RUTH, HET BOEK
Dit bijbelboek is genoemd naar een van de hoofdfiguren: Ruth, de Moabitische. Het verhaal laat zien hoe Ruth een voorouder van David werd doordat zij ten behoeve van haar schoonmoeder Naomi een zwagerhuwelijk met Boaz aanging. Het hele verslag getuigt van de waardering, de loyaliteit en het vertrouwen in Jehovah waar Boaz, Naomi en Ruth blijk van gaven. — Ru 1:8, 9, 16, 17; 2:4, 10-13, 19, 20; 3:9-13; 4:10.
Met uitzondering van het geslachtsregister (Ru 4:18-22) strekken de in het boek Ruth verhaalde gebeurtenissen zich uit over een periode van ongeveer elf jaar gedurende de tijd van de rechters, hoewel er niet wordt gezegd wanneer precies in die periode ze zich afspeelden. — Ru 1:1, 4, 22; 2:23; 4:13.
Volgens de joodse overlevering heeft Samuël het boek geschreven, en dit zou niet in strijd zijn met het interne bewijsmateriaal. Dat het verslag besluit met het geslachtsregister van David wijst erop dat de schrijver op de hoogte was van Gods voornemen met betrekking tot David. Samuël zou in dit beeld passen, want hij was degene die David tot koning had gezalfd. Daarom zou Samuël ook heel goed een bericht over Davids voorouders hebben kunnen optekenen. — 1Sa 16:1, 13.
Authenticiteit en waarde. Dat het boek Ruth historisch is, wordt bevestigd in het door Mattheüs opgetekende geslachtsregister van Jezus Christus, waarin Boaz, Ruth en Obed onder zijn voorouders vermeld worden (Mt 1:5; vgl. Ru 4:18-22; 1Kr 2:5, 9-15). Bovendien is het ondenkbaar dat een Hebreeuwse schrijver zo maar een buitenlandse voorouder van moederszijde voor David, de eerste koning in de koninklijke geslachtslijn van Juda, verzonnen zou hebben.
Het historische bericht verschaft achtergrondinformatie waardoor andere delen van de bijbel toegelicht en verduidelijkt worden. De toepassing van de wetten inzake de nalezing (Le 19:9, 10; De 24:19-22; Ru 2:1, 3, 7, 15-17, 23) en het zwagerhuwelijk (De 25:5-10; Ru 3:7-13; 4:1-13) wordt levendig geschilderd. Jehovah’s leiding bij de bewaring van de afstammingslijn die tot de Messias voerde en ook bij de keuze van de personen die tot deze lijn zouden behoren, treedt duidelijk aan het licht. Israëlitische vrouwen die met een man uit de stam Juda gehuwd waren, hadden mogelijk het vooruitzicht deel uit te maken van de aardse afstammingslijn van de Messias (Ge 49:10). Dat Ruth, een Moabitische, aldus werd begunstigd, illustreert het door de apostel Paulus tot uitdrukking gebrachte beginsel: „Het [hangt] dus niet af van degene die wenst, noch van degene die hardloopt, maar van God, die barmhartig is” (Ro 9:16). Ruth had Jehovah als haar God en Israël als haar volk gekozen, en in zijn grote barmhartigheid schonk Jehovah haar „een volmaakt loon” door haar een schakel in de belangrijkste afstammingslijn te laten zijn. — Ru 2:12; 4:13-17.
[Kader op blz. 762]
HOOFDPUNTEN UIT RUTH
Een verhaal dat laat zien hoe Jehovah de godvrezende Ruth, een Moabitische, zegende door haar deel te laten uitmaken van de ononderbroken Messiaanse geslachtslijn die tot koning David voerde
Setting: de periode van de rechters; het schrijven was vermoedelijk omstreeks 1090 v.G.T. voltooid
Ruth besluit bij Naomi en haar God, Jehovah, te blijven (1:1-22)
Als kinderloze weduwen vergezellen Ruth en Orpa hun schoonmoeder Naomi, de weduwe van Elimelech, als zij uit Moab weggaat om naar Juda terug te keren
Naomi’s woorden over de sombere vooruitzichten op een nieuw huwelijk brengen Orpa ertoe terug te gaan
Ruth laat zich niet afschrikken; zij verklaart dat Naomi’s volk haar volk zal zijn en Naomi’s God haar God
Ten slotte arriveren Ruth en Naomi in Bethlehem
Ruth leest aren op het veld van Boaz (2:1–3:18)
Ruth begint toevalligerwijs aren te lezen op het veld van Boaz, een bloedverwant van Elimelech, en verwerft zijn gunst
Ruth blijft tot het einde van de gerst- en de tarweoogst aren lezen op Boaz’ veld
Naomi’s aanwijzingen opvolgend, verzoekt Ruth Boaz vervolgens als losser op te treden; Boaz is hiertoe bereid, maar een andere man is nauwer aan Naomi verwant dan hij
Boaz als losser huwt Ruth (4:1-22)
In tegenwoordigheid van tien oudsten van Bethlehem stelt Boaz de nauwere bloedverwant in de gelegenheid het veld van Elimelech te lossen en nakomelingschap voor de gestorvene te verwekken door een zwagerhuwelijk met Ruth aan te gaan
Wanneer de bloedverwant hiervan afziet, treedt Boaz als losser op
De verbintenis van Boaz en Ruth wordt gezegend met de geboorte van een zoon, Obed, de grootvader van koning David