Watchtower ONLINE LIBRARY
Watchtower
ONLINE LIBRARY
Nederlands
  • BIJBEL
  • PUBLICATIES
  • VERGADERINGEN
  • ad blz. 658
  • Houtskool

Voor dit gedeelte is geen video beschikbaar.

Helaas was er een fout bij het laden van de video.

  • Houtskool
  • Hulp tot begrip van de bijbel
  • Vergelijkbare artikelen
  • Houtskool
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
  • Kolen
    Inzicht in de Schrift, Deel 2
  • Brandstof
    Hulp tot begrip van de bijbel
  • Brandstof
    Inzicht in de Schrift, Deel 1
Meer weergeven
Hulp tot begrip van de bijbel
ad blz. 658

HOUTSKOOL.

Een zwarte, broze en poreuze soort kool, gewoonlijk het residu van gedeeltelijk verbrand hout. In de oudheid maakte men houtskool door een stapel hout met aarde te bedekken en dan dagenlang te laten smeulen, waarbij men net genoeg lucht toevoerde om de zich ontwikkelende gassen te verbranden. Zo verkreeg men een betrekkelijk zuivere soort kool. Dit proces vergde veel tijd en nauwlettende zorg, maar houtskool was een veelgevraagde brandstof wanneer men een intense, langdurige hitte zonder rook wilde. Er bestaan geen aanwijzingen dat er in het oude Palestina steenkool werd gebruikt. Bij opgravingen in het puin van het oude Jericho zijn verkoolde balken en stukken houtskool gevonden — een bewijs van de felle brand waardoor die stad eens is verwoest. — Joz. 6:24.

Houtskool, in een open vuur of in een bekken, werd bij koud weer gebruikt om zich te warmen (Jes. 47:14; Jer. 36:22; Joh. 18:18). Aangezien houtskool een gelijkmatige hitte afgeeft en zonder vlam of rook brandt, was het ook zeer geschikt om op te koken (Joh. 21:9). Voor het smelten en louteren van metalen was houtskool onmisbaar; zonder dat was het bijna onmogelijk de hoge temperaturen te bereiken en te handhaven die nodig waren voor het winnen van ruwe metalen uit ertsen (Jes. 44:12; 54:16; zie LOUTEREN, LOUTERAAR). Grotendeels zoals dit tegenwoordig bij het vullen van een hoogoven gebeurt, legde men het erts tussen lagen houtskool. Aan deze methode is wellicht het gezegde ontleend dat men door een goede daad jegens een vijand vurige kolen op diens hoofd stapelt; daardoor bedaart zijn toorn en komt het goede in hem boven (Spr. 25:22; Rom. 12:20). De gloed van smeulend houtskool werd door de „wijze vrouw” uit Tekoa als illustratie gebruikt voor nog levend nageslacht. — 2 Sam. 14:1-7.

    Nederlandse publicaties (1950-2025)
    Afmelden
    Inloggen
    • Nederlands
    • Delen
    • Instellingen
    • Copyright © 2025 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania
    • Gebruiksvoorwaarden
    • Privacybeleid
    • Privacyinstellingen
    • JW.ORG
    • Inloggen
    Delen