BABYLON DE GROTE.
Johannes’ visioenen die in het boek Openbaring staan opgetekend, bevatten onder andere oordeelsuitspraken tegen „Babylon de Grote”, alsook een beschrijving van haar en haar val. — Openb. 14:8; 16:19; hfdst. 17 en 18; 19:1-3.
In Openbaring 17:3-5 wordt Babylon de Grote beschreven als een in purper en scharlaken getooide, rijk versierde vrouw, die op een scharlakengekleurd wild beest met zeven koppen en tien horens zit. Op haar voorhoofd staat een naam geschreven, „een mysterie: ’Babylon de Grote, de moeder van de hoeren en van de walgelijkheden der aarde.’” Zij wordt ook afgeschilderd als een vrouw die gezeten is op „vele wateren”, die een afbeelding zijn van „volken en scharen en natiën en talen”. — Openb. 17:1-15.
De luxe en de heerschappij die aan Babylon de Grote worden toegeschreven, staan niet toe dat men haar eenvoudig met de letterlijke stad Babylon in Mesopotamië gelijkstelt. Nadat het oude Babylon in 539 v.G.T. door Cyrus de Pers was veroverd, verloor het zijn positie als toonaangevende wereldmacht, en zijn gevangenen, met inbegrip van de joden, werden bevrijd. Alhoewel de stad zelfs tot na de dagen van de apostelen bleef bestaan, en daarom ook in Johannes’ tijd nog bestond, was ze niet langer een stad van wereldbetekenis. Ten slotte geraakte ze in verval en werd niets dan ruïnes. Babylon de Grote moet daarom als een symbolische stad worden bezien, een stad waarvan de letterlijke stad Babylon het prototype was. Daar de mystieke stad haar naam ontleent aan de oude stad, is het nuttig om de belangrijkste kenmerken van Babylon aan de Eufraat te onderzoeken, kenmerken die aanwijzingen geven omtrent de identiteit van de symbolische stad uit Johannes’ visioen. (Zie het boek „Babylon de grote is gevallen!” Gods koninkrijk heerst!)