HEMOR
(He̱mor) [Ezel(hengst)].
Een Hevitische overste; vader van Sichem. Van de zonen van Hemor kocht Jakob een stuk land, waar hij zijn tent opsloeg en later een altaar oprichtte. Nadat Sichem Jakobs dochter Dina had verkracht, werden zowel Sichem als zijn vader Hemor door Simeon en Levi gedood, omdat zij hun zuster wreken wilden. — Ge 33:18-20; 34:1, 2, 25, 26.