Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • g94 8/11 blz. 18-20
  • Heb ik de onvergeeflijke zonde begaan?

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Heb ik de onvergeeflijke zonde begaan?
  • Ontwaakt! 1994
  • Onderkopjes
  • Vergelijkbare artikelen
  • Waarom ons geweten ons kwelt
  • Godvruchtige droefheid
  • Schuldgevoel bij minder ernstige zonden
  • Bronnen van hulp en troost
  • Hebt u zich schuldig gemaakt aan een onvergeeflijke zonde?
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1963
  • Jehovah vergeeft rijkelijk
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1992
  • Wat is de onvergeeflijke zonde?
    Vragen over de Bijbel
  • Jehovah, een God die „vergevensgezind” is
    De Wachttoren — Aankondiger van Jehovah’s koninkrijk 1997
Meer weergeven
Ontwaakt! 1994
g94 8/11 blz. 18-20

Jonge mensen vragen . . .

Heb ik de onvergeeflijke zonde begaan?

„NOG nooit had ik me zo neerslachtig gevoeld. Ik had helemaal geen zelfrespect meer en ik dacht dat God het me nooit zou vergeven.” — Marco.a

„Ik was erg ontmoedigd. Mijn hart werd overspoeld door schuldgevoelens. Ik dacht dat ik een paar onvergeeflijke fouten had begaan.” — Alberto.

„Er is geen mens die niet zondigt”, zegt de bijbel (1 Koningen 8:46). Maar soms kan een jongere het gevoel hebben dat wat hij heeft gedaan, niet zo maar een simpele misstap was. Net als Marco en Alberto kan hij gebukt gaan onder een niet-aflatend schuldgevoel. Hij kan het gevoel hebben dat wat hij gedaan heeft, zo slecht, zo goddeloos is, dat God hem dat nooit kan vergeven.

Wat te doen als je door dergelijke gevoelens gekweld wordt? Vat moed. Je situatie is lang niet hopeloos.

Waarom ons geweten ons kwelt

Het is heel gewoon je slecht te voelen als je een domme misstap hebt begaan. Wij worden allemaal geboren met het vermogen dat de bijbel het „geweten” noemt. Het is een innerlijk besef van goed en kwaad, een inwendig alarm dat gewoonlijk klinkt als wij iets verkeerds doen (Romeinen 2:14, 15). Neem bijvoorbeeld koning David. Hij pleegde overspel met de vrouw van iemand anders. Later liet hij haar man, Uria, een zekere dood insturen (2 Samuël 11:2-17). De uitwerking op David?

„Dag en nacht was [Gods] hand zwaar op mij”, bekende David. Ja, hij voelde het gewicht van Gods afkeuring op zich drukken. David zei ook: „Er is geen vrede in mijn beenderen vanwege mijn zonde. Want mijn eigen dwalingen zijn mij boven het hoofd gestegen; als een zware vracht zijn ze te zwaar voor mij. . . . De gehele dag heb ik bedroefd rondgelopen” (Psalm 32:4; 38:3-6). Davids geweten bleef hem kwellen totdat hij ertoe bewogen werd positieve stappen te doen en berouw over zijn misstap te hebben.

Zo ook zul jij als je door christelijke ouders bent opgevoed en je je niet aan de bijbelse maatstaven houdt, je ellendig voelen. Die wroeging is normaal, gezond. Ze kan iemand ertoe brengen zichzelf te corrigeren of hulp te zoeken voordat een verkeerde daad een ingewortelde gewoonte wordt. Iemand die daarentegen volhardt in zonde, schaadt zijn geweten. Mettertijd wordt het zo ongevoelig als een gebrandmerkte huid (1 Timotheüs 4:2). Moreel verderf blijft dan zeker niet uit. — Galaten 6:7, 8.

Godvruchtige droefheid

Het behoeft ons dan ook niet te verbazen dat de bijbel spreekt van „een zonde welke de dood met zich brengt” (1 Johannes 5:16; vergelijk Mattheüs 12:31). Zo’n zonde is niet louter een zwakheid van het vlees. Ze wordt opzettelijk bedreven, eigenzinnig, koppig. Het is niet zozeer de zonde zelf als wel de hartetoestand van de zondaar die een dergelijke zonde onvergeeflijk maakt.

Het feit echter dat je je ellendig en van streek voelt door je verkeerde gedrag, duidt erop dat je niet een onvergeeflijke zonde hebt begaan. De bijbel zegt dat ’op godvruchtige wijze bedroefd te zijn, berouw bewerkt dat tot redding leidt’ (2 Korinthiërs 7:10). Ja, let eens op de vermaning die in Jakobus 4:8-10 wordt gegeven: „Reinigt uw handen, zondaars, en zuivert uw hart, besluitelozen. Maakt plaats voor ellende en treurt en weent. Uw lachen ga over in treuren, en uw vreugde in neerslachtigheid. Vernedert u in de ogen van Jehovah en hij zal u verhogen.”

Het is waar dat de verkeerde daad van zeer ernstige aard kan zijn. Julie bijvoorbeeld had een vriend en er werd stevig gevrijd. „In het begin voelde ik me erg schuldig,” geeft zij toe, „maar naarmate de tijd verstreek, raakte ik eraan gewend. Ik had niet zo veel last meer van mijn geweten.” Mettertijd escaleerden de onreine daden en hadden zij seksuele gemeenschap. „Ik voelde me ellendig”, zegt Julie. „Mijn geweten verzwakte dermate dat het verscheidene keren gebeurde.”

Is zo’n situatie hopeloos? Dat hoeft niet. Wat overkwam Manasse, een van de koningen van Juda? Hij beging uiterst ernstige zonden; hij beoefende onder andere spiritisme en bracht kinderoffers. Toch schonk God hem vergeving wegens zijn oprechte berouw (2 Kronieken 33:10-13). Hoe verging het koning David? Na berouw te hebben getoond van zijn slechte daden, merkte hij dat Jehovah een God is die „goed en vergevensgezind” is. — Psalm 86:5.

Christenen hebben thans deze verzekering: „Indien wij onze zonden belijden, dan is hij getrouw en rechtvaardig, zodat hij ons onze zonden vergeeft en ons van alle onrechtvaardigheid reinigt” (1 Johannes 1:9). Aan wie moet deze belijdenis van zonden worden gedaan? In de eerste plaats aan Jehovah God. „Stort uw hart voor hem uit” (Psalm 32:5; 62:8). Misschien vind je het nuttig Davids boetvaardige belijdenis in Psalm 51 te lezen.

Daarnaast dringt de bijbel er bij christenen die tot ernstige zonde zijn vervallen op aan, met de gemeenteouderlingen te praten (Jakobus 5:14, 15). Hun welgemeende raad en gebeden kunnen je helpen je band met God te herstellen en weer een zuiver geweten te krijgen. Zij kunnen het verschil onderscheiden tussen zwakheid en slechtheid. Zij moeten er ook op toezien dat je de nodige hulp krijgt om te vermijden dat je dezelfde fout opnieuw maakt. Julie, die zelf deze moedige stap heeft gezet, vertelt dan ook: „Ik probeerde ’mezelf terecht te wijzen’ en dacht zelfs dat het enigszins werkte. Maar na een jaar wist ik hoe erg ik me vergiste. Je kunt ernstige problemen niet oplossen zonder hulp van de ouderlingen.”

Schuldgevoel bij minder ernstige zonden

Soms doet een jongere evenwel „een misstap voordat hij zich ervan bewust is” (Galaten 6:1). Of hij of zij laat zich door een vleselijke impuls overmeesteren. Een jongere in die situatie kan onder intense schuldgevoelens gebukt gaan — heviger misschien dan de misstap feitelijk rechtvaardigt. Nodeloos leed is het gevolg. Zulke intense schuldgevoelens kunnen het gevolg zijn van een gezond maar overgevoelig geweten (Romeinen 14:1, 2). Bedenk dat wanneer wij zondigen, „wij een helper [hebben] bij de Vader, Jezus Christus, een rechtvaardige”. — 1 Johannes 2:1, 2.

Laten wij nog eens stilstaan bij het geval van Marco, die in onze inleiding werd genoemd. Deze jonge christen was ervan overtuigd dat hij een onvergeeflijke zonde had begaan. Hij zei steeds bij zichzelf: ’Ik ken de bijbelse beginselen zo goed en toch kan ik niet ophouden met zondigen!’ Zijn zonde? Het masturbatieprobleem. ’Hoe kan God mij vergeven als ik niet met die gewoonte kan breken?’, redeneerde Marco dan. Alberto, die eveneens periodes had dat hij masturbeerde, zei: „Ik voelde me intens schuldig omdat ik die zonde niet de baas kon worden.”

Masturbatie is een onreine gewoonte (2 Korinthiërs 7:1). Maar de bijbel scheert masturbatie niet over één kam met ernstige zonden als hoererij. Masturbatie wordt zelfs helemaal niet in de bijbel genoemd. Vervalt iemand tot masturbatie, dan zal dat dus zeker niet onvergeeflijk zijn. Zou een jongere masturbatie bezien als iets wat te ernstig is voor vergeving, dan zou dat in feite gevaarlijk kunnen zijn; hij of zij zou kunnen redeneren dat het weinig zin heeft te proberen het probleem te overwinnen. Maar bijbelse beginselen geven te kennen dat een christen krachtige pogingen moet doen om deze gewoonte de baas te worden (Kolossenzen 3:5).b Jehovah weet dat ’wij allen vele malen struikelen’ (Jakobus 3:2). Doet zich een terugval voor, dan hoeft een jongere zich niet verworpen te voelen.

Hetzelfde geldt voor andere misstappen en fouten. Jehovah verlangt niet dat wij onszelf straffen met overmatige schuldgevoelens. In plaats daarvan is hij blij wanneer wij stappen doen om het probleem te verhelpen. — 2 Korinthiërs 7:11; 1 Johannes 3:19, 20.

Bronnen van hulp en troost

Vermoedelijk zul je daarbij echter persoonlijke hulp nodig hebben. Godvrezende ouders kunnen vaak veel doen om hun kinderen te helpen en te steunen. En ook de christelijke gemeente is een bron van steun. Marco vertelt: „Iets wat mij echt heeft geholpen, was een gesprek met een ouderling. Ik moest mezelf moed inspreken om mij vrij te uiten en hem deelgenoot van mijn intiemste gedachten te maken. Maar hij boezemde mij vertrouwen in en dus vroeg ik hem om raad.” Ook Alberto zocht raad bij een ouderling. „Ik zal zijn bemoedigende raad nooit vergeten”, zegt Alberto. „Hij vertelde me dat toen hij jong was, hij hetzelfde probleem had. Ik kon mijn oren niet geloven. Ik luisterde vol waardering voor zijn eerlijkheid naar hem.” Met die hulp en steun overwonnen Marco en Alberto hun problemen. Beiden hebben op het moment een verantwoordelijke taak in hun respectieve gemeenten.

Vurig bidden helpt ook. Net als David kun je bidden om „een zuiver hart” en „een nieuwe, standvastige geest” (Psalm 51:10). Gods Woord lezen is eveneens een bron van troost. Misschien vind je het bijvoorbeeld aanmoedigend te lezen dat de apostel Paulus ook innerlijke conflicten had. Hij gaf toe: „Wanneer ik het juiste wens te doen, [is] het slechte bij mij aanwezig” (Romeinen 7:21). Paulus slaagde erin zijn verkeerde neigingen onder controle te houden. Dat kun jij ook. Misschien zul je het bijzonder vertroostend vinden de psalmen te lezen, vooral die waarin over Gods vergevensgezindheid wordt gesproken, zoals Psalm 25, 86 en 103.

Zorg in elk geval dat je je niet afzondert en dat het pessimisme je niet de baas wordt (Spreuken 18:1). Profiteer ten volle van Jehovah’s barmhartigheid. Houd in gedachte dat hij op basis van Jezus’ loskoopoffer ’rijkelijk vergeeft’ (Jesaja 55:7; Mattheüs 20:28). Bagatelliseer je fouten niet, maar concludeer ook niet dat God je geen vergeving kan schenken. Sterk je geloof en je vaste voornemen hem te dienen (Filippenzen 4:13). Mettertijd zul je zowel vrede des geestes krijgen als de intense innerlijke vreugde te weten dat je fouten vergeven zijn. — Vergelijk Psalm 32:1.

[Voetnoten]

a Enkele namen zijn veranderd.

b Nuttige suggesties worden gegeven in hoofdstuk 25 en 26 van het boek Wat jonge mensen vragen — Praktische antwoorden, uitgegeven door de Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.

[Illustratie op blz. 19]

Door met een daarvoor in aanmerking komende christen te praten, kun je dingen heel anders gaan bezien

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen