HIN
Een vloeistofmaat (Ex 30:24; Nu 28:14; Ez 45:24; 46:5, 7, 11); tevens de aanduiding van het vat waarmee een hin werd gemeten (Le 19:36). Volgens de joodse geschiedschrijver Josephus kwam een hin overeen met 2 Attische choës, en een bath kwam overeen met 72 ksestai (sextarii) (De joodse oudheden, III, viii, 3; VIII, ii, 9). Aangezien volgens andere bronnen 2 Attische choës overeenkwamen met 12 sextarii, kan een hin gerekend worden op een zesde bath-maat of ongeveer 3,67 l.
De Schrift vermeldt ook gedeelten van een hin: een halve, een derde, een vierde en een zesde hin; laatstgenoemde was het dagelijks waterrantsoen dat Ezechiël mocht drinken toen hij aanschouwelijk moest voorstellen in welke kritieke toestand Jeruzalem tijdens de belegering zou komen te verkeren. — Ex 29:40; Le 23:13; Nu 15:4-7, 9, 10; 28:5, 7; Ez 4:11; 46:14.