NERGAL-SAREZER
(Ne̱rgal-Sare̱zer) [uit het Akkadisch: Nergal bescherme de koning].
1. Een Babylonische vorst in de tijd van Nebukadnezar. — Jer 39:3.
2. Een andere belangrijke vorst die zich bij de omverwerping van Jeruzalem in Nebukadnezars strijdkrachten bevond en die door de toegevoegde titel Rabmag van nr. 1 wordt onderscheiden. Deze Rabmag hielp bij de vrijlating van Jeremia. — Jer 39:3, 13, 14.
Omdat deze naam zo’n treffende gelijkenis vertoont met de naam die in Babylonische inscripties wordt aangetroffen (Nergal-shar-usur), denken sommige geleerden dat deze vorst Neriglissar (Griekse vorm) was, de vermoedelijke opvolger van koning Evil-Merodach (Awil-Marduk). — Ancient Near Eastern Texts, onder redactie van J. B. Pritchard, 1974, blz. 308.