„Een tijd om te genezen”
Ann had voor iedereen een horend oor; zij was ieders steun en toeverlaat. Zij kwam zo evenwichtig en onberispelijk over, dat niemand ook maar vermoedde dat zij verborgen emotionele wonden had, totdat zij zich op een dag dingen begon te herinneren. „Ik was op mijn werk,” vertelt Ann, „toen ik last kreeg van pijnen en een intens gevoel van schaamte. Ik kon nauwelijks opstaan! Dat heeft dagenlang geduurd. Toen kwam er een herinnering bij me boven aan mijn stiefvader, die me lastig viel — me echt verkrachtte. En het was niet de enige keer dat hij dat deed.”
ER IS „een tijd om te genezen” (Prediker 3:3). En voor veel mensen die als kind seksueel misbruikt zijn — zoals Ann — is het naar boven komen van lang begraven herinneringen een belangrijk onderdeel van het genezingsproces.
Hoe kan iemand evenwel iets zo traumatisch als een aanranding vergeten? Bedenk eens hoe hulpeloos een kind is tegenover de avances van een vader of van een andere sterke volwassene. Zij kan niet weglopen. Zij mag niet schreeuwen. En zij mag het niet vertellen — aan niemand! Toch ziet zij haar aanrander misschien elke dag en moet zij doen alsof er niets gebeurd is. Het ophouden van die schijn zou een volwassene moeilijk vallen; voor een kind is het bijna onmogelijk. En dus maakt zij gebruik van de enorme verbeeldingskracht waarmee kinderen begiftigd zijn en ontsnapt mentaal! Zij doet alsof de aanranding niet heeft plaatsgevonden door het weg te stoppen of haar zintuigen er ongevoelig voor te maken.
In feite sluiten wij ons allemaal van tijd tot tijd af voor dingen die wij niet willen zien of horen. (Vergelijk Jeremia 5:21.) Maar slachtoffers van seksuele mishandeling gebruiken dit vermogen als middel tot overleving. Enkele slachtoffers vertellen: „Ik maakte mezelf wijs dat dit iemand anders overkwam en ik slechts toeschouwster was.” „Ik deed alsof ik sliep.” „In mijn hoofd deed ik mijn wiskundevraagstukken.” — Strong at the Broken Places, door Linda T. Sanford.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat in het boek Surviving Child Sexual Abuse wordt gezegd: „Naar schatting is tegen de 50 procent van de overlevenden van seksuele kindermishandeling zich niet bewust van die ervaringen.” Sommigen zullen zich echter de aanranding zelf wel herinneren maar de gevoelens blokkeren waarmee die gepaard ging — de pijn, de woede, de schaamte.
Verdringing — Krachtmeting in de geest
Is het dan maar niet het beste dat deze dingen begraven blijven — dat de slachtoffers het gewoon maar vergeten? Sommigen geven daar inderdaad de voorkeur aan. Anderen kunnen dat eenvoudig niet. Het is zoals in Job 9:27, 28 wordt gezegd: „Als ik glimlach en probeer mijn pijn te vergeten, komt al mijn lijden terug om mij te achtervolgen” (Today’s English Version). De verdringing van angstaanjagende herinneringen is een uitputtende mentale krachtsinspanning, een verwoede krachtmeting die zelfs ernstige gevolgen voor de gezondheid kan hebben.
Naarmate een slachtoffer ouder wordt, verzwakt vaak onder de druk van het leven haar vermogen om het verleden te verdringen. Een vleugje reukwater, een gezicht dat iets bekends heeft, een plotseling geluid of zelfs een onderzoek door een dokter of een tandarts kunnen een angstaanjagende stroom van herinneringen en gevoelens op gang brengen.a Moet zij niet eenvoudig nog meer moeite doen om het te vergeten? In dat stadium is het voor veel slachtoffers een verlichting als zij proberen het zich te herinneren! Een zekere Jill zegt: ’Als de herinneringen eenmaal naar boven zijn gekomen, verliezen ze hun macht. Ze in het onderbewustzijn houden is pijnlijker en gevaarlijker dan ze verwerken.’
Het erkennen is waardevol
Hoe dat zo? Onder meer omdat de herinnering een slachtoffer in staat stelt verdriet te hebben. Verdriet is een natuurlijke reactie op een trauma; het helpt ons nare gebeurtenissen achter ons te laten (Prediker 3:4; 7:1-3). Maar een slachtoffer van seksueel geweld is de mogelijkheid tot verdriet ontzegd; zij is gedwongen haar angstaanjagende ervaring te loochenen, verplicht haar pijn op te kroppen. Die verdringing kan leiden tot wat artsen een posttraumatische stress-stoornis noemen — een toestand van verdoving nagenoeg zonder enige emotie. — Vergelijk Psalm 143:3, 4.
Als de herinneringen terug beginnen te komen, kan het slachtoffer de aanranding bijna herbeleven. Sommige slachtoffers keren zelfs tijdelijk terug tot een kinderlijke staat. „Als er een flash-back aan de gang is,” herinnert Jill zich, „heb ik vaak lichamelijke symptomen. Soms zijn de herinneringen zo benauwend, dat ik het gevoel heb tot waanzin te worden gedreven.” Lang onderdrukte, uit de jeugd daterende woede kan zich nu plotseling openbaren. „Bij de herinnering word ik overmand door neerslachtigheid en woede”, vertelt Sheila. Maar onder die uitzonderlijke omstandigheden is woede terecht. U hebt verdriet, u geeft uiting aan opgekropte gerechtvaardigde woede! U hebt het recht de tegen u bedreven verdorven daden te haten. — Romeinen 12:9.
Een slachtoffer van seksuele mishandeling zegt: „Toen ik in staat was het mij werkelijk te herinneren, ervoer ik zo’n geweldig gevoel van opluchting . . . Nu wist ik tenminste wat er met me aan de hand was. Hoe moeilijk het me ook viel het me te herinneren, het gaf me wel een deel van mijn leven terug dat schrikaanjagend was geworden omdat het zo onbekend en mysterieus was.” — The Right to Innocence.
Het terugroepen in de herinnering kan een slachtoffer ook helpen achter de grondoorzaak van enkele van haar problemen te komen. „Ik wist altijd dat ik mezelf intens haatte en kwaad was, maar ik wist niet waarom”, zegt een incestslachtoffer. De herinnering helpt velen te beseffen dat wat er gebeurd is niet hun schuld was maar dat zij het slachtoffer waren.
Natuurlijk herinneren niet allen zich hun seksuele mishandeling even dramatisch of levendig als anderen. En de meeste adviseurs zijn het erover eens dat het niet nodig is zich elk detail van de aanranding te herinneren om van de gevolgen ervan te genezen. De simpele erkenning dat de aanranding heeft plaatsgevonden, kan al een grote stap in de richting van herstel zijn. — Zie kader op blz. 9.
Hulp inroepen
Als u een slachtoffer bent van seksuele kindermishandeling, probeer dan niet de storm van de terugkerende herinneringen in uw eentje te doorstaan. Het helpt als u uw gevoelens bij iemand uitstort. (Vergelijk Job 10:1; 32:20.) Sommigen die uitermate van streek zijn, kunnen besluiten de hulp van een bevoegde arts, adviseur of deskundige op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg in te roepen. Hoe dan ook, een vertrouwde vriend, een huwelijkspartner, familieleden of christelijke opzieners die met empathie en respect luisteren, kunnen ook een waardevolle steun zijn.b „Mijn grootste hulp is mijn beste vriendin geweest, Julie”, zegt Janet. „Zij heeft me de gelegenheid gegeven steeds weer over een herinnering te praten. Door haar kan ik de emoties doorleven die dan loskomen. Zij luistert en reageert vol begrip.”
Iemand in vertrouwen nemen is een riskante aangelegenheid en u zou u onwaardig kunnen voelen iemands hulp in te roepen — of te beschaamd kunnen zijn om over uw seksuele mishandeling te praten. Maar een ware vriend wordt ’geboren voor de tijd dat er benauwdheid is’ en zou heel goed een waardevolle hulp kunnen zijn als u hem of haar de gelegenheid daartoe geeft (Spreuken 17:17). Kies degene die u in vertrouwen neemt echter met zorg. Leer om de dingen die u dwarszitten geleidelijk te onthullen. Pas als een vriend meevoelend en discreet blijkt te zijn, zou u kunnen proberen meer prijs te geven.
Het helpt ook als u lichamelijk goed voor uzelf zorgt. Neem voldoende rust. Zorg voor een redelijke hoeveelheid lichaamsbeweging. Eet gezond. Vereenvoudig uw leven zo mogelijk. Voel u vrij om te huilen. Het kan zijn dat er nooit een eind aan de pijn lijkt te komen, maar na verloop van tijd zal ze minder worden. Bedenk: U hebt de seksuele mishandeling als hulpeloos kind meegemaakt — en overleefd! Als volwassene beschikt u over vermogens en krachten die u destijds niet had. (Vergelijk 1 Korinthiërs 13:11.) Zie dus uw pijnlijke herinneringen onder de ogen en laat u er niet meer door kwellen. Verlaat u op God voor kracht. De psalmist zei: „Wanneer talloze zorgen in mij woelden, werd mijn ziel door ùw troost verkwikt.” — Psalm 94:19, Willibrordvertaling.
Het afrekenen met het schuldgevoel en de schaamte
Een eind maken aan het gevoel zelf schuldig te zijn, is nog een belangrijke opgave bij het herstel. „Nu nog heb ik moeite met de gedachte dat ik onschuldig was”, zegt een slachtoffer genaamd Reba. „Ik vraag me af waarom ik hem niet tegengehouden heb.”
Houd echter in gedachte dat aanranders de meest duivelse dwangmiddelen gebruiken: autoriteit (’Ik ben je vader!’), dreigementen (’Ik vermoord je als je het vertelt!’), brute fysieke kracht en zelfs schuldbesef (’Als je het vertelt, gaat Papa de gevangenis in.’). Anderen daarentegen maken gebruik van vriendelijke overreding of cadeautjes en gunsten. Sommigen stellen seksuele activiteiten voor als een spel of als een uiting van ouderlijke genegenheid. „Hij zei dat mensen dit doen als zij van elkaar houden”, herinnert een slachtoffer zich. Hoe kan een klein kind op tegen zulke emotionele chantage en bedriegerij? (Vergelijk Efeziërs 4:14.) Ja, de aanrander maakt onbarmhartig misbruik van het feit dat kinderen hulpeloos en kwetsbaar zijn, „kleine kinderen ten opzichte van het slechte”. — 1 Korinthiërs 14:20.
Misschien moet u zich vervolgens te binnen brengen hoe kwetsbaar en hulpeloos u wel was als kind. U zou kunnen proberen wat tijd met een paar kleine kinderen door te brengen of kunnen kijken naar kinderfoto’s van uzelf. Vrienden die u steunen, kunnen ook helpen door u er voortdurend aan te herinneren dat de seksuele mishandeling niet uw schuld was.
Niettemin zegt een vrouw: „Ik walg als ik denk aan de gevoelens die mijn vader bij me opriep.” Sommige slachtoffers (58 procent bij één onderzoek) herinneren zich dat zij zich tijdens de aanranding seksueel opgewonden voelden. Het is begrijpelijk dat zij zich daar erg voor schamen. Het boek Surviving Child Sexual Abuse wijst ons er evenwel op dat „fysieke opwinding eenvoudig de automatische [reactie] van het lichaam [is] als het op bepaalde manieren wordt aangeraakt of gestimuleerd” en dat een kind „geen controle over deze opwinding” heeft. De aanrander draagt dus als enige de volle verantwoordelijkheid voor wat er is gebeurd. HET WAS NIET UW SCHULD!
Put ook troost uit de wetenschap dat God u beziet als „onberispelijk en onschuldig” in de kwestie (Filippenzen 2:15). Na enige tijd zal de drang tot zelfdestructief gedrag waarschijnlijk afnemen, en u kunt leren uw eigen vlees te koesteren. — Vergelijk Efeziërs 5:29.
Het met uw ouders bijleggen
Dit kan een van de moeilijkste opgaven voor het herstel blijken. Sommigen zijn nog steeds vervuld van woede en wraakfantasieën — of schuldgevoel. Zo zei een slachtoffer: „Ik ben neerslachtig omdat ik denk dat Jehovah van mij verwacht dat ik mijn aanrander vergeef, en ik kan het niet.” Het is ook mogelijk dat u een ziekelijke angst voor uw verkrachter hebt. Of het kan zijn dat u vijandige gevoelens tegenover uw moeder koestert als zij haar ogen gesloten heeft voor de seksuele mishandeling of ontkennend of woedend heeft gereageerd toen de mishandeling aan het licht kwam. „Mijn moeder zei tegen me dat ik wat consideratie met [mijn vader] moest hebben”, herinnert een vrouw zich bitter.
Het is niet meer dan vanzelfsprekend dat iemand woedend is als zij seksueel misbruikt is. Niettemin kunnen de banden die gezinnen binden sterk zijn, en misschien wilt u niet alle contact met uw ouders afsnijden. Misschien bent u zelfs bereid een verzoening te overwegen. Maar veel hangt van de omstandigheden af. Slachtoffers zijn soms geneigd het hun ouders zonder meer te vergeven — niet het misdrijf te verontschuldigen, maar te weigeren zich te laten verteren door haat of zich te laten beheersen door angst. Sommigen geven er de voorkeur aan een emotionele confrontatie te vermijden en zijn er tevreden mee ’wat zij te zeggen hebben in hun hart te zeggen’ en de zaak verder te laten rusten. — Psalm 4:4.
Het kan echter ook zijn dat u de mening toegedaan raakt dat de zaak alleen opgelost kan worden door uw ouders met de seksuele mishandeling te confronteren — hetzij door naar hen toe te gaan, of telefonisch, of per brief. (Vergelijk Mattheüs 18:15.) Als dat het geval is, vergewis u er dan van dat u voldoende bent hersteld — of op zijn minst voldoende steun krijgt — om de emotionele storm te kunnen doorstaan die misschien zal losbarsten. Daar er weinig bereikt wordt door tegen elkaar te schreeuwen, moet u proberen vastberaden maar kalm te zijn (Spreuken 29:11). U zou van wal kunnen steken door te vertellen (1) wat er is gebeurd, (2) welke uitwerking dat op u heeft gehad, en (3) wat u nu van hen verwacht (bijvoorbeeld verontschuldigingen, betaling van doktersrekeningen of veranderingen in hun gedrag). Op z’n allerminst kan het aan het licht brengen van het gebeurde u helpen schoon schip te maken met eventuele nog gebleven gevoelens van machteloosheid. En het zou net de weg kunnen banen voor een nieuwe band met uw ouders.
Het is bijvoorbeeld mogelijk dat uw vader de seksuele mishandeling erkent en van diepe wroeging blijk geeft. Het kan ook zijn dat hij oprecht geprobeerd heeft te veranderen, misschien door zich te laten behandelen voor zijn alcoholverslaving of door de bijbel te gaan bestuderen. Uw moeder zou u eveneens vergeving kunnen vragen omdat zij nagelaten heeft u te beschermen. Soms kan een algehele verzoening het resultaat zijn. Maar wees niet verbaasd als u toch nog tegenstrijdige gevoelens voor uw ouders koestert en er de voorkeur aan geeft niet haastig een nauwe band met hen aan te gaan. Maar op z’n allerminst kunt u misschien de omgang met de familie in redelijke mate hervatten.
Het is daarentegen ook mogelijk dat de confrontatie een stortvloed van ontkenningen en scheldwoorden van de verkrachter en andere gezinsleden losmaakt. Erger nog, u ontdekt misschien dat hij nog steeds een bedreiging voor u is. Vergeving kan dan onterecht zijn en een nauwe band onmogelijk. — Vergelijk Psalm 139:21.
Wat er ook gebeurt, het kan een hele tijd duren voordat uw gekwetste gevoelens gekalmeerd zijn. U moet u er misschien herhaaldelijk aan herinneren dat het eindoordeel aan God is (Romeinen 12:19). De dingen doorpraten met iemand die een horend oor voor u heeft en u steunt of zelfs het op schrift stellen van uw gevoelens kan u eveneens helpen uw woede te verwerken. Met Gods hulp kunt u uw woede verwerken. Naarmate de tijd verstrijkt, zal uw denken niet langer door grievende gevoelens beheerst worden. — Vergelijk Psalm 119:133.
Een geestelijk herstel
De ruimte laat niet toe dat wij alle emotionele en geestelijke kanten van de zaak en alle gedragsproblemen bespreken. Wij willen ermee volstaan te zeggen dat u veel kunt doen om uw herstel te vergemakkelijken door met behulp van Gods Woord „uw geest te hervormen” (Romeinen 12:2). ’Strek u uit naar de dingen die vóór u liggen’ en vul uw leven met geestelijke gedachten en activiteiten. — Filippenzen 3:13; 4:8, 9.
Veel slachtoffers van seksuele mishandeling putten bijvoorbeeld veel troost uit het eenvoudigweg doorlezen van de Psalmen. Maar iets waar u nog meer voordeel van hebt, is het ijverig toepassen van bijbelse beginselen. Na verloop van tijd kan de spanning in het huwelijk afnemen (Efeziërs 5:21-33). Het destructieve gedrag kan ophouden (1 Korinthiërs 6:9-11). Ongezonde seksuele gevoelens kunnen genezen (Spreuken 5:15-20; 1 Korinthiërs 7:1-5). U kunt ook evenwicht leren brengen in uw persoonlijke relaties en solide morele grenzen optrekken. — Filippenzen 2:4; 1 Thessalonicenzen 4:11.
Vergis u niet: Herstel vergt echte vastberadenheid en bijzonder grote krachtsinspanningen! Maar Psalm 126:5 verzekert ons: „Wie met tranen zaaien, zullen zelfs met vreugdegeroep oogsten.” Bedenk ook dat de ware God, Jehovah, belang stelt in uw welzijn. Hij is „nabij de gebrokenen van hart; en de verbrijzelden van geest redt hij” (Psalm 34:18). Een slachtoffer van seksuele mishandeling zegt: „Toen ik eindelijk besefte dat Jehovah op de hoogte was van elke emotie die ik voelde en dat hij om mij gaf — echt om mij gaf — toen ervoer ik eindelijk innerlijke vrede.”
Onze liefdevolle God, Jehovah, biedt zelfs nog meer dan vrede des geestes. Hij belooft een nieuwe, rechtvaardige wereld, waar hij elke herinnering aan in de jeugd doorgemaakte narigheid zal wegwissen (Openbaring 21:3, 4; zie ook Jesaja 65:17). Deze hoop kan u schragen en sterken bij het afleggen van de weg naar algeheel herstel.
[Voetnoten]
a Sommige herinneringen beginnen naar boven te komen in de vorm van psychosomatische pijnen; andere hebben de vorm van hallucinaties, die ten onrechte wel eens aangezien worden voor de activiteit van demonen — geluiden die op een indringer duiden, zoals deuren die opengaan; schimmige figuren die zich langs deuren en ramen bewegen; het gevoel dat er iets onzichtbaars in bed ligt. De narigheid verdwijnt over het algemeen als de herinneringen volledig naar boven gekomen zijn.
b Waardevolle informatie over het helpen van de slachtoffers van seksueel geweld is te vinden op de bladzijden 27-31 van de uitgave van 1 januari 1984 van ons zustertijdschrift, De Wachttoren. Wij raden alle gemeenteouderlingen aan, die uitgave nog eens te raadplegen en zorgvuldig aandacht te besteden aan eventuele gevallen waarvoor hun hulp wordt ingeroepen.
[Kader op blz. 9]
Manieren om te herstellen
◻ De aanranding in de herinnering terugroepen en erkennen
◻ Verdriet hebben over de aanranding
◻ Gevoelens doorpraten met mensen die een horend oor hebben en een steun zijn
◻ Gevoelens van schuld en schaamte overwinnen
◻ Het bijleggen met de ouders
◻ Bijbelse beginselen toepassen om destructief gedrag te veranderen
◻ Ongezonde seksuele gevoelens genezen
◻ Gezonde persoonlijke en morele grenzen trekken
◻ Een nauwe band met God en medechristenen ontwikkelen
[Kader op blz. 10]
Het verleden terugroepen
Herinneringen komen gewoonlijk vrij in de loop van weken, maanden of jaren, en elke bovenkomende herinnering veroorzaakt een tijdelijke crisis. In The Right to Innocence wordt gezegd dat u soms „het gevoel kunt hebben terug te glijden. Dat is niet zo. Het gaat beter met u. In feite hebt u de kracht opgedaan die nodig is om diepere, nog pijnlijker gevoelens en bewustwordingen onder de ogen te zien.” Iemand kan tijdelijk, maar terecht, totaal door dit herstel in beslag worden genomen. — Spreuken 18:14.
Sommige slachtoffers vinden het nuttig de uitlatingen van andere slachtoffers te lezen of te horen. Het bekijken van familiefoto’s en jeugdsouvenirs, plaatsen uit de jeugd bezoeken, en praten met vrienden en familieleden die een steun zijn, vormen ook manieren om herinneringen op te roepen. Bijzonder doeltreffend zijn schrijfoefeningen. Sommige slachtoffers schrijven alles wat zij zich van hun trauma herinneren in een schrift op. Anderen storten hun gevoelens uit in een brief aan hun aanrander — een brief die niet wordt verzonden — wat vaak verdere herinneringen losmaakt. Ook het gebed is een krachtig hulpmiddel bij het herstel. Net als de psalmist kunt u bidden: „Onderzoek mij, en ken mijn verontrustende gedachten, en zie of er in mij soms een smartelijke weg is, en leid mij op de weg der onbepaalde tijd.” — Psalm 139:23, 24.
[Illustratie op blz. 8]
Het verleden onder de ogen zien en de brokstukken weer samenvoegen, kan een stap tot genezing zijn