Jonge mensen vragen . . .

Hoe kan ik het vermijden steeds aan het andere geslacht te denken?

’ELKE dag opnieuw hollen de media de morele kracht van tieners uit met provocerende en plagerige suggesties over seks; rocksongs blèren gedachten over seksuele relaties in hun oren; grote hoeveelheden goed verkochte romannetjes verpakken de seksuele realiteit in fantasieën die zoet genoeg zijn om er als koek in te gaan.’ Zo drukte de schrijfster Lesley Jane Nonkin zich uit. Ja, als tiener word je door de media gebombardeerd met aanmoedigingen om aan het andere geslacht te denken.

Het is natuurlijk normaal om een zekere belangstelling voor het andere geslacht te hebben.a Maar wanneer romantische gedachten, dagdromen en fantasieën je gedachten zo beheersen dat ze je in je slaap, gebeden, huiswerk, bijbellezen of huishoudelijke taken belemmeren, wijst dit erop dat de situatie al geruime tijd gevaarlijk is. Ja, zo’n ongezonde geestesgesteldheid zou tot verkeerd gedrag kunnen leiden. — Jakobus 1:14, 15.

Niet dat je niet langer mag opmerken dat meisjes — of jongens — bestaan. Maar zoals in Spreuken 23:12 staat, moet je ’je hart tot streng onderricht brengen’. Nee, er bestaat geen gemakkelijke oplossing, geen magische pil, om je hierbij te helpen. Toch kun je met wat moeite je gedachten beter in balans krijgen. Laten wij eens een paar praktische manieren bekijken waarop je dit kunt doen.

Let op je omgang

Ga eens nauwkeurig na wat voor omgang je hebt. Eén jonge man geeft toe: „Iedereen in je onmiddellijke omgeving spreekt over seksuele immoraliteit alsof deze net zo normaal is als uit eten gaan.” Kan voortdurende blootstelling aan zulke gesprekken invloed op je uitoefenen? Ongetwijfeld. Volgens een onderzoek onder jongeren gaf drie kwart van hen toe dat „meedoen (of niet meedoen) met de massa hun opvattingen over seks beheerst”.

Hoe staat het met je vrienden? Loopt elke conversatie uit op een hevige discussie over iemand van het andere geslacht? Dreigt zulk gepraat uit de hand te lopen en obsceen of suggestief te worden? Zo ja, dan zal meedoen — of alleen maar luisteren — het je moeilijk maken je geest op eerbare dingen gericht te houden. De bijbel vermaant: „Doet ze nu werkelijk alle van u weg: gramschap, toorn, slechtheid, schimpend gepraat en ontuchtige taal uit uw mond.” — Kolossenzen 3:8.

Het zal echter moeilijk zijn deze raad toe te passen als je metgezellen weinig waardering hebben voor bijbelse beginselen; je zult hun instelling uiteindelijk beslist overnemen (Spreuken 13:20). Beschouw eens de ervaring van een christelijk meisje, dat zei: „Ik wilde de kinderen op school niet vertellen dat ik een van Jehovah’s Getuigen was. Daarom praatten zij de hele tijd openlijk met mij over seks.” Het duurde niet lang of zij raakte verwikkeld in seksuele immoraliteit en werd zwanger. Spreuken 9:6 bevat de wijze raad: „Mijd het gezelschap van domme mensen, kies de weg van het inzicht, dan zul je leven!” (Groot Nieuws Bijbel) Ja, omring je met vrienden die je christelijke moraal en maatstaven delen, vrienden die je geestelijk zullen opbouwen — niet afbreken.

Natuurlijk kunnen zelfs jonge christenen die doorgaans een godvruchtige houding aan de dag leggen, van tijd tot tijd ’in woorden struikelen’ (Jakobus 3:2). Wat kun je doen als dat gebeurt en een gesprek dreigt te ontsporen? De bijbel licht ons erover in dat koning Salomo verliefd raakte op een herderinnetje. Maar zij ging niet op zijn romantische belangstelling in. Toen enkele jonge metgezellinnen probeerden haar gevoelens voor Salomo op te wekken, liet zij niet toe dat zij met romantisch gepraat werd bestookt. Zij kwam voor haar mening uit en zei: „Ik heb u onder een eed gesteld . . . dat gij niet tracht liefde in mij op te wekken of wakker te roepen totdat ze zich daartoe geneigd voelt” (Hooglied 2:7). Zo moet ook jij misschien duidelijk je mening te kennen geven wanneer een gesprek uit de hand loopt. Nee, je hoeft je vrienden niet noodzakelijkerwijs de les te lezen. Maar je zou eenvoudig kunnen proberen een ander onderwerp aan te snijden en het gesprek in een gezondere richting te sturen.

Amusement — De noodzaak selectief te zijn

Nog een reden tot bezorgdheid is gelegen in amusement. De laatste film, video of cd kan aantrekkelijk lijken. De bijbel brengt ons echter onder de aandacht: „Alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld” (1 Johannes 2:16). Zoals in het begin werd opgemerkt, is amusement er in deze tijd veelal op gericht seksuele gevoelens op te wekken. Populaire songs en films zijn bijvoorbeeld steeds minder verhullend — vaak pornografisch — geworden.

Welke uitwerking zou blootstelling aan zulk amusement op jou kunnen hebben? De schrijver John Langone zegt: „Verscheidene onderzoeken tonen aan . . . dat wanneer wij aan erotisch materiaal worden blootgesteld, wij geneigd zijn meer over seks te praten. Soms leidt deze blootstelling ertoe dat wij gaan experimenteren met dingen die wij normaal gesproken niet zouden uitproberen.” Ja, ’je zinnen op de dingen van het vlees zetten’, zal je alleen maar schaden (Romeinen 8:5). Het zal je een verwrongen kijk geven op liefde en seks en je geest vullen met onreine fantasieën. De raad van de bijbel? „Laten wij ons reinigen van elke verontreiniging van vlees en geest, en in de vrees voor God heiligheid vervolmaken” (2 Korinthiërs 7:1). Vermijd dus films, video’s en cd’s die romantische verlangens stimuleren.

Een ongehuwde christelijke man gaf eens het volgende praktische advies: „Richt je aandacht niet op ongezonde dingen vlak voordat je naar bed gaat. Veel laat uitgezonden tv-programma’s zijn behoorlijk gewaagd.” En dit geldt ook voor veel boeken. Een christelijk meisje, Sherry genaamd, bekent: „Ik las altijd romannetjes. Ik fantaseerde over seks en droomde van het opwindende leven en van seks met steeds weer andere partners.” Omdat haar geest gevuld was met romantische fantasieën, verviel zij gemakkelijk tot hartstochtelijk gevrij met een jonge man. Zulke problemen kunnen vermeden worden als je je beperkt tot gezond leesmateriaal — zoals dit blad en het zustertijdschrift, De Wachttoren. Dit leesmateriaal heeft veel jongeren geholpen ’hun zinnen te zetten op de dingen van de geest’ in plaats van op het gevallen vlees. — Romeinen 8:5.

Zorg dat je die fantasieën kwijtraakt!

Soms komen gedachten over het andere geslacht zo maar zonder waarschuwing in je geest op. De zeventienjarige Scott bekent: „Er zijn tijden waarin ik het erg moeilijk vind niet aan seks te denken.” Of misschien zie je gewoon een knappe jongen of een aantrekkelijk meisje. Voordat je het beseft, merk je dat je aan hem of haar denkt. Opmerken dat iemand aantrekkelijk is, is één ding, maar het is heel iets anders om datgene te doen waarvoor Jezus waarschuwde, namelijk, ’naar een vrouw blijven kijken ten einde hartstocht voor haar te hebben’ (Mattheüs 5:28; vergelijk Spreuken 6:25). Wanneer je te jong bent om te trouwen, zal zwelgen in tantaliserende romantische fantasieën je alleen maar neerslachtig maken en ontmoedigen. — Vergelijk Spreuken 13:12.

Scott zegt dan ook: „Wat mij helpt, is mijn geest op een ander onderwerp te richten en niet meer te denken aan de dingen die me opwinden. Ik herinner mezelf eraan dat de gevoelens of impulsen na verloop van tijd zullen verdwijnen.” (Vergelijk Filippenzen 4:8.) De apostel Paulus zei: „Ik beuk mijn lichaam en leid het als een slaaf” (1 Korinthiërs 9:27). Zo zou ook jij jezelf misschien flink moeten aanpakken wanneer gedachten over het andere geslacht vaste voet trachten te krijgen. Als de gedachten aanhouden, probeer dan wat lichaamsoefeningen te doen. Lichamelijke oefening heeft enig nut, en een fikse wandeling of een paar minuten gymnastiek doen, kan alles zijn wat je nodig hebt om je te helpen je geest weer in het gareel te krijgen. — 1 Timotheüs 4:8.

Veel jongeren hebben ook gemerkt dat ’volop te doen hebben in het werk van de Heer’ bijzonder heilzaam is (1 Korinthiërs 15:58). De jeugdige Debra bracht het als volgt onder worden: „Ik merk dat de oplossing is, druk bezig te blijven totdat je doodmoe bent.” Geheel opgaan in alle activiteiten van de christelijke gemeente kan er veel toe bijdragen je te helpen je denken in evenwicht te houden.

Al doe je echter nog zo je best, toch kan het af en toe nog steeds moeilijk zijn niet aan het andere geslacht te denken. Als dit zo is, vraag dan hulp aan een volwassene. Misschien zou je de kwestie met een van je ouders kunnen bespreken. Beschouw eens wat de jeugdige Carl zei: „Het heeft me geholpen bepaalde dingen te bespreken met iemand die ouder en ervaren was. Hoe openhartiger het gesprek des te beter.” Zie bovenal niet de hulp over het hoofd die je van je hemelse Vader kunt krijgen. „Wanneer ik seksuele verlangens voel opkomen,” zegt een ongehuwde christelijke man, „zet ik mij er werkelijk toe te bidden.” De bijbel zegt: „Laten wij daarom met vrijmoedigheid van spreken de troon van onverdiende goedheid naderen, opdat wij barmhartigheid mogen verkrijgen en onverdiende goedheid mogen vinden tot hulp op de juiste tijd” (Hebreeën 4:16). Nee, God zal je belangstelling voor het andere geslacht niet wegnemen. Maar met zijn hulp kun je ontdekken dat er veel andere dingen zijn waaraan je kunt denken.

[Voetnoot]

[Illustratie op blz. 17]

Als gepraat over het andere geslacht uit de hand loopt, heb dan de moed een ander onderwerp aan te snijden