapijtleggers gelokaliseerd die er graag als vrijwilliger heen gingen. Tegen de tijd dat het nieuwe gedeelte van het bijkantoor in januari 1989 werd ingewijd, was het tapijt gelegd en bood het een prachtige aanblik.
Wie ervoor in aanmerking komen
Om in het internationale vrijwilligersprogramma opgenomen te worden, moet een werker aan bepaalde vereisten voldoen. Elke vrijwilliger moet een opgedragen, gedoopte getuige van Jehovah zijn. In de Verenigde Staten moet de toekomstige vrijwilliger eerst dienen in een van de gebouwen van Jehovah’s Getuigen in New York. Dit biedt een gelegenheid om zijn werkgewoonten en bekwaamheden te beoordelen. Vervolgens kan hij uitgenodigd worden om een aanvraagformulier in te vullen voor het programma. De vrouw van een toekomstige vrijwilliger, die meestal echter niet uitgenodigd wordt om samen met haar man in New York te dienen, kan ook voor het programma in aanmerking komen en een formulier invullen.
Jehovah’s Getuigen in andere landen kunnen een aanvraag voor deelname aan het programma indienen door om een formulier te verzoeken bij het bijkantoor in hun land. Deze aanvraag wordt doorgestuurd naar het bouwkantoor op het hoofdbureau in Brooklyn, dat de supervisie heeft over de internationale dienaren en andere internationale vrijwillige werkers. Wanneer er behoefte is aan de vakbekwaamheid van de aanvrager ontvangt hij bericht.
De bijdrage van de vrouwen
Hoewel de vrouwen van de constructiewerkers gewoonlijk geen bouwvakopleiding hebben genoten, hebben velen van hen het vlechten van betonstaal, het zetten en voegen van tegels en schuur- en schilderwerk geleerd. Anderen nemen het noodzakelijke huishoudelijke werk voor hun rekening. Op die manier leveren zij allen een fijne bijdrage tot het werk op de bouwterreinen overal ter wereld.
Zo schreef een vrouw die samen met haar man aan de bouw van het nieuwe bijkantoor op Porto Rico meewerkte onlangs naar het kantoor in Brooklyn: „Wij kwamen op 1 januari 1991 aan voor onze toewijzing van een maand. Ik werkte mee in de betonvlechtersploeg. Dat was lichamelijk verreweg het zwaarste werk dat ik ooit heb gedaan. Het bestond in hoofdzaak uit het buigen en aaneenbinden van stalen staven, met behulp van buigtangen en een klos binddraad — de hele dag!
De eerste paar dagen viel mijn helm alsmaar af en zette ik steeds weer mijn te grote handschoenen in het vlechtwerk vast. Maar uiteindelijk had ik het voor elkaar. Vijf of zes pleisters hielden mijn blaren in bedwang. Ik leerde maten lezen van blauwdrukken, krijtlijnen trekken en het staal klaarleggen voor elk net. Het was werkelijk voldoening gevend werk. Zo veel van wat ik normaal dagelijks doe, moet steeds opnieuw gebeuren — schoonmaken, koken, wassen, enzovoort. Maar die wapeningsnetten gaan in muren die blijven staan zo lang het bijkantoor blijft staan. Dat is een heerlijke gedachte!”
Dankbaar voor het voorrecht
Een opziener van dit internationale constructiewerk zei: „Je kunt je niets merkwaardigers voorstellen. Mensen gebruiken hun vakantie om naar verre werkterreinen te reizen en betalen hun eigen reis. Daar werken zij soms harder en maken zij vaak langere dagen dan in de rest van het jaar. En als zij weer thuis zijn, schrijven zij om ons te bedanken voor het voorrecht!”
In een recente brief stond bijvoorbeeld: „Wij schrijven om jullie te bedanken voor het geweldige voorrecht dat wij hebben genoten drie maanden aan het bijkantoor op de Filippijnen te werken. Aan het eind van elke werkdag waren wij lichamelijk moe, zoals wij ook verwacht hadden, maar geestelijk erg opgebouwd door de geweldige omgang. Wij vonden het fijn veel van de andere vrijwilligers die er waren te leren kennen, en wij waren bijzonder onder de indruk van de plaatselijke Getuigen met wie wij werkten. Zij zijn ons werkelijk dierbaar geworden; wij hebben er familie bij gekregen.”
Een echtpaar dat naar Ecuador ging, schreef: „Wij leerden zonder ongezonde snacks te leven, een bad te nemen in een klein beetje water en ons te scheren en te douchen met koud water. Wij hadden er geen idee van hoezeer ons denken was beïnvloed door de reclame. Wij hebben ons tot het uiterste ingespannen, maar wij hebben er zo veel voor teruggekregen. Onze Ecuadoriaanse broeders zijn naar VS-maatstaven materieel arm, maar hun geestelijke gezindheid en hun waardering voor het predikingswerk zijn bijzonder. De woorden ontbreken ons om weer te geven hoe wij over dit voorrecht denken.”
„Tilt up”-constructie
Een uniek facet van het internationale constructiewerk is de toepassing van de „tilt up”-methode. Deze methode bestaat in het ter plekke storten van grote muurpanelen van gewapend beton. Die kunnen drie etages hoog zijn en wel 20 ton wegen. De panelen worden óf op de fundeerplaat van het gebouw gevormd óf op een nabijgelegen stortvloer.
Er kan een stapel van zes of acht panelen op elkaar gevormd worden. Als de panelen sterk genoeg zijn — meestal na zeven dagen — wordt er een kraan gebruikt om ze op hun plaats te hijsen. Er worden nu zowel voor buiten- als voor binnenmuren en ook in gebouwen met meerdere verdiepingen panelen gebruikt. Honderden van deze panelen werden bijvoorbeeld gebruikt in het elf etages hoge bijkantoor op de Filippijnen. De gladde, voorgestorte betonnen panelen behoeven alleen nog geverfd te worden.
Deze constructiemethode is niet alleen tijdbesparend, maar maakt ook een doeltreffend gebruik van minder geschoolde krachten mogelijk. In een vakblad, Concrete, werd over de bouw van de nieuwe drukkerij van Jehovah’s Getuigen in Engeland gezegd: „’Tilt up’-constructie voldeed bijzonder goed aan hun behoeften wegens de eenvoud van deze bouwmethode . . . Besparingen van tijd en geld zijn nog altijd de voornaamste voordelen van het systeem.”
In het blad werd verder nog over „tilt up”-bouw gezegd: „De mogelijkheid om in korte tijd grote oppervlakken (al dan niet dragende) muur te construeren, gepaard aan het gebruik van plaatselijke werkkrachten die niet ongewoon veel supervisie behoeven, maakt deze methode zo snel en zuinig.” Wat terecht daarom dat bij het nieuwe bouwprogramma gebruik wordt gemaakt van deze eenvoudige, doelmatige constructiemethode!
Bouwbureaus
Dit internationale bouwprogramma wordt geleid vanuit een groot bouwbureau op het hoofdbureau van Jehovah’s Getuigen in Brooklyn. Daar werken ruim honderd ingenieurs, bouwkundig ontwerpers en tekenaars — die deel uitmaken van het personeel op het hoofdbureau — aan de bouwplannen. Om de toegenomen werklast te verlichten, zijn er de afgelopen tijd regionale bouwbureaus gevestigd in Japan, Australië en Europa.
In 1987 werd CAD (Computer Aided Design, computergestuurd ontwerpen) ingevoerd voor het maken van tekeningen. Een typisch CAD-station bestaat uit verscheidene apparaten. Met elkaar maken die het mogelijk tekeningen op een computer te maken in plaats van met de hand op een tekenbord. Op het moment worden er in Brooklyn en op de bijkantoren meer dan 65 CAD-stations gebruikt.
Daar tekeningen opgeslagen kunnen worden in het geheugen van de computer, kunnen ontwerpen voor vorige projecten in lopende tekeningen worden verwerkt. Dit draagt bij tot de produktiviteit en ook tot de standaardisatie van ontwerp en constructie.
Recente bouwprojecten
Terwijl het bouwbureau in Brooklyn verder uitgroeide, nam ook het idee vrijwilligers voor het werk te organiseren vorm aan. Men zou kunnen zeggen dat het programma begon in 1985 toen werkers uit andere landen reageerden op het verzoek te helpen bij de bouw van het nieuwe bijkantoor in Panama. Het ontwikkelde zich verder toen Peru hulp nodig had bij een reusachtige uitbreiding van zijn bijkantoor. En het programma begon echt vaste vorm te krijgen bij de bouw van de bijkantoren in Costa Rica en Nigeria. Al gauw werd er personeel gestuurd om op sleutelposten te helpen bij projecten overal ter wereld.
Internationale dienaren en andere vrijwilligers hebben al geholpen bij de bouw van veel nieuwe bijkantoren en toevoegingen aan oudere, bij de meeste wel die sedert begin 1986 klaargekomen zijn. De afgelopen vijf jaar ongeveer zijn er projecten voltooid en ingewijd in Panama, Costa Rica, Chili, Mexico, Nieuw-Zeeland, Haïti, Liberia, Oostenrijk, Ecuador, Papua New Guinea, Guyana, Ghana, Hawaii, Portugal, Hong Kong, Cyprus, Peru, El Salvador, Mauritius, Japan, Honduras, Guatemala, Nigeria, Argentinië, Australië, Nieuw-Caledonië, Fiji, de Filippijnen en Griekenland.
Veel daarvan waren reusachtige bouwprojecten. In Nigeria werd in feite een kleine stad gebouwd op een stuk land van 57 hectare. Er werd een 140 meter lange en 70 meter brede drukkerij gebouwd, naast woongebouwen voor het huisvesten van meer dan 400 mensen, een kantoorpand, een garage en andere gebouwen. Het alleen al vanuit de Verenigde Staten verzonden bouwmateriaal was voldoende om 347 vrachtcontainers te vullen, die achter elkaar geplaatst een lengte van 3,5 kilometer zouden hebben!
Soms is er tegenstand van de geestelijkheid tegen de bouwprojecten. In Griekenland brachten de geestelijken in maart 1989 40 bussen vol protesteerders bijeen, maar de politie stond achter het wettige recht van de Getuigen om te bouwen en het protest ging uit als een nachtkaars. Het nieuwe bijkantoor, met een grote nieuwe drukkerij en 22 woongebouwen om ruim 170 personen te huisvesten, werd dit voorjaar voltooid en ingewijd.
In Frankrijk protesteerde de bisschop van Evreux, Jacques Gaillot, tegen de plannen voor een groot nieuw bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in Louviers. Hij zei dat de openbare bediening van de Getuigen ’de menselijke waardigheid aantast’. Anderen zijn het echter niet met de bisschop eens. Zij zijn van mening dat Jehovah’s Getuigen het recht moeten hebben om hun faciliteiten in het gebied uit te breiden, zoals zij dat op vele plaatsen in de wereld doen.
Op het moment werken internationale bouwvrijwilligers aan bijkantoorprojecten in Colombia, Porto Rico, Zambia, Brazilië, Engeland, Canada, de Dominicaanse Republiek, Ecuador, Polen, Guadeloupe, Thailand, de Leeward Eilanden, de Bahamas, West-Samoa, Tahiti, de Solomon Islands, Venezuela, Zuid-Korea, Zuid-Afrika en Duitsland. Andere projecten liggen op de tekentafel, waaronder nieuwe bijkantoren of uitbreidingen van de bestaande in Frankrijk, Spanje, Mexico, Sri Lanka, Taiwan en Suriname.
Vooruitlopend op een behoefte
Toen het Besturende Lichaam van Jehovah’s Getuigen in 1988 toestemming gaf voor de uitbreiding van het bijkantoor in Duitsland met 50 procent, vonden sommige waarnemers de uitbreiding overdreven groot. Maar in 1989 en 1990 werd in Polen, Hongarije, Oost-Duitsland en Roemenië het predikingswerk van Jehovah’s Getuigen gelegaliseerd of werden de belemmerende bepalingen opgeheven. En op 27 maart jongstleden werden Jehovah’s Getuigen door de Sovjet-Unie als religieuze organisatie erkend.
Ruim 250.000 inwoners van Oosteuropese landen woonden vorige zomer congressen van Jehovah’s Getuigen bij en wilden dolgraag bijbelse lectuur ontvangen. „In slechts twee maanden”, zo stond in het 1991 Britannica Book of the Year te lezen, „zond het Westduitse bijkantoor van het Wachttorengenootschap 275 ton bijbelse lectuur, waaronder 115.000 bijbels, naar alleen al Oost-Duitsland.” Het is nu dan ook zonneklaar dat het Duitse bijkantoor elke toegestane uitbreiding hard nodig heeft, en snel!
Voorbereidingen voor toekomstige behoeften
Zoals u zich kunt indenken, vergt het heel wat inspanning om, als een vervulling van Jezus’ profetie, ’dit goede nieuws van het Koninkrijk op de gehele bewoonde aarde te prediken voordat het einde komt’ (Mattheüs 24:14). En overal ter wereld getroosten ware christenen zich die inspanning. Zij doen op een goed georganiseerde manier wat zij kunnen om alle naties van de Koninkrijksboodschap in kennis te stellen.
Om dit tot stand te brengen, breiden Jehovah’s Getuigen hun capaciteit voor het publiceren van bijbelse lectuur op hun internationale hoofdbureau in Brooklyn uit. De bouw van een 30 etages tellend gebouw aan Sands Street 90, waar nog eens duizend leden van hun personeel op het hoofdbureau gehuisvest zullen worden, is nu aan de gang en het is de bedoeling dat het in 1993 voltooid zal zijn.
Het grootste bouwproject echter is dat wat 110 kilometer van de stad New York bij Patterson wordt uitgevoerd. „Als [Jehovah’s Getuigen] ergens in 1996 klaar zijn,” berichtte The New York Times van 7 april 1991, „zullen zij 6 woongebouwen van 2 tot 5 etages met 624 appartementen gebouwd hebben, alsmede een garage voor 450 auto’s, een hotel met 144 kamers, een reusachtige keuken en eetkamer waar in één keer 1600 personen bediend kunnen worden, een kantoorgebouw, een schoolgebouw en verscheidene servicegebouwen.” Honderden vrijwilligers geven gratis hun beste krachten om dit reusachtige Koninkrijksonderwijscentrum te bouwen.
Er is werkelijk in alle delen van de wereld een geweldig bouwprogramma aan de gang — geheel en al gecoördineerd en tot stand gebracht door vrijwillige werkers. Dat is beslist iets nieuws in de internationale bouwwereld!
[Illustratie op blz. 21]
Betonvlechten is een onderdeel van de bouwwerkzaamheden
[Illustraties op blz. 23]
Bij de „tilt up”-constructie kunnen betonnen panelen op elkaar worden gevormd. Als de panelen sterk genoeg zijn, worden ze op hun plaats gehesen
[Illustraties op blz. 24]
Het nieuwe bijkantoorcomplex in Polen onder de loep genomen in Brooklyn. Bouwtekeningen worden gemaakt op een computer
[Illustraties op blz. 25]
Bijkantoorcomplexen gepland voor Porto Rico, Zambia en de Leeward Eilanden
[Illustratie op blz. 26]
Vrijwillige werkers aan het bouwproject in een Europees land