Jonge mensen vragen . . .
Een dubbel leven — Wie moet het weten?
„Pa en Ma hadden mij altijd meegenomen naar christelijke vergaderingen, dus ik wist wat ik wel en niet hoorde te doen”, geeft Robert toe. „Maar ik wilde dat de anderen op school mij mochten en accepteerden. Dus om ’cool’ en populair te zijn, begon ik in mijn zesde schooljaar te roken. In het zevende jaar ging ik LSD gebruiken en pot roken. In het achtste jaar begon ik een drug te spuiten die speed heet. Ik hield iedereen voor de gek — maar ik voelde me ellendig.”
VEEL jongeren in deze tijd — ook enkele die door christelijke ouders worden opgevoed — leiden een dubbel leven. Niet dat zij allemaal druggebruikers worden zoals Robert. Maar het gebeurt wel degelijk dat sommige jongeren achter de rug van hun ouders om afspraakjes maken, drinken, bizarre kleding dragen, naar wilde muziek luisteren, naar ruige feestjes gaan, en zich met een heleboel andere zaken bezighouden die hun ouders afkeuren of verbieden. Leid jij zo’n leven?
Zo ja, dan weet je waarschijnlijk wel dat het verkeerd is wat je doet. Net als Robert heb je misschien zelfs last van een slecht geweten (Romeinen 2:15). Toch vind je het geen prettige gedachte om je slechte daden aan je ouders te vertellen. En wanneer je aan de waarschijnlijke gevolgen denkt, klinkt het argument ’Wat niet weet, wat niet deert’ wellicht zinnig. Maar het zou jou wel kunnen deren.
Een verkeerde redenatie
Misschien vind je bijvoorbeeld dat je een paar gerechtvaardigde klachten hebt over de manier waarop je ouders dingen doen. Wellicht heb je gelijk. Maar ook al zijn zij af en toe overdreven streng, kortaf, of grillig, rechtvaardigt dat dan voortdurende ongehoorzaamheid? Niet volgens Gods Woord, dat de raad geeft: „Weest uw ouders gehoorzaam in alles, want dit is de Heer welgevallig” (Kolossenzen 3:20). En als je nu eens vindt dat je een geldige reden hebt om kwaad op je ouders te zijn? Heeft het dan zin om die kwaadheid te luchten door stiekem de door God vastgestelde maatstaven te overtreden? Eigenlijk zou je dan handelen alsof je „woedend op Jehovah zelf” bent (Spreuken 19:3). Wat je wel zou moeten doen, is naar je ouders gaan en alle grieven die je hebt, kalm met hen bespreken. — Spreuken 15:22.
Even verkeerd is de gedachte dat je, door niets te zeggen, je ouders voor een emotionele schok behoedt. Een zestienjarige jongen zei: „Ik zou niet over iets praten wat mijn ouders teleurstelt.” Nogmaals, zo’n gladde redenatie is niets meer dan zelfbedrog. Het is, zoals de bijbel het onder woorden brengt, een kwestie van iemand die „te glad jegens zichzelf [handelt] in zijn eigen ogen om zijn dwaling te ontdekken ten einde die te haten” (Psalm 36:2). Wanneer je je echt om de gevoelens van je ouders bekommert, vermijd je het om te beginnen al ongehoorzaam te zijn. Bovendien zal elke poging om hen in onwetendheid te laten, waarschijnlijk tevergeefs blijken te zijn, want ongetwijfeld weten anderen al van je geheime leven af.
Niets is verborgen
De Israëlieten in de oudheid ontdekten dit toen zij straf trachtten te ontlopen door in het geheim kwaad te bedrijven. De profeet Jesaja waarschuwde: „Wee hun die zeer diep gaan in het verbergen van raad voor Jehovah zelf, en wier daden in een duistere plaats zijn geschied, terwijl zij zeggen: ’Wie ziet ons, en wie weet van ons?’” (Jesaja 29:15) De Israëlieten vergaten dat God hun slechte daden zag. Te zijner tijd riep hij hen ter verantwoording wegens hun dwalingen.
Hetzelfde bleek het geval te zijn met enkele christenen in de eerste-eeuwse gemeente. Lees voor jezelf in Handelingen 5:1-11 het verslag eens over Ananias en zijn vrouw Saffira. Toen er een speciaal fonds werd gevormd om zorg te dragen voor behoeftige christenen, verkocht Ananias een veld en beweerde schaamteloos dat hij de hele opbrengst van de verkoop als bijdrage schonk. In werkelijkheid had Ananias echter ’in het geheim iets van de prijs achtergehouden’ voor zijn persoonlijke gewin. Werd God om de tuin geleid door deze voorgewende edelmoedigheid? Helemaal niet. „Gij hebt niet mensen bedrogen, maar God”, zei de apostel Petrus. „Bij het horen van deze woorden viel Ananias neer en blies de laatste adem uit.” Saffira, die medeplichtig was, werd kort daarna terechtgesteld. Beiden vergaten kennelijk dat God „op de hoogte [is] van de geheimen van het hart”. — Psalm 44:21.
Ook in deze tijd kun je, ook al verberg je met succes je slechte gedrag voor je ouders, dit slechte gedrag niet voor de waakzame ogen van Jehovah God verbergen. „Geen schepping is voor zijn ogen niet openbaar,” zegt Hebreeën 4:13, „maar alle dingen liggen naakt en openlijk tentoongesteld voor de ogen van hem aan wie wij rekenschap hebben af te leggen.” Zou je je nog openlijker tentoongesteld kunnen voelen? En mettertijd zullen je verborgen zonden ook aan anderen bekend worden. In Spreuken 20:11 staat: „Zelfs door zijn handelingen laat een knaap zich kennen, of zijn activiteit zuiver en oprecht is.” Een andere spreuk luidt: „Wie zijn overtredingen bedekt, zal geen succes hebben.” — Spreuken 28:13.
Een jonge vrouw, Tammy genaamd, kwam hier als jongere achter. Hoewel zij door christelijke ouders werd opgevoed, ging zij roken, drinken en afspraakjes met ongelovigen maken. Tammy deed haar best om haar slechte gedrag geheim te houden, maar zij vertelt: „Mijn ouders merkten veranderingen in mij op. Ik werd opstandig en ontwikkelde een onafhankelijke houding. Wanneer iemand een dubbel leven leidt, komt dat vroeg of laat aan het licht. Voor mij was het vroeg. Mijn vader betrapte me toen ik bij een school in de buurt met een vriendje had afgesproken.”
Hoe Jehovah erover denkt
Dus wat je ouders niet weten, kan — en zal hun waarschijnlijk — mettertijd deren. Wat nog belangrijker is, heb je je wel eens afgevraagd: ’Hoe denkt Jehovah over degenen die een leven van leugens leiden?’ Psalm 5:5, 6 antwoordt: ’Jehovah haat allen die het schadelijke beoefenen; hij zal de leugensprekers verdelgen. Een man van bedrog wordt door Jehovah verfoeid.’ Misleid jezelf niet met de gedachte dat je God te vriend kunt houden door je gewoon heel godvruchtig voor te doen wanneer je religieuze vergaderingen bijwoont. Hij weet wanneer mensen ’hem met hun lippen eren, terwijl hun hart ver van hem verwijderd is’. — Markus 7:6.
Een jongere, Ricardo genaamd, die in seksueel onrein gedrag verwikkeld raakte, bekende: „Je voelt je afschuwelijk wanneer je weet dat je Jehovah verdriet hebt gedaan.” Maar is het werkelijk mogelijk om Jehovah verdriet te doen — dat wil zeggen, te maken dat hij zich gekrenkt voelt? Jazeker! Toen de natie Israël in de oudheid Gods Wet verliet, „bedroefden [zij] zelfs de Heilige Israëls” (Psalm 78:41). Wat moet hij in deze tijd bedroefd zijn wanneer jongeren die worden grootgebracht „in het strenge onderricht en de ernstige vermaning van Jehovah” stiekem verkeerde dingen doen! — Efeziërs 6:4.
Bedroefde ouders
Besef dus dat je niet altijd stiekem bezig kunt blijven. Je bent het aan God, aan je ouders, en aan jezelf verschuldigd schoon schip te maken en te bekennen wat er in het geheim allemaal gebeurd is. Toegegeven, dit kan tot moeilijkheden en misschien tot verdrietige consequenties leiden (Hebreeën 12:10, 11). Als je er een gewoonte van hebt gemaakt te liegen en te bedriegen, heb je het vertrouwen van je ouders in jou ondermijnd. Wees dus niet verbaasd als zij je meer beperkingen opleggen dan voorheen. Tammy vertelt: „Nadat ik met mijn vriendje was betrapt, was mijn vader bang. Hij besefte nu dat ik niet te vertrouwen was. Het betekende dat hij mij constant in de gaten moest houden.” Maar Tammy gaf toe dat zij gewoon oogstte wat zij had gezaaid. — Galaten 6:7.
Je kunt ook verwachten dat je ouders gekrenkt en boos zijn. Hun naam en reputatie zijn bezoedeld. (Vergelijk Genesis 34:30.) Als je vader een van Jehovah’s Getuigen is, moet hij misschien enkele van zijn voorrechten in de gemeente opgeven (Titus 1:5-7). Ja, zoals Spreuken 17:25 zegt, een opstandige jongere kan „een ergernis [zijn] voor zijn vader en een bitterheid voor haar die hem gebaard heeft”.
De schrijfster Joy P. Gage beschrijft op een doordringende manier hoe sommige ouders zich voelen wanneer een kind opstandig is. Zij zegt: „Sommige ouders huilen in stilte. Sommige huilen hysterisch. Sommige huilen achter gesloten deuren. Ze huilen om het verleden. Ze huilen omdat er plotseling geen toekomst meer is. Ze huilen om wat geweest had kunnen zijn. Ze huilen om wat beslist gaat komen. Ze huilen van kwaadheid. Ze huilen van frustratie.” Het zal natuurlijk niet gemakkelijk zijn ermee geconfronteerd te worden dat je de twee mensen die meer van je houden dan wie maar ook ter wereld, zo’n verdriet hebt gedaan. Tammy zegt: „Als ik terugkijk, wilde ik dat ik mijn vader en moeder niet zo veel verdriet had bezorgd.”
Maar je kunt niet teruggaan in het verleden en het ongedaan maken. En hoe pijnlijk en moeilijk het ongetwijfeld ook zal zijn, je bent verplicht te proberen de zaken recht te zetten. (Vergelijk Jesaja 1:18.) Dat betekent dat je je ouders de waarheid vertelt, begrijpt dat zij gekrenkt en boos zijn, en elke vorm van streng onderricht die zij toedienen, aanvaardt. Het vertellen van de waarheid kan de eerste stap zijn om het hart van je ouders, alsook het hart van Jehovah God, te verheugen, en om zelf de vreugdevolle voldoening van een goed geweten te smaken. — Spreuken 27:11; 2 Korinthiërs 4:2.
Maar hoe moet je het je ouders vertellen? Hoe kun je breken met het leiden van een dubbel leven? Deze vragen zullen in onze volgende uitgave worden behandeld.
[Illustratie op blz. 19]
Het vertellen van de waarheid kan voor jou en je ouders een opluchting zijn