Wat is er zo bijzonder aan linnen?
Door Ontwaakt!-correspondent in Ierland
ZOU u ƒ 9000 betalen voor een overhemd? In de vierde eeuw G.T. was dat de prijs van een linnen overhemd van topkwaliteit in sommige delen van het Romeinse Rijk. Het geld vertegenwoordigde 25 weeklonen voor de best betaalde linnenwever van die tijd.
Tegenwoordig wordt nog steeds veel waarde gehecht aan linnen luxeartikelen. En als u in een warm klimaat ooit geslapen hebt tussen frisse, koele linnen lakens, dan weet u dat er iets bijzonders aan linnen is. Wat maakt het zo bijzonder?
Het prille begin
„Linnen bestaat al heel lang, op zijn minst vanaf de tijd van de oude Egyptenaren”, vertelde Roy, divisiedirecteur bij de Ulster Weaving Company. „Zij beschouwden het als iets heiligs omdat het op de oevers van de Nijl groeide, en zij dachten zelfs dat hun goden linnen droegen.
Er moet een bloeiende linnenindustrie in de omgeving van de Nijl bestaan hebben”, vervolgde Roy. „In linnen gingen zowel de levenden als de doden gekleed, daar de Egyptenaren het gebruikten als zij een lichaam gereedmaakten voor de begrafenis.” En bedenk eens wat een kosten dat met zich bracht! Een wever vervaardigde slechts zo’n drie meter linnen per week, maar als er een koning werd begraven, werd er wel 900 meter gebruikt!
De duurzaamheid van linnen blijkt uit het feit dat in de graven van de farao’s er na duizenden jaren nog stukjes van over waren. De stof was ook een teken van stand en prestige; dit bleek toen de farao van Egypte Jozef wilde eren. De bijbel zegt dat hij „hem in klederen van fijn linnen” hulde (Genesis 41:42). Interessant is dat Jezus’ lichaam door Jozef, een rijk man uit Arimathea, in rein fijn linnen werd gewikkeld. — Mattheüs 27:57-59.
Onder de Israëlieten die met Mozes uit Egypte trokken, waren personen die de kunst van het linnenmaken verstonden. Tijdens hun verblijf in de wildernis vervaardigden deze vakmensen „getwijnd fijn linnen” dat bij de bouw van de tabernakel gebruikt werd. — Exodus 26:1, 31, 36; 35:35.
Daar de stof koel en behaaglijk is, zal de bevolking van Israël linnen kleding vast op prijs hebben gesteld. Bovendien was linnen kleding gemakkelijk te wassen en schoon te houden, een ware zegen als u denkt aan de wetten in Israël, die het wassen van kleding uit het oogpunt van reinheid en hygiëne voorschreven (Leviticus 11:25, 40; 13:34; 15:5-13; 16:4, 32). Terecht beeldt in de bijbel „rein, fijn linnen . . . de rechtvaardige daden van de heiligen af”. — Openbaring 19:8.
„Als linnen wordt gewassen,” vertelde Roy, „verliest het een microscopisch dun laagje en vernieuwt dus elke keer zijn gladde, schone oppervlak. Omdat linnen in feite sterker is als het nat is, kan het goed tegen herhaalde wasbeurten.” Hoe komen wij echter aan dat opmerkelijke weefsel?
Het vrijmaken van de vezels
Al heel vroeg in de geschiedenis leerden mensen linnen maken van de vezels van de vlasplant. Het winnen van de vezels waaruit uiteindelijk het prachtige, luxueuze linnen wordt vervaardigd, is niet gemakkelijk. Sta eens even stil bij het werk dat met het proces gemoeid was dat men in vroeger tijden volgde in Ierland, eeuwenlang een centrum van de linnenindustrie.
In april of mei werd het vlas met de hand ingezaaid. Zo’n zestien weken werden de plantjes met zorg omringd; ze groeiden op tot hoge, ranke planten met bovenin fijne, blauwe bloemen. Tegen eind augustus, als het vlas bruinachtig werd, waren de planten klaar om geoogst te worden. Ze werden dan met de hand uitgetrokken. Waren de bladen en zaden eenmaal verwijderd (uit de zaden wordt lijnolie gewonnen), dan begon het zware vrijmaken van de vezels.
Voor het losmaken van de vezels van de stengels werden de stengels een dag of veertien geweekt in stilstaand water om de houtige bast van de stengel te laten rotten. Volgens een autoriteit op dit gebied „is dit stadium [roten genoemd] een van de eigenaardigste en beslist het onaangenaamste dat men bij de vlasverwerking tegenkomt”. Tot aan het middel in stinkende vlaspoelen staan en de uiteenvallende planten er voorzichtig uithalen, er vooral voor zorgend de lange stengels niet te breken, was inderdaad onaangenaam werk!
Het stinkende vlas werd op gras uitgespreid om nog eens twee weken in de zon te drogen. Was het vlas eenmaal droog en bros, dan werden de stengels gebroken en geklopt om de vezels vrij te maken. Deze bewerkingen werden braken en zwingelen genoemd. Een schrijver vertelt dat er voor zover hij ervaren heeft „geen afmattender geploeter geweest kan zijn dan de oude handmatige manier van zwingelen”.
Het maken van linnen
Als de massa zijdeachtige vezels uit de stengels was gewonnen, werden ze gekamd of gehekeld om de aan elkaar plakkende vezels te scheiden. De korte vezels werden gebruikt om grove produkten te maken, zoals twijn, visnetten, teerkleden en zeilen. De langere vezels werden gesponnen tot uitzonderlijk fijne garens, veel fijner dan de garens die te spinnen waren van wol of katoen met hun veel kortere vezels.
Voor het weven van het garen tot linnen stof werd gebruik gemaakt van een weefgetouw. Er waren echter verdere bewerkingen nodig om het weinig aantrekkelijke, eenvoudige materiaal dat van het weefgetouw kwam, te transformeren in prachtig wit linnen met een zachte satijnglans. De stof moest bijvoorbeeld herhaaldelijk worden gebeukt om de vezels te pletten. Daarna moest de stof gebleekt worden.
De Hollanders werden de erkende meesters in de kunst van het appreteren en bleken. Een schrijver verklaarde: „Het Hollandse systeem, dat in Ierland toegepast werd, bestond uit acht of tien dagen weken in alkali (hetzij urine van koeien of een loog van de as van zeewier), dan wassen, gevolgd door twee of drie weken in karnemelk of zemelen, waarna het werd gewassen, gebeukt [gestampt met houten hamers om een hoge glans te bewerkstelligen] en voor geruime tijd op de bleek werd gelegd [blootgesteld aan zon en lucht].” Naar verluidt duurde het hele proces zeven of acht maanden.
Tegenwoordig is door mechanisatie en wetenschappelijker methoden het linnenmaken natuurlijk lang niet meer zo zwaar voor een mens. Moderne methoden hebben het ook veel gemakkelijker en minder tijdrovend gemaakt om niet alleen linnen in platbinding maar ook in de ingewikkelder bindingen, zoals die toegepast bij damast, te vervaardigen.
Het woord „damast” is afgeleid van „Damascus”, waar in de middeleeuwen wevers deze aparte, fijne stof met ingeweven patronen vervaardigden. Hoe ingewikkeld damastweven is, blijkt uit een stel vingerdoekjes die in 1887 door een fabrikant uit Belfast naar koningin Victoria van Engeland werden gestuurd. Elk damasten vingerdoekje mat slechts 43 bij 38 centimeter, maar telde 3060 kettingdraden en 4012 inslagdraden — 4 kilometer draad per vingerdoekje!
Maar hoe komt het patroon tot zijn recht als alle draden dezelfde kleur hebben? K. G. Ponting legt in zijn boek Discovering Textile History and Design uit: „Het patroon [in damast] ontstaat grotendeels doordat de lichtweerkaatsing van het ketting- en inslagoppervlak verschillend is. Linnen damast, bijna altijd in wit, is geheel en al afhankelijk van dit lichteffect.”
De volgende keer dat u een stuk linnen bekijkt, zult u ongetwijfeld beter begrijpen wat een werk en zorg er in de produktie ervan is gaan zitten. U zult kunnen beseffen wat mannen en vrouwen al duizenden jaren weten — linnen is echt iets bijzonders!
[Illustratie op blz. 23]
Vlasplanten na het drogen