Waarom „Propaganda”?
In 1622 richtte paus Gregorius XV een congregatie of commissie van 13 kardinalen, 2 prelaten en een secretaris op voor het toezicht op missionarissen van de Rooms-Katholieke Kerk. Hij noemde die de Congregatio de Propaganda Fide — de Congregatie voor de Geloofsverbreiding — of kortweg Propaganda. Na verloop van tijd kreeg dit woord als betekenis elke poging om denkbeelden of opvattingen te verbreiden met het oog op het maken van bekeerlingen.
Tegenwoordig wordt „propaganda” vaak geassocieerd met een verdraaiing van feiten, het oneerlijk beïnvloeden van de geest van mensen, in tijd van oorlog bijvoorbeeld. Maar sommige autoriteiten zijn van mening dat zelfs de beste reclame met recht als propaganda omschreven kan worden, vooral indien er overreding bij te pas komt. In The World Book Encyclopedia wordt opgemerkt: „Leraren in democratische samenlevingen leren mensen hoe te denken, maar propagandisten zeggen hun wat te denken.”